Er zijn vele manieren om de biljartkeu vast te houden. De uitgangspositie is de vlakke hand die op het biljart ligt. Een andere uitgangspositie is uw wijsvinger de biljartkeu te laten omvatten terwijl de de top van de keu rust op de duim (Centrale brug). Voor weer een andere uitgangspositie schuift u uw middelvinger onder de biljartkeu door.

De achterhand en handzetting

De positie van de achterhand en onderarm bepaalt of je neutraal, opwaarts dan wel neerwaarts afstoot.

Opmerking:

1. Een losse achterhand zal de baan van de speelbal, na botsing met bal twee, verlengen, heel goed voor figuren waarbij de speelbal een grote afstand af moet leggen.
2. Een vaste achterhand zal de baan van de speelbal, na botsing met bal twee, verkorten, de afstand die de speelbal aflegt zal minder zijn.
3. Meer pols zal meer actie van de speelbal veroorzaken, dat is het beste voor tollende figuren met effect, diepe trekstoten, volledig doorgaande bewegingen etc.
4. Minder actie van de pols geeft minder actie van de speelbal, dat is goed voor figuren die een korte hoek nodig hebben, figuren zonder zijeffect etc.
5. HET VASTHOUDEN: losjes vasthouden is het beste voor meer actie van de speelbal zoals bij diepe trekstoten en volledig doorgaande beweging, bij deze greep houdt men de keu tussen duim en wijsvinger en de overige drie vingers losjes onder de keu, niet gespannen, een gespannen greep kan worden gebruikt om de speelbal van richting te veranderen.
6. DE AFSTOOT: de onderarm vanaf de elleboog moet makkelijk bewegen net als bij een slinger van een klok, de elleboog en de bovenarm mogen niet worden bewogen, de keubeweging komt deels vanuit de onderarm en deels vanuit de pols, de keu zou moeten versnellen wanneer de pomerans contact met de speelbal maakt, een vrije beweging is gewenst zonder dat de spieren de doorgaande beweging beperken, zeg soms iets tegen uzelf voordat u de speelbal raakt; lang, door de bal stoten, hand laten liggen, enz. enz.
7. DE VOORHANDZETTING (BRUG): bij de meeste figuren is de voorhandzetting ongeveer 20 tot 25 centimeter van de pomerans verwijderd, maar als de figuur het vereist slechts ongeveer 10 cm, doe dat dan, het zal het meest accurate zijn. Wat u als basis nodig heeft zijn 3 of 4 verschillende voorhandzettingen.

DE HOUDING: de gemiddelde biljarter heeft zijn voeten niet op de juiste positie of heeft zijn gewicht niet correct verdeeld, Ik heb mijn hele biljartleven mijn gewicht op de voorste in plaats van op de achterste voet te laten rusten! Hoewel bij een speler hoogte, houding en keulengte kan variëren blijft het toch heel moeilijk om algemene regels voor een ieder te geven over dit onderwerp.

1. Buig voorover en blijft ontspannen.
2. Probeer de onderarm loodrecht in de richting van de keu te houden als de pomerans op de tweede bal gericht is.
3. Pas de achterste voet lichtelijk aan bij uw achterhand.
4. Leun niet voorover en verplaats uw lichaam om het zo ontspannen mogelijk te hebben.
5. Uw lichaamsgewicht moet zo veel mogelijk over beide voeten worden verdeeld met het meeste gewicht op de achterste voet.

TIP: Mijn opa zei ooit eens dat de keu het beste lichtjes wordt vastgehouden aan de basis. Een lichte grip geeft je een natuurlijke afstoot en het juiste effect dat je aan de bal wil geven. Een vaste grip maakt de speelbal dood, het effect zal er niet uitkomen zoals het hoort. 

Opmerking: als u een neutrale afstoot heeft gebruikt voor een bepaald figuur… en u verandert onbewust de achterhand, dan zal dit de looplijn van de speelbal veranderen, tjonge! Nog een hulpmiddel om het leven te veraangenamen, er volgen nog enige  voorbeelden.

Het ritme: Haal de keu bij de laatste warming-up beweging voor de afstoot niet te snel terug, doe het langzaam en haast u niet, ga volledig terug en verkort de stootlengte niet.

Het is belangrijk om tijdens het biljarten de juiste lichaamshouding aan te nemen. Uw bovenlichaam en hoofd dienen precies boven de biljartkeu geplaatst te zijn. De voeten moeten niet verkrampt zijn, en in een hoek van ongeveer 45 graden in verhouding tot de biljartkeu lijn geplaatst worden. Uw losse hand dient zich exact boven de voet te bevinden.

Om af te stoten zijn er diverse manieren. U kunt bijvoorbeeld de biljartbal raken op de horizontale en verticale middenas. Hierdoor rolt de biljartbal zonder effect. Als u hoog afstoot krijgt de biljartbal een loopeffect. Bij een lage afstoot krijgt de biljartbal een terugloop effect.

Er zijn drie manieren om de speelbal in beweging te krijgen:

Doorschieten: de biljartkeu zonder terugtrekken ver naar voren bewegen (haast alsof de biljartbal die u raakt er niet ligt);
Tikken: de biljartkeu naar voren bewegen en direct weer terugtrekken;
Slaan: de biljartkeu naar voren bewegen en de biljartkeu vervolgens abrupt stoppen.

TIP: HET EFFECT; Bij de meeste figuren dient u de speelbal in de horizontale hartlijn of lager te raken, probeer geen hoog effect aan de speelbal te geven, omdat deze een grote boog maakt en een onnatuurlijke hoek van de band af maakt.

Door: Terry van Erp © B.V. B.E.J.A.

“Iemand die zijn biljartgeheimen in zijn graf meeneemt pleegt een egoïstische daad”

PS: Dat is ook de reden waarom ik deze website heb gemaakt.

De inhoudt op deze pagina van bv b.e.j.a. is Digiproved © 2015

Gerelateerde berichten:

Techniek van de afstoot deel III Techniek van de afstoot deel II Overhouden – positiespel Drie dubbele voorband Techniek van de afstoot