Overhouden – positiespel

MOEILIJKHEDEN OPLOSSEN – ENIGSZINS GEVORDERD POSITIESPEL – MET NOG EEN PAAR NUTTIGE STOTEN VOOR ENKELE BIJZONDERE SITUATIES.

Laten we, voor we echt ingaan op het hogere seriespel, waarbij het zal gaan om het bespelen van bal 3 (klein spel en plaatsen op bal 3) en om de verschillende standaard series zoals die ‘aan de band‘ , ‘óp de lijn‘ , ‘óp het anker‘, ‘op de klots‘ en die ‘met de aai‘ enz. eerst nog even stilstaan bij een paar dingetjes die hun nut hebben in een paar regelmatig optredende situaties, die toch wel netelig zijn. Het zijn dingetjes die bijna allemaal van tijd tot tijd van pas komen bij zowel overhouden in het algemeen als dat in het kleine spel. Een paar van deze onderwerpen zijn kleine kneepjes uit het vak die in de sfeer van het betere werk liggen, maar de meeste ervan kan elke behoorlijke liefhebber onder de knie krijgen. Niet zozeer het kunnen als wel het weten, is het hele eieren eten. Lees verder: Overhouden – positiespel

Spelen op overhouden

Enkele algemene overwegingen omtrent overhouden
Volledige controle op het spel is in biljarten onbereikbaar. Het zou inhouden dat men uit een willekeurige positie kon beginnen en zo lang men maar zou wensen kon doorgaan zonder te missen. Het zou biljarten maar een dode zaak maken. Maar erin uitblinken kan door de meeste spelers wel degelijk bereikt worden. ‘Iedereen die kan leren schrijven kan ook leren tekenen’, is een oud gezegde. Het is niets anders dan een kwestie van studie en oefening om de pen langs andere dan de al bekende lijnen te kunnen leiden. Zo zit het met biljarten. Iedereen die überhaupt kan biljarten kan het ook beter. Iedere speler kan leren dat bij een bepaalde positie een bepaalde stootoplossing waarschijnlijk beter uitpakt dan een andere. Heeft hij die ‘overhoud stoot’ dan geleerd, dan kan hij er nog een leren, enzovoort.

Het belang van systeem bij het oefenen. Lees verder: Spelen op overhouden

Wat is biljartkrijt

Vele liefhebbers hechten weinig belang aan de kwaliteit van biljartkrijt. (Zie ook: Waarom is biljartkrijt blauw)

Voor hen is biljartkrijt enkel een middel om de zogenaamde “kets-stoten” te vermijden. Als dat het enige voordeel was, waarom is er dan biljartkrijt te koop : 1 blokje voor 0,50 euro ten opzichte van 1 blokje voor 25 euro. Je moet dan gewoon gek zijn om 25 euro te betalen, als je hetzelfde voordeel kan behalen met een blokje van 0,50 euro.

Wat is het verschil: Fabrikanten van biljartkrijt houden dergelijke informatie zo’n beetje angstvallig geheim en voor hen is hun biljartkrijt het allerbeste dat er op de markt te krijgen valt. Ze hoeven zich ook niet te verantwoorden als ze “rommel” geproduceerd hebben: hier geldt duidelijk de regel: zo lang het maar voldoende verkoopt en er voldoende winst te genereren valt.

Omgekeerd is er ook een stelling die zegt: Als je speelt met het allerbeste biljartkrijt, dan ben je nog geen topspeler. Een topspeler wordt je enkel door een combinatie van : een kwaliteits- keu, met een goede pomerans en biljartkrijt, technisch zéér kundig in de te spelen discipline en als een waardig iemand fungeren aan de biljarttafel. Lees verder: Wat is biljartkrijt

Kamui #0.98a vs #1.21b

Kamui Chalk 0.98a (Made in Japan)
Kamui Chalk 0.98a (Made in Japan)

Ik gebruik het Kamui Krijt al weer een paar maanden, waar ik voorheen lyrisch was van het Blue Diamond krijt van Longoni in combinatie met de Kamui Black SS pomerans ben ik nu helemaal om, Kamui krijt is voor mij het beste wat er is. Het krijt is duur in aanschaf en gaat snel op, iedereen zit er met zijn grijpgrage vingers aan en wil het “wonderkrijt” ook wel eens proberen. En dan natuurlijk de discussie of het wel of niet het geld waard is, maar die ga ik hier nu niet uit de doeken doen, ik heb er die €25.00 wel voor over, dan drink ik wel een biertje minder.

Ik gebruik een gemiddelde keu van Longoni, *** MOD Parigi BDS professional van 500 gram, met een pomerans van Kamui, de Black SS.

Wat ik hier wil bespreken is het verschil tussen het Kamui krijt 0,98 en 1,21, waarvan de eerste de oudere versie van de twee. Ik ga het niet hebben over andere merken in deze test, en ga ook niet beweren dat dit krijt beter is dan Blue Diamond (Longoni), Master, Caudron, Ceulemans, Brunswick, Goldstar, Molinari, NIR (Longoni), Predator, Remi Balabushka, Sang Lee, Silver Cup, Triangle enzovoort. Dat gaat een discussie worden die nooit gaat eindigen, ik ben heel tevreden over het krijt van Kamui en alle haters kunnen beter nu gelijk wegklikken of met een heel goed onderbouwde reactie komen. Het krijt wat wel mijn aandacht heeft is het “Russische Magic Chalk“, ben een importeur of leverancier aan het zoeken, maar zo als het er nu voor staat zal ik het wel zelf moeten importeren. (Tips zijn welkom)

Mocht je nog steeds verder willen lezen zal ik mijn best doen om een zo goed mogelijke omschrijving van mijn ervaringen weer te geven.

Kamui Chalk 1.21b (Made in Japan)
Kamui Chalk 1.21b (Made in Japan)

Uiterlijk: Beide krijtjes zien er hetzelfde uit als je kleurenblind bent zoals ik 😉
Naast de duidelijke blauwe en oranje verpakking is het krijt identiek in grootte. Het kleine verschil in kleur krijt is dat 1,21 iets donkerder blauw is in vergelijking met de 0,98. Maar als je de 0.98 lang genoeg te gebruikt zie je niet veel van het lichtblauwe meer zien beide er vrijwel hetzelfde uit.

Structuur: De 0,98 is meer zoals klei, het is een beetje pasta en het krijt poeder is eigenlijk heel erg goed en heel erg fijn van structuur. De luchtdichte verpakking met Zip-Lock zit er niet voor niets omheen, en het is aan te raden het krijt daarin te bewaren, dus niet in de zon of op een warm biljart laten liggen. Dan droogt het krijt teveel uit en gaat het verpoederen, en het verbleekt iets. Als je die poederlaag heb weggekrijt komt de kleiachtige laag weer tevoorschijn, maar dat is natuurlijk wel kostbaar om er regelmatig een paar millimeter ter waarde van enkele euro’s af te halen. Na het wegschrapen komt de volle kleur van de pasta weer tevoorschijn.

Verschil: De 1.21 heeft een structuur tussen de 0,98 en normaal “biljartkrijt”. Het poeder is nog steeds erg goed, zoals de 0,98, maar het is minder pasta of klei-achtig. Het 1.21b krijt is minder gevoelig voor uitdrogen en zit dus gewoon in mijn keu-foudraal. Ik heb hiervoor nooit de Zip-Lock voor gebruikt en het is vrijwel dezelfde structuur als de eerste dag, niet echt uitgedroogd. Of in ieder geval, niet merkbaar.
Ik zal niet ingaan op de speelbaarheid, maar zal gewoon het verschil in kenmerken bespreken.

0.98a: Het 0.98 is wat “vetter” en blijft langer zitten op de pomerans, dat is natuurlijk te verklaren, de pasta-achtige structuur heeft een betere hechting en je hoeft dus minder vaak te krijten als met de 1.21b. Daar staat weer tegenover dat het ook vettere plekken op de speelbal achterlaat, en die zijn soms lastig om te verwijderen. Ik maak mijn ballen altijd met de hand schoon en heb daar toch wel een paar minuten extra werk aan. Een ander voordeel is weer wel dat er haast geen krijt op de tafel komt, en dat is met het 1.21b krijt weer een stuk meer.

1.21b: Het 1.21 krijt bijna het tegenovergestelde van het 0.98. Een stuk minder pasta-achtig, meer wel vetter dan “normaal” krijt. Het blijft veel beter en langer op de pomerans zitten dan gewoon krijt, maar minder lang dan de 0.98. Gelijk met het aanbrengen van het krijt merk je het verschil, het heeft meer het gevoel van gewoon krijt, in plaats van de pasta van de 0.98. Het 1.21 maakt niet van die moeilijk te verwijderen plekken op de speelbal, maar er valt veel meer op de tafel, wat dus weer resulteert in blauwe handen en meer stofzuigwerk. Helemaal weg krijg je niet met de stofzuiger, op sommige plaatsen blijft een blauwe gloed achter, het fijne poeder van de 1,21 lijkt wel door het laken heen te kruipen, want na het stofzuigen heb je gelijk weer blauw aan je handen.

Eindoordeel: Persoonlijk vind ik het 0,98 krijt veel beter. Begrijp me niet verkeerd, het 1.21 is uitstekend, zo niet briljant. Maar ik speel thuis vrij vaak en poets liever de ballen dan dat ik de hele dag met blauwe handen rondloop. Ik heb deze klachten van meer spelers gehoord en baseer dan ook een deel van mijn ondervindingen daarop. Bijna iedereen ging na een tijdje weer terug naar het 0.98 krijt na het proberen van het 1.21 krijt.

Hoe dan ook dit stukje is geen veroordeling of advies. Ga altijd op je eigen ervaring af, en neem mijn ervaring mee in je besluit tot aankoop. Beide krijtjes van Kamui zijn perfect, je kan veel effect geven, hoeft maar af en toe te krijten, ik krijt met beide om de 10 stoten, en bij klein spel om de 20 of 25 stoten. Deze krijtjes geven vertrouwen maar de 0.98 en 1.21 zijn niet echt met elkaar te vergelijken.

kamui-krijt-alle-kleuren-01
Kamui krijt is verkrijgbaar in meerdere kleuren

Kamui Chalk 1.21

Kamui 1.21a krijt
Kamui 1.21a krijt

Is een slijtvastere versie van het Kamui 0.98 biljartkrijt.

De Kamui 1.21 a heeft een verbeterde levensduur.

Kamui biljartkrijt is ontwikkelt door Kamui na 2 jaar studie, ze hebben meer dan 100 wetenschappelijke formules getest.

Door een hardere samenstelling geeft dit krijt de speler meer vertrouwen met een pre-shot routine.

Door de hardere samenstelling geeft het Kamui #121 krijtje minder blauwe plekken op de speelbal af.

KAMUI krijt bestaat uit veel fijnere deeltjes dan standaard biljartkrijt en is ontworpen om de wrijving te maximaliseren, hierdoor krijgt men een grotere “sweet spot” en is het makkelijker om meer effect te genereren en heeft men minder last van afwijking, ook wel deflectie genoemd.

De speler kan hierdoor veel nauwkeuriger mikken als er effect word toegepast.

Kamui, bekend van de ingenieuze pomeransen, heeft een eigen unieke krijtlijn ontwikkeld. Het krijt is veel fijner dan gebruikelijk, waardoor er optimaal contact met de speelbal wordt gemaakt.

Met Kamui krijt heb je een grotere sweet spot, waarmee je meer en zeer nauwkeurig effect kunt geven, terwijl er minder afbuiging optreedt ten gevolge van doorslippen.

  • Nieuwe technologie
  • Meer controle en spin
  • Minder afbuiging (deflectie)
  • Sterke grip op de bal

Het Kamui 1.21a biljartkrijt is wel prijzig u betaald hier tussen de € 25 en € 30 voor, maar dit is het in mijn ogen wel waard aangezien een krijtje bij dagelijks een uurtje trainen zeker 3 maanden meegaat. Dit is berekend op tussen elke stoot een keer krijten, echter met dit krijt kunt u dit overslaan en is een keer per 10 stoten meer dan genoeg. Reken maar eens uit wat het dan nog kost!

Kamui Chalk 0.98

Kamui 0.98a krijt
Kamui 0.98a krijt

Kamui biljartkrijt is ontwikkelt door Kamui na 2 jaar studie, ze hebben meer dan 100 wetenschappelijke formules getest.
De test van formule #98 was de beste test ooit.

KAMUI krijt bestaat uit veel fijnere deeltjes dan standaard biljartkrijt en is ontworpen om de wrijving te maximaliseren, hierdoor krijgt men een grotere “sweet spot” en is het makkelijker om meer effect te genereren en heeft men minder last van afwijking, ook wel deflectie genoemd.

De speler kan hierdoor veel nauwkeuriger mikken als er effect word toegepast.

Kamui, bekend van de ingenieuze pomeransen, heeft een eigen unieke krijtlijn ontwikkeld. Het krijt is veel fijner dan gebruikelijk, waardoor er optimaal contact met de speelbal wordt gemaakt.

Met Kamui krijt heb je een grotere sweet spot, waarmee je meer en zeer nauwkeurig effect kunt geven, terwijl er minder afbuiging optreedt ten gevolge van doorslippen.

  • Nieuwe technologie
  • Meer controle en spin
  • Minder afbuiging (deflectie)
  • Sterke grip op de bal

Het Kamui 0.98 biljartkrijt is wel prijzig u betaald hier tussen de € 25 en € 30 voor, maar dit is het in mijn ogen wel waard aangezien een krijtje bij dagelijks een uurtje trainen zeker 3 maanden meegaat. Dit is berekend op tussen elke stoot een keer krijten, echter met dit krijt kunt u dit overslaan en is een keer per 10 stoten meer dan genoeg. Reken maar eens uit wat het dan nog kost!

Snijstoot

Onder een snijstoot verstaat men het dun aanspelen van bal 2 en wordt toegepast om bal 2 zo een weinig mogelijk te verplaatsen. Het principe van een snijbal is dat niet het mikpunt binnen bal 2 valt maar 25-26 mm daarbuiten (dit dus in afwijking met het theoretisch mikpunt, waarbij dit wel het geval is), omdat vooral bij het maken van een snijbal mikpunt moeilijk te vinden is maken we gebruik van een hulpmiddel.

Dit hulpmiddel is dat men zich een denkbeeldige (ghostball) bal voorstelt direct naast bal 2 (liefst ietsje daarvoor) en maakt van het hart van deze bal het mikpunt. Men zal zien dat je stootbal mooi dun langs bal 2 loopt, dit moet natuurlijk geoefend worden om zelfvertrouwen op te bouwen in deze methode.

Tevens een hulpmiddel is om als bal 1 op 10 tot 20 cm van bal 2 is gelegen, je gezicht/ogen wat meer boven de twee ballen te plaatsen, je mikpunt te bepalen en hierna weer in je gewone positie zonder je keu te verplaatsen de bal te spelen.Een van de grootste problemen van de snijstoot is de faalangst om de bal te missen, deze angst maakt dat men toch geneigd is om bal 2 wat dikker aan te spelen dan noodzakelijk, waardoor bal 3 net gemist wordt.

Echter de grootste fout van de beginnende biljarter is, dat deze meestal te veel energie in bal 1 wil stoppen, omdat hij denkt dat door de snelheid en massa van bal 1 deze minder van zijn baan zal afwijken dan wanneer rustig gestoten wordt.

Probeer eens als oefening de stootbal rustig aan te spelen waarbij met de keu goed door bal 1 wordt gestoten met een wat losse achterhand.

Massé

Eindelijk na veel trainen en oefenen is het dan eindelijk gelukt om  de ballen te verzamelen, echter nu heb je weer de pech dat de ballen achter elkaar gaan liggen, mooi gezegd bal 3 ligt gemaskeerd door bal 2.

Met dun spelen is bal 3 niet te bereiken en een losse band of doorschieten zal de met moeite bereikte situatie weer verstoren en de ballen uit elkaar drijven.

 

Massé
Massé

Hier kan vaak alleen een goede massé een oplossing bieden, echter de meeste biljarters spelen deze stootvorm op gevoel en de theorie er achter met de vraag: “hoe doe je dat”, wordt vaak met een schouderophalen beantwoord.

Bij deze een poging, om dit fenomeen aan de wat beginnende biljarter uit te leggen. Laten we bij het bovenaanzicht  van de stootbal beginnen, bij een massé wordt alleen de vakken 1, 2, 3 en 4 aan de linker en rechterzijde van de stootbal gebruikt en de gearceerde gebieden worden bij de massé niet gebruikt. Laten we de krachten die bij de massé zich voordoen is gaan bekijken.

Door de hellingshoek van de keu verkrijgen we eenvoorwaartse beweging die naargelang de steilte van de keu een kortere of langere weg zal afleggen, bijvoorbeeld bij een hellingshoek van 85 to 80 graden zal de stootbal na 10 tot 14 cm een ombuiging gaan vertonen en bij een hoek van 45 graden pas na 50 cm, dus hoe verder bal 2 zich van de stootbal bevindt hoe minder steil de keu. 

Even aandacht geven de juiste houding en keuvoering, die noodzakelijk zijn voor een goede massé en piqué.

 

 

Massé
Massé

 

 

Men dient stevig  positie te zoeken aan het biljart met zo weinig mogelijk gewicht op je linkerhand (voor rechthandige spelers) met een achterhand, waarbij we de keu tussen duim en wijsvinger nemen en de stoot maken we, als het ware, dat we de keu in de bal laten  vallen.

 

(vraag eens een goede speler in de vereniging dit voor te doen).  

 

 

 

 

Voor een beginnende biljarter is vaak het bepalen van het mikpunt op bal 2 het moeilijkste om gevoel mee te krijgen, men kan als hulpmiddel de keu eerst horizontaal aanleggen met als stootrichting het zo dun mogelijk aan spelen van bal 2, daarna de keu kantelen met behoud van de stootrichting.

 

Laat het gewicht van de keu zoveel mogelijk het werk doen door de keu op punt 3 op de stootbal te laten “vallen”.

 

 

 

 

Het spreekt voor zelf, dat men pas na enige oefening deze stoot met vertrouwen in een wedstrijd kan toepassen.