Alle biljarters, ook de wereldkampioenen, zijn gelijk begonnen, namelik aan 0 gemiddelde.
Sommigen halen na 20 jaar soms 2 of 3 gemiddeld. Anderen klimmen binnen enkele jaren flink in de hoogte.
Aan wat is dat te wijten?
Het ene aan het feit dat te veel spelers reeds in den beginne deze sport verkeerd aanleerden, en wat erger is in hun verkeerde gewoonten zijn blijven steken.
Het andere aan het feit dat 90% der liefhebbers inderdaad talent bezitten en zich kunnen vervolmaken, mits een optimale combinatie van praktijk met theoretische kennis.
De bedoeling van dit handboekje is deze onmiskenbare theoretische kennis in het bereik te brengen van ieder doorsneespeler. En dat doel is ongetwijfeld bereikt als u onderstaand berichtje leest dat Raymond Ceulemans ons schreef na inzage van het manuscript:
“Dit ‘ABC van het biljartspel’ kan ik, als leerboek aan alle biljartliefhebbers ten zeerste aanbevelen. De theorie is klaar en eenvoudig. De stootbeelden zijn goed gekozen. Ik wens de auteur geluk en het boek veel succes, tot bevordering van de biljartsport.”
ISBN-nr. 90-310 0337 9
Paperback
2e druk 1964
Reinaert Uitgevers Zele België