In mijn vorige schrijfsel is een foutje geslopen. Met de voorgeschreven woorden bij het annonceren als voorbeeld, probeerde ik een lans te breken voor het wat minder stijf maken van het arbitrale optreden tijdens een wedstrijd.
Al heel gauw na het verschijnen kreeg ik mailtjes om mij er op te wijzen dat ik mij had vergist. Ik had namelijk geschreven als voorbeeld, noteren 1 Piet X, Piet x 1″ Ik ben de oplettende lezers zeer erkentelijk voor hun respons. Want anders zou ik het wellicht nooit in de gaten gekregen hebben. In het Spelen Arbitrage Reglement (SAR), waar in artikel 5505 lid 6 wordt aangegeven hoe een correcte annonce hoort te zijn, staat inderdaad de naam van de speler geen twee keer vermeld. Opmerkzaam gemaakt op het foutje, begreep ik al gauw hoe ik tot die onjuiste weergave gekomen was. Op het moment dat ik de bewuste tekst neerschreef had ik in gedachten de naamsaanduiding zoals bij ons voorgeschreven. (…) de heer/mevrouw X (…) tegelijkertijd hoorde ik in mijn hoofd de annonce zoals in het mondiale snooker zo vaak te beluisteren viel, Stephen Hendry 27″ Ik schreef dus eigenlijk twee verschillende annonces als één. Zo zie je maar weer praten en breien gaat niet altijd samen. Waar het mij om ging, was het ter discussie stellen van iets, wat altijd iets vaststaands is geweest, maar heel vaak niet nageleefd werden wordt. De respons op mijn slippertje was mij dan ook welkom. Het geeft mij aanleiding om er op terug te komen. Ik heb er een paar mailtjes uitgelicht. Lees verder: Een regel moet zin hebben