Afstoot

afstoot-effect-beja-01Ondanks dat het heel goed mogelijk is om deze stoot te oefenen, zijn er helaas nog steeds veel spelers die de afstoot missen. Natuurlijk zijn er verschillende manieren om de afstoot te nemen. Onderstaande beschreven manier is aan te bevelen voor iedere libre speler. Indien men de stoot goed uitvoert houdt men een zeer goed bespeelbare situatie over.

Je stoot af op rolhoogte en geeft de bal voor 2/3 rechts effect mee. Bal twee speel je op twee derde vol aan. Hiermee beperk je het klotsrisico. Maak er gerust een vlotte tempostoot van.afstoot-01

Nieuw seizoen, nieuwe ballen, nieuw laken

Zoals beloofd een aantal zeer nuttige inspeelstoten, die direct informatie geven over de ballen en/of het laken.

Stootbeeld 1 is de zogenaamde ’twee keer rond’ stoot, bekend van het drie-banden. Speel van hoek naar hoek niet maximaal mee-effect. Eindigt de speelbal op de korte (boven)band dan is de afslag van de tafel lang (nieuw laken), eindigt de speelbal op de lange band, dan is er sprake van een korte afslag. Dit stootbeeld geeft ook meteen een indruk van de snelheid van het laken, maar oude of nieuwe ballen hebben nauwelijks invloed. Lees verder: Nieuw seizoen, nieuwe ballen, nieuw laken

Soms zijn regels best moeilijk (1)

Regels zijn nodig. Daar zullen we het allen over eens zijn. Regels moeten duidelijk zijn. Dat is de ene keer gemakkelijker dan de andere. Onlangs was ik ergens om deel te nemen aan voorwedstrijden. Voor aanvang maakten we, deelnemers, leiding en vrijwilligers, met elkaar kennis, voor zover nodig. En omdat ik door deze schrijfsels inmiddels een redelijke bekendheid geniet, kwam, als zo vaak, het gesprek al gauw op voorvallen tijdens wedstrijden.

Ik ben daar altijd blij mee, want toen dit blad nog als officieeel orgaan van de KNBB fungeerde, kwam het bij elke vereniging maandelijks op de mat en werd het binnen elke vereniging door een aantal mensen opengeslagen. Dat had weer tot gevolg dat ik elke maand meerdere onderwerpen kreeg voorgelegd, waar ik schrijfstof uit kom putten. Ook om deze reden spijt het mij dat dit blad niet meer bij elke vereniging komt. Ik moet nu mijn inspiratie veel meer opdoen door zelf dingen op te merken. Lees verder: Soms zijn regels best moeilijk (1)

Soms zijn regels best moeilijk (2)

Na het vorige schrijfsel, u weet wel, over wat te doen als de speler een bal aanraakt terwijl ze tussentijds in de beginpositie geplaatst worden, ontving ik verschillende reacties.

Twee licht ik er uit. Een ervaren arbiter schreef dat hij de toelichting bij artikel 5204 lid 2 van Spel en Arbitrage Reglement (SAR), dat gaat over het tussentijds in de beginpositie plaatsen, wat verwarrend vindt. Het artikel luidt: worden de ballen tijdens een partij in de beginpositie geplaatst, dan dient de eerstvolgende carambole te voldoen aan het bepaalde in lid 2. Dat wil zeggen dat er direct vanaf de rode moet worden gespeeld. Dat geeft weinig aanleiding tot misverstanden. De toelichting gaat echter verder: maakt de speler een fout, dan is het bepaalde niet van toepassing op de tegenstander. Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. Het lijkt duidelijk genoeg. Terwijl de arbiter bezig is om de ballen ‘op te zetten’ maakt de speler een fout waardoor de ander aan de beurt komt. De arbiter moet het ‘opzetten’ wel voltooien maar het is nu geen beginpositie meer, dus mag er naar eigen keuze worden afgestoten.

Deze arbiter vindt deze teks toch te verwarrend en niet duidelijk genoeg. Want zo schrijft hij, zo is het als de ballen wegens vastliggen ‘opgezet’ moeten worden. Maar als de speler één of meer ballen van de tafel stoot, moeten de ballen ook in de beginpositie geplaatst worden en uit de tekst zou je kunnen opmaken dat de tegenstander die nu aan de beurt komt, dan niet verplicht zou zijn om rechtstreeks vanaf de rode bal te spelen. Daarentegen kun je ook stellen dat de ballen voor de tegenstander in zijn beginpositie geplaatst worden, dus moet hij direct van rood spelen. De briefschrijver geeft als zijn mening dat de tekst van de toelichting bij artikel 5402 lid 2 zou moeten luiden: Worden tijdens een partij de ballen opnieuw in de beginpositie geplaatst dan moet de eerstvolgende carambole voldoen aan het bepaalde in artikel 5204 lid 2. Maar maakt de eerst aan de beurt zijnde speler , nadat de arbiter heeft aangevangen om de ballen in de beginpositie te plaatsen, een fout waardoor de beurt naar de tegenstander gaat, dan is dit bepaalde niet van toepassing voor de tegenstander.
Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. De nu aan de beurt komende tegenstander gaat spelen vanaf de positie die vóór het maken van de fout nog als positie voor de aanspeelbal werd aangemerkt.

Wat deze arbiter schrijft is juist. Het criterium is voor welke speler de ballen in de beginpositie worden geplaatst. Een ervaren en goed opgeleide arbiter zal hier weinig moeite mee hebben. Maar vaak genoeg staat er een gewoon team- of clublid aan de tafel als arbiter. Met wat minder kennis van de arbitrageregels onder de pet. En dan kan deze toelichting best voor verwarring zorgen. En een wat meer uitgebreide toelichting zou denk ik door velen op prijs gesteld worden.

Een andere briefschrijver maakte mij attent op een veel voorkomend fout gedrag. Een bal springt tijdens een partij uit. De speler die de bal van de tafel stoot, vangt of raapt hem op en plaatst die bal meteen op de voorgeschreven stip. Voorbeeld 2: speler maakt zijn laatste carambole maar de tegenstander heeft nog de gelijkmakende beurt. De speler die begonnen is en zijn laatste carambole heeft gemaakt, is de arbiter behulpzaam met het plaatsen van de ballen. Wat doe je als arbiter in zo’n geval?
Als de ballen, voordat hij ze aanraakte, even tot stilstand kwamen, kan zijn laatste carambole niet meer herroepen worden. Je kunt hem dus niet de beurt ontnemen want hij is al klaar en de beurt is al overgegaan op de tegenstander. Je kunt er dus eigenlijk weinig mee. Waar je wel om moet denken is, dat de speler een of meer ballen beetpakt met wellicht bezwete of vettige handen. Daarmee kan hij ongeoorloofde invloed uitoefenen op de loop van de ballen en daarmee de partij van zijn tegenstander beïnvloeden. Dat mag niet. Je zult dus als arbiter de ballen even met een doek moeten schoonwrijven. Uiteraard geef je de speler een vermaning. Doet zo’n speler het later toch weer, dan wordt het anders.
Dan wordt het bewust onsportief gedrag.
Daar hoort een officiële waarschuwing bij.

Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

*** Soms zijn de regels best moeilijk (1) *** Index *** Een begin met valkuilen ***

Nog een keer: Als de bal de wilde wereld kiest …

Een paar stukjes geleden schreef ik over hoe te handelen als een bal uitspringt. Bij driebanden wordt dan de uitgesprongen bal op zijn eigen acquit geplaatst. Of, als het eigen acquit versperd is door een andere bal, op het acquit van die bal_ Bij de andere spelsoorten worden, als een bal uitspringt, alle ballen in de beginpositie geplaatst.

Kort er na werd mij gevraagd om nog eens onder de aandacht te brengen dat, als de ballen in de beginpositie geplaatst worden, de volgende stoot ook als stoot vanuit de beginpositie moet worden uitgevoerd. Je zou denken, als de ballen in de beginpositie geplaatst moeten worden, is het vanzelfsprekend dat de volgende stoot ook verplicht op die manier uitgevoerd moet worden. In de weken erna werd ik er nog een paar keer over aangesproken, dus het lijkt er op dat niet iedereen het even duidelijk vindt. Dat heeft, denk ik, ook wel wat te maken met het benoemen van wat er gedaan moet worden. In de praktijk heet het meestal dat de ballen worden ‘opgezet’. Maar in het reglement heet het dat de ballen ‘in de beginpositie worden geplaatst’ en moet de stoot op de daarbij voorgeschreven manier worden uitgevoerd. Lees verder: Nog een keer: Als de bal de wilde wereld kiest …

Acquitstoot

de Aquitstoot (opstoot)
de Acquitstoot (opstoot)

Speelbal hoog raken met iets rechts tegeneffect, de rode bal voor 3/4 vol raken om deze bij te laten komen. aquitstoot-01a

 

 

 

 

 

 

 

De speelsnelheid, en de aanspeeldikte van bal 2 (de rode) vragen wel enige oefening, er zit een klos in bij verkeerde uitvoering.

Als een bal de wijde wereld kiest

Al eerder heb ik er over geschreven. Een bal wordt wat al te enthousiast weg-gestoten en springt over de rand van het biljart. Hoe er dan gehandeld dient te worden, staat duidelijk beschreven in het Spel en Arbitrage Reglement (SAR). Toch blijkt regelmatig dat de juiste handelwijze niet altijd bekend is.

springende-ballen-01Als een bal uitspringt — ook een bal die er niet uit gaat, maar opspringend de houten omlijsting raakt en terugrolt, wordt behandeld als uitgesprongen — is er een vaste procedure. Dat is echter niet bij alle spelsoorten gelijk. Bij libre, kader en bandstoten is het betrekkelijk eenvoudig. Alle ballen worden in de beginpositie gelegd. Daarbij moeten we er wel op bedacht zijn, dat bij het uitspringen of iets wat er mee gelijkgesteld wordt, onmiddellijk de beurt overgaat naar de andere speler. Lees verder: Als een bal de wijde wereld kiest