Trekstoten

Al verwacht men het niet zo snel, toch heeft deze oefening een opvallende overeenkomst met de vorige oefening. Het gaat hierbij om het bepalen van het mikpunt. Ook hier ligt het mikpunt op de plek waar de lijn van het middelpunt van bal twee naar bal drie bal twee verlaat. (Zie ook oefening zes)

Aanstoorpunten uitleg (vertikaal)
Aanstoorpunten uitleg (vertikaal)

Het aanspeelpunt van de speelbal ligt nu niet bovenin de bal, maar onderin. (Zie stoothoogten)

Ook deze bal dient zonder effect gespeeld te worden. Een trekstoot is een korte, felle stoot waarbij u de keu gerust als het ware door de speelbal heen mag duwen.

Pas hiermee echter op als de speelbal kort op bal twee ligt. U kunt dan heel eenvoudig een biljardé veroorzaken waardoor de carambole ongeldig wordt.

Breng ook bij deze oefening de nodige variatie aan door de hoek tussen de ballen te veranderen als ook de afstand waarop de ballen ten opzichte van elkaar liggen. Ook hier geldt dat het liften van de achterhand kan helpen.

Doe dit echter niet te sterk, anders is de kans op een kets zeer groot aanwezig.

trekstoot-01
Zoals je ziet is ook dit soort ballen na enige oefening prima te verzamelen.

Rappelleren

Als men rappelleren in het woordenboek opzoekt ziet men als omschrijving ‘terugroepen’. Dat men in de biljartsport dit niet letterlijk moet nemen moge duidelijk zijn. Toch geeft deze omschrijving zeer goed aan wat de bedoeling is. Dit geldt dan met name voor bal twee. Onder dit kopje vallen zeer veel spelsituaties.

De volgende hier besproken situaties zijn dan ook een kleine greep uit de zeer grote collectie.

  1. Een ingehouden trekstootje. (Zie ook oefening 7) Probeer de speelbal vol op bal drie terug te laten komen. Indien goed uitgevoerd en niet te hard gespeeld zal er een goede serie positie overblijven om mee te vervolgen.
  2. Speelt bal één zonder effect op trekhoogte aan. Het iets lichten van de achterhand kan helpen de stoot goed uit te voeren.rappelleren-01
  3. Speel dun langs bal twee naar de lange band toe. Probeer te voorkomen dat de speelbal vol op bal drie komt, want dan bestaat de kans dat zij achter elkaar komen te liggen.
  4. Speelt bal twee voor 7/8 vol aan met een ietsje links effect. Pas ook hier op dat u bal drie niet vol raakt.rappelleren-02
  5. Bal twee dient voor ¾ vol te worden aangespeeld met ¼ rechts effect. Stoot af op trekhoogte. Indien u de stoottechnieken voldoende beheerst is afstoten op de amortilijn ook mogelijk. Laatste verdient zelfs de voorkeur.rappelleren-03
  6. Een ogenschijnlijk eenvoudig stootje. Vergis u echter niet in deze situatie. Het zal veel tijd kosten vooraleer u hem echt goed kan uitvoeren. Speelt bal twee voor ¼ vol op rechts aan met ¾ rechts effect. Stoot af op trekhoogte.
  7. Bal twee dient minimaal voor ¾ vol te worden geraakt. Bal drie dient dun aan de oostzijde aangespeeld te worden.rappelleren-04

 

Overhouden – positiespel

MOEILIJKHEDEN OPLOSSEN – ENIGSZINS GEVORDERD POSITIESPEL – MET NOG EEN PAAR NUTTIGE STOTEN VOOR ENKELE BIJZONDERE SITUATIES.

Laten we, voor we echt ingaan op het hogere seriespel, waarbij het zal gaan om het bespelen van bal 3 (klein spel en plaatsen op bal 3) en om de verschillende standaard series zoals die ‘aan de band‘ , ‘óp de lijn‘ , ‘óp het anker‘, ‘op de klots‘ en die ‘met de aai‘ enz. eerst nog even stilstaan bij een paar dingetjes die hun nut hebben in een paar regelmatig optredende situaties, die toch wel netelig zijn. Het zijn dingetjes die bijna allemaal van tijd tot tijd van pas komen bij zowel overhouden in het algemeen als dat in het kleine spel. Een paar van deze onderwerpen zijn kleine kneepjes uit het vak die in de sfeer van het betere werk liggen, maar de meeste ervan kan elke behoorlijke liefhebber onder de knie krijgen. Niet zozeer het kunnen als wel het weten, is het hele eieren eten. Lees verder: Overhouden – positiespel

Spelen op overhouden

Enkele algemene overwegingen omtrent overhouden
Volledige controle op het spel is in biljarten onbereikbaar. Het zou inhouden dat men uit een willekeurige positie kon beginnen en zo lang men maar zou wensen kon doorgaan zonder te missen. Het zou biljarten maar een dode zaak maken. Maar erin uitblinken kan door de meeste spelers wel degelijk bereikt worden. ‘Iedereen die kan leren schrijven kan ook leren tekenen’, is een oud gezegde. Het is niets anders dan een kwestie van studie en oefening om de pen langs andere dan de al bekende lijnen te kunnen leiden. Zo zit het met biljarten. Iedereen die überhaupt kan biljarten kan het ook beter. Iedere speler kan leren dat bij een bepaalde positie een bepaalde stootoplossing waarschijnlijk beter uitpakt dan een andere. Heeft hij die ‘overhoud stoot’ dan geleerd, dan kan hij er nog een leren, enzovoort.

Het belang van systeem bij het oefenen. Lees verder: Spelen op overhouden