Beter leren biljarten begint met het begrijpen van de technieken en natuurlijk deze heel veel trainen, iedereen kan beter leren biljarten. Het kost tijd en energie maar je zult zien dat je op een gegeven moment vooruitgang boekt. Lees verder: Lezen en leren
Tag: oefening
Biljart en toebehoren
- Biljartklok F.A. Bruijns (verkocht)
- D&K Multi Maxi scorebord (verkocht)
- Prisma biljartballen timer (verkocht)
- Prisma guldens biljartklok
- Oefenbiljart 01 (verkocht)
- Oefenbiljart 02 (verkocht)
- Oefenbiljart 03 (verkocht)
- Oefenbiljart 04 (verkocht)
- Oefenbiljart 05 (verkocht)
- Oefenbiljart 06 (verkocht)
- Oefenbiljart 07 (verkocht)
- Oefenbiljart 08 (verkocht)
- Oefenbiljart 09 (verkocht)
- Oefenbiljart 10 (verkocht)
Snij, klosstoot
- Als de hoek van de speelbal met de band zo’n 45o bedraagt, speel dan bal twee halfvol aan. Als de hoek kleiner wordt dient u wat dikker aan te spelen. Omgekeerd geldt uiteraard hetzelfde. Wordt de hoek met de band groter, speel dan dunner aan.
- Wanneer bal twee en drie niet onder een hoek van 90o liggen, wordt het iets anders. Speelt bal twee voor ¼ vol aan en geef ¼ rechts effect mee. Hoe groter de hoek wordt, hoe meer effect men dient mee te geven.
- Spelen op de klots is niet zo moeilijk als het lijkt. Bepaling van het mikpunt geschiedt op dezelfde wijze als bij een trekstoot. (Zie oefening …) Speel zonder effect en niet te hard af.
Tempoplaatsing
Plaats de bal op zo’n 5 centimeter uit een hoek op de tafel. Speel vervolgens de bal met één stoot naar de overliggende korte band en probeer hem op zo’n kort mogelijke afstand van de band tot stilstand te laten komen, echter zonder de band te raken. Als u dit onderdeel goed beheerst, maak het uzelf dan wat moeilijker door de bal op een acquit tot stilstand te brengen.
Bij deze oefening kunt u verschillende variaties aanbrengen door bijvoorbeeld de speelbal eerst via één of meerdere banden te laten lopen of eerst over een bepaald acquit. Wat u ook doet, speel altijd zonder effect en stoot af op rolhoogte. U zult merken dat, hoe eenvoudig deze oefening ook lijkt, het niet makkelijk is de bal exact daar tot stilstand te laten komen waar u dat graag zou willen.
Voer deze oefening uit met een korte- en een lange voorhand.
Drijven met twee ballen
Deze oefening lijkt heel veel op de voorgaande. Het verschil zit hem niet alleen in het aantal ballen maar ook in de zorg om de afstoot. Het doel is echter wel eender als bij oefening één. Probeer de ballen in een rechte lijn met zoveel mogelijk stootjes naar de overliggende korte band te spelen, zonder touché te maken of de ban te raken. U mag uiteraard alleen de speelbal met de keu beroeren. Bal twee duwt u dus telkens heel lichtjes op met de speelbal. Het is dus van groot belang dat u de speelbal goed effectvrij aanspeelt en bal twee precies vol raakt. Doet u dit niet dan verliest u de rechte lijn en zult u weer van voren af aan moeten beginnen. Doe deze oefening eerst zonder gebruik te maken van de lange band. Als u dit goed afgaat probeer hem dan met gebruik van de lange band. Ook bij deze oefening geldt dat hoe meer beurten u nodig heeft, hoe beter het is. U zult merken dat wanneer u gebruik maakt van de lange band, het aantal stoten flink omhoog zal gaan. Dit komt doordat u zowel de speelbal als bal twee een kleinere voorwaartse snelheid zal kunnen meegeven. Deze voorwaartse beweging neemt ook nog eens ietsjes af na het raken van de lange band.
Drijven met een bal
Plaats de bal in één van de hoeken op de tafel, zo’n 5 centimeter bij de banden vandaan verwijdert. Drijf de bal door middel van kleine stootjes in een rechte lijn langs de lange band naar de overliggende korte band. Tel hierbij het aantal stootjes dat u nodig heeft om de overkant te bereiken. Hier geld hoe meer, hoe beter. Een aantal van boven de 35 is haalbaar. Maakt u een touché of raakt u de band, begin dan gewoon weer opnieuw.
Oefeningen
Dit oefenschema is eenvoudig van opzet en voor elke biljarter goed te volgen. Het schema zoals hier gehanteerd wordt is onderverdeeld in meerdere secties. Elke sectie behandelt een stukje techniek van de mooie biljartsport. Alle pagina’s samen vormen de totale verscheidenheid aan stootvormen en de bij behorende technieken welke iedere biljarter in zijn repertoire zou moeten hebben.
Dit zijn vrij simpele voorbeelden voor beginners.
Voor meer gevorderde spelers kijk bij “Lezen en Leren” of bij onze “PDF boeken” en “Video’s“.
Masqué of achter elkaar
Elke speler weet direct wat wordt bedoeld met ‘achter elkaar’. Van Bal 3 kan dan niet worden gespeeld omdat Bal 2 in de weg ligt. Vaak kan, als de afstanden relatief kort zijn, met een kopstoot of een losse bandstoot toch worden gecaramboleerd. Als de afstand tussen Bal 2 en Bal 3 groter wordt, is de losband vaak geen optie meer en de massé bepaald niet eenvoudig. Kan ook niet meer worden doorgestoten, dan resteert een oplossing over één of meer banden.
Figuur 1 Dit stootbeeld werd in één partij tweemaal op prachtige wijze opgelost door Peter Volleberg in een topteam wedstrijd. (dus op de grote tafel). Voorwaar geen eenvoudige opgave. Bij nadere studie blijkt dat de speelwijze minder lastig is dan aanvankelijk wordt gedacht. De kunst is namelijk de speelbal zo neutraal mogelijk te raken dit wil zeggen zonder hoog of zij-effect, indien mogelijk in het hart van de speelbal. Ten eerste is dan het raakpunt op de band goed te bepalen en ten tweede krijgt de speelbal door bijvoorbeeld trek- of door-schieteffect geen ongewenste curve die de stoot veel moeilijker maakt. Lees verder: Masqué of achter elkaar
Doorschieten met amorti
Doorschietstoten komen in het biljartspel veel minder voor dan trekstoten. In het algemeen is voor een geoefende speler de trekstoot geen geheim meer en als ook nog amorti moet worden gespeeld, dan raak je de speelbal toch iets hoger.
Hoe anders ligt dit als wordt doorgestoten. Bijna altijd wordt te veel snelheid aan de speelbal gegeven, hetgeen verzamelen niet ten goede komt. Toch is oefenen op amorti met doorschieteffect heel nuttig. Hier een drietal voorbeelden met een erg dankbare afloop. Lees verder: Doorschieten met amorti
Ken uw sport – Biljarten
INHOUD Per hoofdstuk:
Algemeen gedeelte
I Materiaal en spelregels
II Houding en afstoot
III Stoottechniek
IV Dikte van aanspelen en vaartoverdracht op de 2e bal
V Afkaatsingshoek van bal 1 en 2
VI Invloed van het verticale of hoog effect
VII Het theoretische mikpunt
VIII Werking van het zij-effect
De verschillende stootvormen
IX De Trekstoot
X De Doorschietstoot
XI De Snijstoot
XII De Amorti
XIII De Klotsstoot
XIV De Ontmoetingsstoot
XXIV De Losse-Bandstoot
XVI De Piqué en de Massé
XVII De Piqué
XV1II De Massé
Het kleine spel
XIX Het Verzamelen
XX Het Plaatsen
XXI liet Libre-spel
XXII Het Cadre-spel
Het driebandenspel
XXIII Het Diamond Systeem (verkort)
XXIV Dc Losse-Bandstoot
XXV Verdedigend spel en het vermijden van de klots Lees verder: Ken uw sport – Biljarten