HET 0.7 SYSTEEM (1 en 2)
(1)
De speelbal wordt zonder effect gespeeld en met een rustige afstoot en dit patroon kan zowel in de breedte als in de lengte gespeeld worden.
In dit systeem geldt de volgende formule: (VERTREK / 2) – (0.7 * AANKOMST)
Zie onderstaand voorbeeld:
- Aankomst is 15 dus 15 x 0.7 = 10,5
- Vertrek is 30 dus 30 / 2 = 15
- Mikpunt zou dan 15 – 10.5 = 4,5 worden
Let op: ZIE VOLGENDE AFBEELDING
Aangezien de speelbal niet op de lijn van punt 30 naar overzijde punt 4.5 ligt moet deze parallel verschoven worden , totdat deze lijn het hart van de speelbal snijdt.
- Als blijkt dat het biljart “langer“ loopt , kan men eenvoudig de waarde 0.7 veranderen in 0,75 oftewel 3/4.
- Als blijkt dat het biljart “korter“ loopt , kan men eenvoudig de waarde 0.7 veranderen in 0,66 oftewel 2/3.
HET 0.7 SYSTEEM (2)
Indien de bal zonder zijeffect gespeeld wordt , zoals in onderstaand voorbeeld, zal de afstand van vertrek en aankomst op de 3de band 0.8 diamond zijn en aankomst op de 4de band zal op het 5de diamond zijn.
Looplijnen in onderstaand voorbeeld:
- Indien het vertrek 0.5 D verder van D2 is.
- Aankomst is 0.6D naast het vertrek.
- Looplijnen in onderstaand voorbeeld :Indien het vertrek vanuit diamond 1 is.
- Aankomst is 0.5D naast het vertrek.
De berekening gaat als volgt:
De aankomst op de 3de band zou 0.8D zijn bij het standaard mikpunt door de hoek, echter we moeten ca 0.6D verder richting de hoek aankomen op de 3de band. In dit geval gaan we het mikpunt op de 1ste band 0.6 X 0.7 = 0.42D verder opschuiven uit de hoek.
Voorbeeld 1
Er wordt in de lengte van het biljart gespeeld en de basislijn (stippellijn ) is vanuit de hoek rechtsonder diagonaal naar de andere hoek en terug naar de vertrekband, waarbij de aankomst ca 1.6D verder op de korte band ligt als het vertrekpunt.
Om nu onderstaande losse bandstoot op te lossen moet men de invalshoek naar de 2 ballen uitzetten op de korte band en het verschil in aankomst vermenigvuldigen met 0.7.
Dus mikpunt ligt in dit voorbeeld 0.7D naast het mikpunt van de basislijn.
Voorbeeld 2.
Men bepaalt eerst het punt waar de punt van de driehoek de korte band raakt en in onderstaand voorbeeld is dat punt 15, dan bepaalt men zo goed mogelijk punt A aan de vertrekband om de carambole te maken, in onderstaand patroon is dat op 20.
Deze 20 worden vermenigvuldigt met 0.7 =14 en deze worden verschoven ten opzichte van de punt van de driehoek naar de hoek.
Parallel aan deze lijn wordt een lijn door de speelbal getrokken en dit is ons mikpunt M.
Onderstaand voorbeeld voor de ervaren biljarter.
- Geschatte punt van vertrek naar de overstaande lange band is op punt 42.
- Dit delen we door 2 = 21.
- Aankomst is 20 en vermenigvuldigen dit met 0.7 = 14.
- Mikpunt is nu 21 – 14 = 7
HET “30” SYSTEEM – INDEX – HET “PLUS 5” SYSTEEM