Als de ballen tussentijds opgezet moeten worden

Noteren-01aTijdens een partij kan het gebeuren, dat de ballen opnieuw ‘opgezet’ moet worden. Een uitspringende bal of als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen. Soms is dan herplaatsing op de acquits verplicht, soms kan de speler er voor kiezen.

Bij libre, kader of bandstoten is het simpel. Springt er een bal uit, dan worden alle ballen in de beginpositie geplaatst. Komt er een bal op de rand terecht en raakt de houten omlijsting, dan geldt dat ook als een uitgesprongen bal. Alle ballen in de beginpositie. Komt een bal op de rand maar raakt het hout niet, dan is er niets aan de hand. De speler mag gewoon doorgaan. Als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen, dan mag de speler in de meeste gevallen kiezen: de speelbal ‘los’ spelen, dat wil zeggen vanaf een andere bal of band waaraan de speelbal niet vastligt. Of met een kopstoot de bal eerst duidelijk zichtbaar ‘wegspelen’ van de bal of ballen waaraan de speelbal vastligt. Ziet de speler dat niet zitten, dan kan hij de arbiter vragen om de ballen op de acquits te plaatsen en speelt hij verder vanuit de beginpositie. Alleen in de topklasse libre-klein en libre-groot heeft de speler die keuze niet en worden, als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen, altijd alle ballen in de beginpositie geplaatst.

Zo gaat het bij libre, kader en bandstoten.
Bij driebanden gaat het een beetje anders. Ligt bij driebanden de speelbal vast aan een andere bal, dan worden alleen de vastliggende ballen op de acquits geplaatst. Dat is ook het geval als een bal uitspringt. Dan wordt alleen de uitgesprongen bal geplaatst. Er is nog een verschil. Bij driebanden worden vastliggende ballen en uitgesprongen ballen niet in de beginpositie geplaatst. Moet bij driebanden de rede bal tussentijds worden opgezet, dan komt ‘ie op de bovenacquit.
Moet de speelbal worden opgezet, die plaatsen we op het benedenacquit. Het beneden acquit is van de drie stippen op de afstootlijn de middelste. Aan weerskanten ervan hebben we de linker en de rechteracquit. Als de andere bal moet worden opgezet, dan krijgt die zijn plaats op het middenacquit. Dat is die eenzame stip in het midden van het biljart. De minst gebruikte. Het midden acquit wordt alleen gebruikt als tussentijds de ‘andere bal’ moet worden opgezet.
Omdat ‘ie vastligt aan de speelbal of is uitgesprongen.

Wat nu als je niet alle, maar slechts één of twee ballen moet herplaatsen en een van de acquits die je nodig hebt, wordt bezet door een bal die niet herplaatst hoeft te worden? Ik heb weleens iemand horen zeggen dat volgens hem die bal dan zo dicht mogelijk bij de aangewezen plaats moet liggen. Dat is niet juist. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Als het voor een te herplaatsen bal aangewezen acquit verspert is, wordt die bal geplaatst op het acquit dat is aangewezen voor de bal die het acquit verspert. Logisch, eigenlijk wel.

Bron: Biljart totaal (oktober 2013)
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

*** Een arbiter heeft ook een voorbeeldfunctie *** Index *** Een goed bedoelde, maar niet juiste beslissing ***

Facebooktwitterpinterest

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *