Regelmatig wordt me gevraagd wat met een lange of korte afslag eigenlijk bedoeld wordt. De meeste driebandspelers weten wel wat dit betekend en kunnen zich vaak wel aanpassen.
Bijna zonder uitzondering hebben de driebanders voorkeur voor een biljart met een langere afslag. Dit betekent overigens geenszins dat de spelers daardoor meer punten maken, maar het algemene gevoel blijft wel positief. Biljarts waarop net nieuwe lakens zijn gelegd hebben altijd een langere afslag. Al na een paar weken loopt dit terug en geleidelijk aan wordt de tafel steeds ‘korter’. De biljarter past zich meestal automatisch aan en schrikt pas weer als het laken net vernieuwd is.
De langere afslag wordt voornamelijk bepaald door de wrijving tussen ballen en laken. Goed meetbaar is dat biljartlaken meer (glijdende) weerstand krijgt door er simpelweg meer op te spelen. De introductie van het 100% synthetische laken heeft hieraan wel wat veranderd: de glijdende wrijving van dit laken is al lager dan bij de traditionele wollen lakens, maar bovendien is de afname van deze wrijving kleiner, waardoor het biljart veel langer ‘lang’ blijft afslaan. Een en ander wordt duidelijk als een speler de acquitstoot speelt op een ingespeeld biljart.
Als dezelfde speler niets zou veranderen aan snelheid, effect of dikte van aanspelen, dan ontstaan op een biljart met een lange afslag de onderstaande looplijnen.
De lagere weerstand tussen de bal en het laken wordt goed zichtbaar als de speelbal na het raken van de rode bal naar de bovenste lange band loopt. Op het ingespeelde biljart ontstaat slechts een kleine bocht in deze looplijn, op de ‘langere’ tafel is dezelfde looplijn veel meer gebogen. De geoefende biljarter herkent deze (parabolische) looplijnen direct. Deze gebogen lijnen zijn ook na elke botsing met een band duidelijker zichtbaar op een ‘lange tafel’.
Van de biljarter wordt dus verwacht dat hij zich telkens moeiteloos aanpast aan de verandering van het karakter van een biljarttafel. Voorwaar geen sinecure! Het geeft overigens eens te meer aan dat goed spelen vaak hoofdzakelijk te wijten is aan het gevoel van de speler en veel minder aan zijn theoretische kennis van looplijnen en puntensystemen. Deze veranderen telkens met een langere of kortere afslag en zijn op elk biljart anders.
Bron: Biljart Totaal (december 2015)
Veel speelplezier,
Hans de Jager
h.d.jager@gmail.com
Nogmaals lakens en nog eens lakens (november 2015) – Index – Pomerans en onderhoud (januari 2016)
De inhoudt op deze pagina van bv b.e.j.a. is Digiproved © 2016