De trekstoot is een stoot, waar de meeste mogelijkheden liggen om de ballen te verzamelen.
De trekstoot wordt bijna altijd met een lage voorhand gespeeld en met de keu (indien mogelijk) zo vlak mogelijk. Een trekstoot is altijd een combinatie van het juiste richtpunt en de juiste diepte in de bal.
Bij de situatie waarbij de bal haaks naar bal 3 gertrokken moet worden, trekken we een lijn door het hart van bal 2 en 3 en zoeken het punt op waar deze lijn bal 2 intreedt , dit is het punt waar wij op richten, hierbij raken we bal 1 net onder de middenlijn in vak C , hierbij hoeft geen zijeffect gegeven te worden, indien bal 2 (in dit geval rood) niet gestuurd hoeft te worden.
DE KETS: Let wel op de buitenste 8 a 9 mm van de bal is de gewraakte ketszone dus altijd minimaal 1 centimeter boven het laken blijven met een lage en korte voorhand, speel deze bal zoveel mogelijk zonder zijeffect om een goede terugloop te verkrijgen. VEEL oefening baart kunst!