Al verwacht men het niet zo snel, toch heeft deze oefening een opvallende overeenkomst met de vorige oefening. Het gaat hierbij om het bepalen van het mikpunt. Ook hier ligt het mikpunt op de plek waar de lijn van het middelpunt van bal twee naar bal drie bal twee verlaat. (Zie ook oefening zes)
Het aanspeelpunt van de speelbal ligt nu niet bovenin de bal, maar onderin. (Zie stoothoogten)
Ook deze bal dient zonder effect gespeeld te worden. Een trekstoot is een korte, felle stoot waarbij u de keu gerust als het ware door de speelbal heen mag duwen.
Pas hiermee echter op als de speelbal kort op bal twee ligt. U kunt dan heel eenvoudig een biljardé veroorzaken waardoor de carambole ongeldig wordt.
Breng ook bij deze oefening de nodige variatie aan door de hoek tussen de ballen te veranderen als ook de afstand waarop de ballen ten opzichte van elkaar liggen. Ook hier geldt dat het liften van de achterhand kan helpen.
Doe dit echter niet te sterk, anders is de kans op een kets zeer groot aanwezig.
Very nice post. I simply stumbled upon your weblog and wanted to
mention that I have really enjoyed browsing your blog posts.
After all I’ll be subscribing on your rss feed and I am hoping
you write again soon!