De kleding die wij biljarters dragen, is al jaren onderwerp van discussies. Al zolang ik bij de biljartwereld betrokken ben, al weer meer dan veertig jaar, wordt er aangedrongen op versoepeling van de voorschriften. Waarschijnlijk zal er ook nooit een eind aan die discussies komen. Elke tijd kent immers z’n eigen trend.
Als verstandige bond pas je je daar dan zoveel mogelijk bij aan. Want gelegenheidskleding, wat biljartkleding tenslotte ook is, volgt altijd de heersende opvattingen over wat men netjes en voor de gelegenheid passend vindt. Maar sportkleding moet aan meer eisen voldoen. Moet netjes zijn, zeker. Maar sportkleding, en dat geldt voor alle sportkleding, moet in de eerste plaats functioneel zijn. De kleding van een voetballer mag bijvoorbeeld niet hinderen bij het rennen. De kleding van een biljarter mag niet hinderen bij de bewegingen die een biljarter maakt. Moet dus soepel zijn. Je moet er goed in kunnen buigen en strekken. De kraag of boord in de nek mag niet knellen bij het voorovergebogen staan en dan vooruit kijken. De kleding moet prettig zitten, alle noodzakelijke bewegingen mogelijk maken en netjes zijn.
Dat netjes is vaak toch het voornaamste onderwerp van de discussies. Daar speelt natuurlijk voor een niet onbelangrijk deel in mee onze hang naar waar we mee vertrouwd zijn. Waar we aan gewend zijn. Best moeilijk om dat los te laten. Zo hoorde ik onlangs van een alleraardigste discussie. Een biljarter, die normaal altijd heel correct gekleed gaat, had voor de aardigheid eens blauwe veters in zijn zwarte schoenen gedaan. En lokte er de vraag mee uit of dat nou eigenlijk wel mag. Het wordt in het reglement niet verboden, maar ook in het geheel niet genoemd. Ik denk dat dat komt omdat het min of meer vanzelfsprekend is dat er in zwarte schoenen ook zwarte veters zitten. Maar waarom zou dat vanzelfsprekend zijn? Een strik en een gilet horen ook bij elkaar. Toch zal niemand zeggen dat ze dezelfde kleur moeten hebben. Ze moeten qua kleur wel bij elkaar passen. Het lijkt me dat voor schoenen en veters hetzelfde mag gelden. Maar strikt genomen mag het dus wel, met de beperking dat in een team het hele team uniform gekleed dient te zijn. Dus allemaal zwart of allemaal blauw.
Iets anders is het clubtenue. Dat wordt door de vereniging vastgesteld. Daar kunnen veters ook toe gerekend worden. Er is echter al geruime tijd een tendens om de kledingeisen wat meer eigentijds te maken. Wat vlotter en minder stijf en star. Dat juich ik toe. Het is een feit, dat jonge mensen er een beetje anders tegenaan kijken dan de ouderen.
Mijn opvatting is dat de kleding functioneel dient te zijn. Een bepaald doel dient. Het eerste doel van clubkleding is: dat zichtbaar is dat de biljarter deel uitmaakt van een organisatie, van een club of team. Dat primaire doel is feitelijk al bereikt met slechts een clubaanduiding op de kleding. Daarnaast is het van belang voor de uit-straling van de biljartsport, dat de kleding netjes is. Dus geen sportschoenen, slippers of klompen. Geen leren broek e.d. Ook hier geldt weer dat de opvattingen over wat netjes is, in de loop der jaren veranderd zijn. Onze makke is ook een beetje dat wij als biljarter altijd kleding dragen en gedragen hebben, die voor een ander doel is ontworpen. Als je een biljarter met gilet en strik (soms ook met smokingover-hemd- en broek) zich ziet buigen over het biljart, ziet het er heel netjes uit, maar het lijkt toch een beetje alsof de butler de servetten recht gaat leggen.
Het blijft altijd zoeken naar het beste evenwicht tussen netjes, uniform en niet pietluttig willen zijn. Momenteel gaan de gedachten richting nog meer versoepeling, waarbij de eisen met het stijgen van het niveau wat strenger worden. De gedachte wint wel steeds meer veld, dat de kleding en daarmee de eerste uitstraling van de biljartsport best wat minder saai mag zijn.
Ik denk ook dat dat goed is.
De regels met betrekking tot kleding gaan in de richting van niet meer voorschrijven hoe alles moet, maar aan welke eisen de kleding tenminste moet voldoen. Ik weet dat er hard wordt nagedacht hoe een en ander meer eigentijds (dus vlotter) geregeld kan worden. Al een jaar of zes geleden heb ik er voor gepleit om kleding speciaal voor biljarters te (laten) ontwerpen. Het zou mooi zijn als we de clubkleding niet meer móeten, maar mógen dragen.
Bron: Biljart totaal (november 2014)
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com