In schrijfsels zoals dit probeer je altijd herkenbare voorvallen of situatie bij de kop te vatten. Het lezen en soms ook herkennen van wat ik schrijf, doet anderen dan vaak weer achter het toetsenbord kruipen om stof aan te dragen. Een onmisbare inspiratiebron.
Elke speler wil in een wedstrijd zo goed mogelijk presteren. Daar is een wedstrijd tenslotte voor. De arbiter ziet er op toe dat dat presteren volgens de regels gebeurt. Daarnaast probeert de arbiter er voor te zorgen dat de speler zo min mogelijk wordt verhindert door randomstandigheden. Want om tot een goede prestatie te komen, moet je kunnen concentreren. Als concentreren moeilijk is doordat je je hoofd niet ‘leeg’ kunt maken, is dat natuurlijk alleen aan jezelf te wijten. Maar als je moeilijk kunt concentreren door wat anderen doen of zeggen, dan hoort het bij de taak van de arbiter om daar tegen op te treden.
Natuurlijk moet ook de arbiter, moet zéker de arbiter proberen om niets te doen wat de speler kan hinderen in zijn concentratie. Veel spelers zijn daar gevoelig voor.
Een lezer illustreerde dit met het volgende voorbeeld. “dat de arbiter nadat de speler een mooi punt heeft gescoord, blijk geeft van zijn waardering. Bijvoorbeeld door te knippen met de vingers, het duidelijk hoorbaar kloppen op de rand van het biljart en soms ook wel verbaal.” Hij geeft als zijn mening dat uitingen door de arbiter altijd achterwege horen te blijven.” Het hoort niet bij de arbitrage.
Ik verwacht het ook niet. Het werkt daarom vooral storend voor de concentratie, hoe goed overigens ook bedoeld.” Hij verteld dat arbiters zich vaak verdedigen door te zeggen dat het hun objectiviteit niet aantast.” Dat antwoord, hoe goed ook ongetwijfeld wederom bedoeld”. schrijft hij verder, “gaat volledig voorbij aan het verstoren van de concentratie van mij als speler”.
Hier heeft hij een punt. Objectiviteit is slechts een deel van de verantwoordelijkheid van de arbiter. Bewaken van de speelomstandigheden, dus ook het zoveel mogelijk tegengaan van alles wat concentratieverstorend kan werken, hoort er ook bij. Natuurlijk kun je van een arbiter niet verlangen dat ‘ie als een robot aan de tafel staat. Ook een arbiter is tenslotte een liefhebber van het spel. Als een speler echt bijzondere carambole maakt of stoot uitvoert en tegenstander en publiek geven blijk van hun waardering, zal geen enkele speler er aanstoot aan nemen als ook de arbiter subtiel waardering laat blijken.
Maar het hoort echt incidenteel te blijven.
De arbiter staat immers met een tak aan de tafel, dat mag hij nooit uit het oog verliezen. Opletten, controleren, beoordelen en annonceren. Als de arbiter zijn taak optimaal uitvoert, merk je hem amper op.
Zolang de arbiter doet of zegt wat de speler verwacht, past het in zijn concentreren. Zegt of doet hij iets wat daar niet bij hoort of in past, dan trekt hij daarmee de aandacht van de speler naar zich toe en kan daarmee de concentratie verstoren.
Vergelijk het met een klok.
Zolang de klok tikt en eventueel slaat, hoor je hem amper.
Bron: Biljart totaal (februari 2014)
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com
*** Als arbiter mag je geen muurbloem zijn *** Index *** Een arbiter heeft ook een voorbeeldfunctie ***
De inhoudt op deze pagina van bv b.e.j.a. is Digiproved © 2016
