Als je georganiseerd iets bedrijft, moet je daar regels voor afspreken. Spelregels. En tijdens een partij of wedstrijd wordt er iemand aangewezen die moet opletten of die regels nageleefd worden.
Dat is dus de arbiter. Er zijn wedstrijden waar alleen arbiters voor aangewezen worden, die over een gedegen kennis van die regels en de toepassing daarvan, beschikken. Maar er zijn ook veel wedstrijden, het is zelfs het overgrote deel, waar een goedwillende team- of clubgenoot de honneurs als arbiter moet waarnemen. Het zou ideaal zijn als alle spelende leden enig onderricht in arbitrage zouden kunnen krijgen. Helaas is dat niet haalbaar. En zien we grote verschillen in kennis en bekwaamheid als arbiter aan de tafel staan. Dan is het mooi als iemand die wat meer weet en wat meer ervaren is, anderen een beetje helpt. Als dat op een goede manier gebeurt, is het alleen maar positief.
Onlangs was ik in de gelegenheid om gade te slaan hoe het beslist niet moet. Bij een competitiewedstrijd moest een partij worden gearbitreerd door een teamlid dat er duidelijk niet erg ervaren in was. Op een gegeven moment vroeg een van de spelers of de arbiter de ballen wilde schoonmaken. Dat bleek hem een beetje in verlegenheid te brengen. Hij wist wel dat de situering van de ballen vastgelegd diende te worden, maar was wat onzeker over de manier waarop dat hoorde te gebeuren. Na enig nadenken pakte hij een paar bierviltjes en wilde daarmee de ballen markeren. Nou is dat niet goed, de schaduwlijnen moeten door middel van enkele stippellijntjes met een wit potlood nauwkeurig afgetekend worden. Een teamgenoot wist wel hoe het hoorde en greep in. Niks mis mee, als het op de goede manier gebeurt. Als hij voorgesteld had: “zal ik het even doen”, zou hij zijn teamgenoot een welkome dienst hebben bewezen.
Niet dus. Er kwam een afkeurend zwaaiende vinger omhoog en luid, zodat alle aanwezigen opkeken, de vermaning: “Zo doen wij dat niet!” Vervolgens ging de teamgenoot op zoek naar een wit potlood, overhandigde dat aan de arbiter en commandeerde hoe een en ander diende te gebeuren. Toen de arbiter daarna een doek oppakte om daarmee de ballen schoon te maken, was daar weer die zwaaiende vinger met een vermanend: “Niet die doek!” Vervolgens werd er een, blijkbaar meer geschikte doek, niet gewoon aangereikt, maar op de tafel gekwakt. Als de spelers al concentratie hadden, was die nu onderhand wel verdwenen.
Natuurlijk is het alleen maar goed als je iemand met wat minder kennis helpt.
Het is ook nodig. Maar doe het wel op een zodanige manier dat je ook echt helpt. Probeer de ander op zijn gemak te stellen. Dan zal hij beter functioneren.
Het is nu eenmaal niet mogelijk om iedereen een cursusje te laten volgen. Dus als we elkaar een beetje vooruit helpen, is dat in ons aller belang.
Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com
*** Begin van de wedstrijd *** Index *** Twee keer touché ***