Als de partij eenmaal begonnen is, mag je als speler geen bal meer aanraken. Alles wat met de ballen gebeurt, moet door de arbiter gedaan worden. Maar ook de beste en meest secure arbiter kan zich natuurlijk een keertje vergissen. En bijvoorbeeld de ballen verwisselen. De arbiter doet het, maar het wordt de speler aangerekend.
We hebben allemaal wel eens meegemaakt, wat iemand mij schreef. „Tijdens een wedstrijd komt de speelbal vast te liggen en de speler vraagt de arbiter om de ballen op te zetten. De arbiter plaatst eerst de rode bal op het aquit en vervolgens de twee witte ballen. Maar verwisselt zonder erg de twee witte. De speler vervolgt zijn beurt en maakt weer een carambole, nu dus met de verkeerde bal. Dan slaat bij de arbiter de schrik toe. Hij constateert dat hijzelf de ballen heeft verwisseld. Hij vraagt de speler even te wachten en vertelt wat hij heeft gedaan. Dat hij de ballen bij het opzetten heeft verwisseld en de speler dus eigenlijk zelf heeft laten doorspelen met de verkeerde bal. In de schrik wist de arbitér even niet hoe nu te handelen. De tweede arbiter kwam toen met een oplossing. De balpositie op het laken aftekenen en de ballen weer omruilen. Daar konden arbiter en speler, ook de niet aan de beurt zijnde speler, zich in vinden. Dus zo gezegd zo gedaan en iedereen tevreden”.
Hij schrijft verder nog dat de arbiter er na de partij nog even op terug kwam en zei dat hij zich nu realiseerde dat hij de speler feitelijk zonder pardon had moeten aftellen. Immers, ook al heeft de arbiter de ballen geplaatst, de speler is er voor verantwoordelijk. Dat is reglementair zo bepaald en is ook beter. Als je discussie toelaat over de vraag wie voor een fout aansprakelijk is, ga je onherroepelijk situaties krijgen waarin de speler moet worden afgeteld maar vervolgens gaat beweren dat hij er niets aan kon doen. Dan krijg je discussies tijdens de partij en dat is fnuikend. De hier gekozen oplossing is heel sympathiek, maar zet uiteindelijk de deur open voor minder sympathieke situaties. Reglementen moeten altijd duidelijk zijn en mogen geen aanleiding geven tot discussie tijdens de partij.
Het is ook niet zo dat de speler hier niets aan kon doen. Hij vraagt de arbiter om de ballen op te zetten. Dan hoort hij ook zelf op te letten dat het correct gebeurt. Er zijn heus wel manieren om de kans op een dergelijke vergissing kleiner te maken. Als arbiter kun je jezelf aanwennen om, bij tussentijds moeten opzetten, even ten overvloede te controleren wie is begonnen. Dus wie welke bal als speelbal heeft. Ook de speler kan zich eraan wennen om even extra te kijken of de juiste bal op de juiste stip ligt. En arbiters, als er twee witte ballen moeten worden opgezet, zorg er dan voor dat de stip op de ene bal duidelijk zichtbaar is. Niet zodanig dat die stip de speler recht in het gezicht toegrijnst, dat nou ook weer niet. Maar wel makkelijk zichtbaar. Ook dat helpt. De kans dat zo’n ongelukkige vergissing tijdig wordt opgemerkt, maak je zo groter.
Bron: Biljart totaal (juni 2016)
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com
*** Een stukje dat eigenlijk overbodig zou moeten zijn *** Index *** Het dilemma van de tweede arbiter ***
De inhoudt op deze pagina van bv b.e.j.a. is Digiproved © 2016