Na het uitkomen van het vorige nummer van dit blad vroegen verschillende lezers mij om nog een keer aandacht te besteden aan het begin van een partij. Ik geef er graag gevolg aan.
In mijn vorige rubriek stipte ik al aan dat er in de biljartarena, terwijl een ander aan het inspelen is, vaak erg tot heel erg rommelig aan toe gaat. Of eigenlijk moet ik niet zeggen inspelen. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: terwijl een speler bezig is zich voor te bereiden op zijn wedstrijd. Want dat is de betekenis van dat inspelen. Je kunt uitproberen ‘hoe de tafel lopt en hoe de banden afslaan’. Maar ook en dat is zeker niet minder belangrijk, probeer je in die vier minuten in je hoofd de concentratie op te bouwen die je nodig hebt om een goede prestatie neer te zetten. Het is jammer dat je niet zelden ziet hoe dat proces door anderen, zowel publiek als ook collega-spelers, bemoeilijkt of zelfs verstoord wordt. Je ziet dan hoe anderen de speler soms storend in de weg lopen. Ja, zelfs komt het voor dat anderen, bijvoorbeeld spelers die net ervoor hun partij gespeeld hebben, op een deel van het biljart denkbeeldige spelsituaties proberen uit te beelden. Het is vaak een luid geroezemoes. Probeer je dan maar eens optimaal te prepareren. En even daarna moet je dan met zo’n gebrekkige voorbereiding toch maar proberen om optimaal te presteren.
Dat storen gebeurt meestal niet met opzet. Het is meer onnadenkendheid, Het is nu eenmaal een menselijke eigenschap dat we geneigd zijn om meer met onszelf bezig te zijn dan dat we aandacht voor anderen hebben. Als je net zelf een tijdlang geconcentreerd bezig bent geweest, heb je even ontlading nodig. Dat is niet meer dan normaal. Als er partijen na elkaar gespeeld moeten worden, is er een overgangsperiode nodig. Het afsluiten van de ene en toewerken naar de volgende. Daar is een beetje regie bij nodig. Die regie ontbreekt vaak. Vooral bij competitiewedstrijden zie je maar al te vaak dat de arbiter of wie in die rol zal fungeren, pas verschijnt als de spelers al hebben ingespeeld.
Dat moment van overgang van de ene partij naar de volgende, daar begint de taak van de arbiter. Het is de arbiter die hoort te bepalen wanneer het het juiste moment is om aan de nieuwe partij te beginnen. Bij PK wedstrijden, als er meerdere partijen tegelijkertijd afgewerkt worden, geeft meestal de wedstrijdleider een sein in het algemeen. Vervolgens nodigt de arbiter de spelers uit voor de toss, als een toss nodig is.
Bij competitiewedstrijden bepaalt de arbiter meestal het moment. Vanaf dan is voor de arbiter ook de partij begonnen. Het is de taak van de arbiter om er op toe te zien dat de speler alle ruimte krijgt om zich ongestoord en geconcentreerd voor te bereiden.
En een goede voorbereiding geeft een grotere kans op een voldoende gevende prestatie. Dat moet je een speler gunnen.
Maar niet alleen voor de speler werkt dat.
Ook voor de arbiter is het belangrijk om zich voor te bereiden op zijn rol in de komende partij.En als je je als arbiter ook tijdens de inspeel periode al concentreert op wat er op en rond de tafel gebeurt, komt dat je functioneren tijdens het verdere verloop alleen maar ten goede. Voor zowel speler als arbiter begint een partij niet bij het ’trekken’, maar al bij de aan loop naar het inspelen.
Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com
*** Blazen is ook touche *** Index *** Nog wat meer begin van een partij ***