Helpen mag niet, behulpzaam zijn wel

Je ziet het zo vaak: de arbiter houdt voor de speler even de lamp opzij. Of hij reikt het krijtje aan zodat de speler niet extra hoeft te lopen om het te pakken. Ook zie je nog al eens dat de speler naar zijn stoel gaat maar zijn krijtje op de tafel laat liggen. Dan brengt de arbiter het vaak even na.

Noteren-01aDat zijn zo van die dingen die nooit opvallen. Iedereen vindt het de gewoonste zaak van de wereld. Vanzelfsprekend dat de arbiter dat doet. Toch blijkt soms dat er wat twijfel bestaat of het allemaal wel mag. Want het reglement leert ons immers, dat de arbiter de speler niet mag helpen? Hoe zit dat dan? Soms lijkt de scheidslijn tussen wat wel of niet geoorloofd is, wat dunnetjes. Bij ‘wat minder hoge klassen’ kun je nog wel eens zien gebeuren dat de arbiter, vaak een club- of teamgenoot, probeert om onopvallend zó te gaan staan, dat de speler een bal wel op een bepaalde manier móet nemen. Dat is dus ongeoorloofd helpen. Wel het meest voorkomend is waarschijnlijk het waarschuwen voor het spelen met de verkeerde bal. Als een speler zijn tegenstander waarschuwt, is dat gewoon sportief. Maar als de arbiter of of een ander het doet, is het niet sportief. Dat is de één helpen maar daarmee de ander benadelen. Het lijkt sportief maar is het niet. Zo zijn er wel meer voorbeelden te bedenken.

Maar hoe zit het dan? Je mag niet helpen maar wel behulpzaam zijn? Wat is het verschil? Ook dat leert ons het Spel en Arbitrage Reglement (SAR). Daar staat onder andere beschreven dat de arbiter zich ervan overtuigt en er desnoods voor zorgt, dat de speelomstandigheden zo goed mogelijk zijn. Materiaal in orde. Maar ook dat de speler nergens door wordt belemmerd in zijn spel. Het meest bekende voorbeeld is natuurlijk dat de arbiter de lamp even uit de weg houdt omdat de lamp bij een bepaalde stoot net in de weg hangt. Dat lijkt ook op helpen, maar is eigenlijk het wegnemen van een belemmering. Zorgen voor goede omstandigheden. Ook komt het een enkele keer voor dat een speler de positie in de hoek niet voldoende goed kan zien een aan de arbiter vraagt om even bij te lichten door de lamp er wat naar toe te trekken en even vast te houden. Ook dat lijkt op helpen maar is in feite weer het wegnemen van een belemmering.

Een ander voorbeeld wat we allemaal wel kennen, is de handicap van de gladde vloer. Glanzend gewreven parket of plavuizen, makkelijk schoon te houden, maar een crime voor veel biljarters. Bijna niet te doen om je schrap te zetten als dat nodig is. Niet zelden zie je dan zo’n speler worstelen om een manier te vinden om er goed bij te kunnen. Met vaak als gevolg dat hij, meestal natuurlijk precies op het moment van afstoten, wegglijdt en zijn stoot in het water ziet vallen. Hij heeft geluk als hij pas wegglijdt als de stoot al gedaan is. Of dat hij de stoot nog juist kan inhouden en het weer opnieuw kan proberen. Slimme spelers vragen in zo’n geval aan de arbiter of hij eventjes zijn voet er tegen wil zetten. Geen enkel probleem, het is weer niet helpen, maar het wegnemen van een belemmering.

Behulpzaam zijn of helpen, het verschil is soms subtiel. Het ene mag niet, het andere wel.

Bron: Biljart totaal (juni 2014)
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

*** Is alles wat nieuw is ook automatisch beter *** Index *** En nog vijf dank u wel ***

Facebooktwitterpinterest

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *