Doorwerken, maar niet overhaasten

Als je, zoals wij, met twee processen tegelijk bezig bent, ligt het gevaar op de loer dat je je laat regeren door de geplande ‘deadline’. Goed en snel zijn wel broer en zus, maar geen onafscheidelijke tweeling. Een ander gevaar is, dat je wilt proberen om letterlijk alles, wat er maar te bedenken valt, te regelen. Ook dat is niet goed. Want dan blijf je eindeloos doormodderen.

Het proces naar een hernieuwd samengaan van KNBB en KVC ligt aardig op koers. De eerste concrete toekomstgerichte uitwerkingen zijn inmiddels zichtbaar gemaakt. Nu volgt een periode van toetsen, schaven en weer toetsen Zo moet er straks een bond komen te staan, die toekomstbestendig en vuurvast is. Een belangrijke voorwaarde voor het welslagen is het elkaar leren kennen. En dan niet dat handjevol bestuurders, maar de brede onderlaag. Op dat niveau moeten we elkaar leren kennen. Daar hoort belangstelling voor elkaar bij. Met elkaar van gedachten wisselen. Elkaar daarvan op de hoogte brengen. En weer: niet dat groepje bestuurders, maar de brede laag eronder. Want het wel of niet slagen van een samenvloeiing wordt niet bepaald door bestuurders, maar door de ‘bestuurden’.

Een ander, niet minder belangrijk proces waarvoor het startschot gelost is: het ver-nieuwen van onze organisatie. Proberen om het biljartspel en de biljartsport weer aantrekkelijker te maken. Dat is niet eenvoudig. Voor de jonge mensen die we graag willen boeien, moet de boel wat minder oubollig worden. Voor de ‘wat min-der jong, maar nog wel kwiek’ onder ons, is het oubollige soms juist iets waar we van houden. De grote kunst is om het zo te bedenken dat modern en oubollig kunnen samen-wonen. De eerste stapjes op dit pad waren nog een beetje wankel. De brede oproep om ‘input’ heeft nauwelijks iets opgeleverd. Het gevaar is dan dat de mensen die er de schouders onder wilden gaan zetten, zeg-gen: dan zullen we zelf wel iets bedenken Dat is wat er nu aan het gebeuren lijkt te zijn en dat is niet goed.

Zit_dat_zo-02De voornemens waren alleen maar goed. Maar er was een werkplan dat onvoldoende doorgedacht is. Onvoldoende breed is, ook. Wil je echte vernieuwingen, die niet alleen maar veranderingen zijn, maar vooral verbeteringen, tot stand brengen, dan moet je het zo breed mogelijk aanpakken. Als noodzakelijke input niet gebracht wordt, moet je het gaan halen. Dan moet je manieren vinden om het te halen. Want die input moet er komen, zonder zal er geen succes zijn. Het is een kunst om in zo’n proces niet ongeduldig te worden. Ongeduld is een van de grootste struikelblokken in een proces. We kunnen ons geen mislukking meer veroorloven. Want als we er niet in slagen om jongere mensen te enthousiasmeren, hebben we binnenkort nog alleen bejaardentehuizen als clublokaal.

Ik ben van nature een optimistisch mens. Ik geloof, nee ik ben er van overtuigd, dat het nog steeds kan lukken. We moeten wel aan voorwaarden voldoen. Luisteren. Want de belangrijkste pijler onder succesvolle vernieuwing is het leren kennen van en begrip hebben voor je doelgroep. De mensen die al biljarten en die we niet mogen kwijtraken. De mensen die nog niet biljarten maar die we wel graag aan het biljarten willen krijgen. Leren kennen en begrip krijgen doe je tussen en luisterend naar je doelgroep. Dat is een heel langzaam voortkruipend proces. Dat moeten we z’n tijd geven. Niet te gauw teleurgesteld zijn. De sterkste bomen groeien langzaam.

Ook belangrijk: niet vragen wat móet ik doen, maar wat kán ik doen.

Bron: Biljart Totaal (juni 2014)
Auteur: Piet verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

Het hebben van jeugd is het krijgen van toekomst

jeugd-biljart-02Na mijn vorige bijdrage mocht ik enkele reacties ontvangen. Ik krijg er wel vaker, het is altijd plezierig en ook nuttig om te horen of te lezen hoe mijn spinsels overkomen. Ik licht er twee uit.

De ene reactie, een onderstreping van wat ik had geschreven, was van iemand, die nog niet zo lang geleden jeugdlid was. Ik heb haar wel eens bij de jeugd in actie gezien. Inmiddels is ze nog steeds wel jong, maar niet meer jeugdlid. Na het overgaan van jeugd naar senioren is ze gelukkig wel actief gebleven. Ik heb in het verleden eens aan jeugdleiders, van twee districten met een lange traditie van veel jeugd, gevraagd of zij aan konden geven hoeveel jeugdbiljarters, die niet tot de aansprekende talenten behoorden, bij het ouder worden waren blijven biljarten. Van geen van de twee heb ik een antwoord gekregen. Lees verder: Het hebben van jeugd is het krijgen van toekomst

Het tij keren, hoe moet je dat doen?

jeugd-biljart-02Welhaast iedereen die de toekomst van onze bond ter harte gaat en niet slechts vanaf de kant toe wil zien, breekt zich het hoofd over de vraag hoe de terugloop gekeerd kan worden. Of zelfs veranderd in een toename van aangesloten biljarters.

Het probleem is niet van vandaag of gisteren en beslist niet eenvoudig. De instroom van jeugd is bijna tot stilstand gekomen, de mensen die zich de laatste jaren als nieuw lid aanmelden, zijn vrijwel allemaal mensen die stoppen met werken. Die mensen, het klinkt misschien een beetje ongevoelig, heb je maar voor een korte tijd. Als je de middelbare leeftijd bent gepasseerd, wordt de gezondheid steeds minder vanzelfsprekend. Ook de conditie of het minder worden ervan— als je georganiseerd biljart heb je echt wel een behoorlijke conditie nodig — gaat een steeds grotere rol spelen. Al jaren proberen we manieren te bedenken om het biljarten weer voor jongere mensen aantrekkelijker te maken. Want daar moeten we ons tenslotte op richten. Op mensen wier lidmaatschap dertig of veertig jaar kan duren. Lees verder: Het tij keren, hoe moet je dat doen?

Moderne materialen deel II

Dick Helmstetter, de ontwerper en fabrikant van de beroemde Adam-keu, woonde en werkte zo’n 25 jaar geleden in Japan. Voor twee wereldtopspelers van toen, Kobayashi en Yoshihara, maakte hij biljartkeuen zoals zij deze graag hadden. Kobayashi speelde bij voorkeur met een nogal stug (lees: weinig elastisch) topeind en een medium-softe pomerans. Yoshihara daarentegen gaf de voorkeur aan een flexibeler topeind met een hardere pomerans.

Dick voldeed aan hun wensen, maar was ook nogal vertwijfeld. Wat zou hij aan een keu kunnen veranderen om zulke topspelers aan nog betere resultaten te helpen? Door zijn andere grote liefde, de golfsport, verloor hij de interesse in het biljarten en werd als vice president van Callaway Golf verantwoordelijk voor de R&D division. Hij liet de golfwereld versteld staan van zijn ‘Big Bertha’ een driver die zomaar dertig tot vijftig meter verder sloeg dan de conventionele clubs. „Zo’n duidelijke verbetering heb ik met een biljartkeu nooit kunnen bewijzen”, liet hij me tien jaar geleden al weten. Lees verder: Moderne materialen deel II

Moderne materialen deel I

In het maartnummer van Biljart Totaal schreef ik over een nieuw type topeind dat onder de naam Predator zijn intrede in de carambole wereld deed. Zoals reeds vermeld komen bijna alle vernieuwingen uit de wereld van het pool biljarten, u weet wel het spel met de 15 bont gekleurde en genummerde ballen en één witte speelbal op een biljarttafel met 6 gaten.

Het spel komt uit de Verenigde Staten en wordt ook bij onze jeugd steeds populairder. In Amerika spelen tussen de dertig en veertig miljoen mensen tenminste een paar keer jaar een ‘potje pool’. Voor fabrikanten van keus en pomeransen is zo’n markt groot genoeg voor de ontwikkeling van nieuwe (lees verbeterende) producten. Naast Predator zijn er voor poolkeuen High Tech-toppen van inmiddels zes verschillende fabrikanten, elk met unieke specifieke eigenschappen, die het spelen van het poolspel ten goede zou moeten komen. Lees verder: Moderne materialen deel I

Nieuwe badges voor arbiters

badges-knbb-arbiters-02
De nieuwe serie badges voor gekwalificeerde arbiters met, één, twee, drie of vier sterren.

Binnen de Commissie Arbiters is in het afgelopen jaar gewerkt om de ‘wildgroei’ van badges, waar-mee de clubarbiters, districtsarbiters, gewestelijk arbiters en nationale arbiters worden gekenmerkt te vereenvoudigen.
Eenheid heeft ertoe geleid dat er een nieuw ontwerp van de badge is gemaakt, die qua hoofdmotief hetzelfde kenmerk heeft en waarbij het aantal afgedrukte sterren correspondeert met het aantal examens die door de arbiters zijn afgelegd. Wie begint met arbitreren en het
basisexamen succesvol heeft afgelegd krijgt met ingang van 2015 een badge met één ster. Aan te duiden met Arbiter 1. Twee examens, dus na de basisopleiding de cursus voor de huidige functie van districtsarbiter, levert de badge met twee sterren op en de benaming Arbiter 2.
Het vervolg mag duidelijk zijn. Wie gewestelijk arbiter is of wordt krijgt een badge met drie sterren (Arbiter 3) en voor de groep nationale arbiters is de badge met vier sterren (Arbiter 4) beschikbaar.

De nieuwe badges wordt vanaf 1 januari 2015 verstuurd.