Keuze in keus deel I

Nogal wat reacties gehad op de colums van de laatste twee maanden over moderne innovaties van de biljartkeu en/of topeind, zelfs uit het buitenland. Sommige spelers ‘zweren’ bij een bepaald merk, andere hechten veel waarde aan zaken als voelbare vibratie in de keu tot het nut van beentjes gemaakt van dwarsgedraaid ivoor. Eén lezer uitte zijn overtuiging voor de ééndelige keu, waardoor alle nadelen van verschillende midden-verbindingen en holle ruimten in de keu in één klap worden opgelost.

Hoewel er voor de ideale biljartkeu geen eenduidige waarheid bestaat, doe ik toch een poging één en ander op een rijtje te zetten.

De meeste fabrikanten gebruiken voor het topeind de houtsoort ahorn, in het Engels maple. De praktische reden hiervan is simpel: de Maple-tree is een tamelijk harde en traag groeiende boom, die bovendien recht en zonder veel takken vooral voorkomt in de noordelijke landen. In Canada is de natuurlijke productie van deze boomsoort
zo groot dat het blad van deze boom zelfs het nationale symbool van Canada is geworden (de beroemde Maple-leaf).
Inderdaad is deze houtsoort behoorlijk stabiel, waardoor het meest kwetsbare deel van de keu, de top, minder snel krom trekt dan bijvoorbeeld steenbeuken of alicier (in het verleden ook favoriete houtsoorten voor topeinden).
Het soortelijk gewicht van maple is echter te laag om van deze houtsoort een ééndelige keu te maken. Veel zwaarder dan 400 gram gram wordt een dergelijke keu dan niet. De keumaker lost dit dan op door of de achterkant van de keu te verzwaren met een metalen pen of door een gedeelt van de achterkant te vervangen door hou met een veel hoger soortelijk gewicht. Rosewood of zelfs ebben, maar ook tal van andere tropische hardhoutsoorten worden dan ook veel gebruikt. Door middel van de juiste combinaties van houtsoorten is de moderne fabrikant in staat een keu te produceren, die een gewicht heeft tussen de 460 en 550 gram Fine-tuning kan dan altijd nog plaatsvinden door achterin een metalen gewicht te plaatsen.

Uit praktische overwegingen wordt de biljartkeu meestal tweedelig gemaakt. Hier voor is het nodig een solide verbinding te maken tussen het ondereind en de top. Een breed scala van verbindingen van ijzer, messing, hout, phenol of een combinatie hiervan worden hierbij toegepast. In onze carambolesport is nog steeds de hout-op-hout schroefverbinding de meest voorkomende. De laatste jaren ziet men wel steeds meer roestvrij stalen verbindingen toegepast worden, die veel duurzamer en stabieler lijken dan de houten schroefdraad.

keuze-in-keus-01

De brandende vraag is of een houten, metalen of kunststof verbinding invloed heeft op het karakter van de keu, of beter gezegd op de speelkwaliteit van de keu. Er is echter geen eenvoudig antwoord op deze vraag. Het aantal verschillen tussen keuen is zo divers, zoals balans, topdikte, lengte, klank, gewicht, souplesse enz., dat de keuze voor een biljarter doorgaans meer gevoelsmatig dan rationeel is. Fabrikanten spelen hier handig op in en de consument laat zich nu eenmaal graag beïnvloeden. Voor de biljarter is het eindgebruik het meest essentieel: je moet vertrouwen hebben in je keu om goed te kunnen spelen. Net als gereedschap voor de vakman gaat ook een keu ‘naar je hand’ staan!

Bron: Biljart Totaal (december 2012)
Veel speelplezier,
Hans de Jager
h.d.jager@gmail.com

Moderne materialen II (november 2012) – Index – Keus in keus II (februari 2013)

Bewaren

Facebooktwitterpinterest

Een reactie op “Keuze in keus deel I

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *