In reglementen kun je veel regelen. Maar hoe goed en uitgebreid je dat ook probeert te doen, er blijven altijd misverstanden mogelijk. Als zo’n misverstand een beetje voor de hand liggend is, probeer je het reglement beter dicht te timmeren. Je kunt echter onmogelijk alles, wat mogelijkerwijs zou kunnen voorkomen, voorzien.
Een lezer schreef mij over een aardig voorbeeld van een artikel waaromtrent misverstanden leven. Het gebeurde tij dens een finalewedstrijd. Speler A maakt een carambole en de arbiterannonceert ‘één’. De volgende stoot is mis. De arbiter, wellicht even afgeleid, annonceert vervolgens ‘noteren, nul de heer A, nul’, Foutje! Lees verder: Een misverstand dat gemakkelijk ontstaat
Als arbiter maak je je beslissingen kenbaar door middel van vast voorgeschreven annonces. Dat is niet voor niets. De annonce moet zodanig duidelijk zijn dat misverstanden zoveel mogelijk uitgesloten worden. Een klein verschil in gebruikte woorden kan de annonce een heel andere lading geven.
Vaak genoeg komt het voor dat, als de arbiter als sein dat de laatste stoot geen carambole heeft opgeleverd, heeft geannonceerd: „Noteren “, de betreffende speler het oordeel van de arbiter in twijfel trekt. Dat mag natuurlijk. De speler mag zich er van overtuigen dat de arbiter zeker is van de juistheid van zijn beslissing. In de meeste gevallen zal de arbiter dan zeggen dat de bal mis was. Maar soms kun je beluisteren dat de arbiter zijn beslissing anders motiveert. Dan is het: „Ik heb hem niet gezien”. Of: „Ik heb hem niet zien bewegen”. Waarschijnlijk zeggen we het, als we een partij ‘staan te tellen’ , allemaal weleens. Maar eigenlijk is het een teken van onzekerheid. Een ietsie pietsie onzekerheid over de juistheid van de beslissing. Als je zegt: „Hij was mis” is dat duidelijk. Je hebt het gezien. Lees verder: Klein verschil in annonce, groot verschil in betekenis
Woorden en uitdrukkingen kunnen soms meer dan één betekenis hebben. Ook komt het voor dat een woord van lieverlee een heel andere lading krijgt dan oorspronkelijk is bedoeld. Kom je een woord weer tegen als naam voor iets heel anders.
In onze biljartwoordenschat kennen we natuurlijk het woord doorduwen. Of in de volksmond ‘doordouwen’. We bedoelen er een biljardé mee. Zo’n stoot waarbij de pomerans nog in contact is met de bal op het moment dat de speelbal een andere bal of een band raakt. Ook kennen we de term ‘duwend stoten’. Het tegenovergestelde van ’trekkend stoten’. Wie een beetje theoretisch onderlegd is, weet natuurlijk dat de termen ‘duwend’ en ’trekkend’ stoten niet slaan op het naar voren of naar achteren laten bewegen van de speelbal.Trekkend stoten is een wat kortere en iets fellere afstoottechniek. Duwend stoten is een iets tragere stoottechniek, waarbij de keu iets minder abrupt tot stilstand komt. Lees verder: Een merkwaardig misverstand