Snijstoot

Onder een snijstoot verstaat men het dun aanspelen van bal 2 en wordt toegepast om bal 2 zo een weinig mogelijk te verplaatsen. Het principe van een snijbal is dat niet het mikpunt binnen bal 2 valt maar 25-26 mm daarbuiten (dit dus in afwijking met het theoretisch mikpunt, waarbij dit wel het geval is), omdat vooral bij het maken van een snijbal mikpunt moeilijk te vinden is maken we gebruik van een hulpmiddel.

Dit hulpmiddel is dat men zich een denkbeeldige (ghostball) bal voorstelt direct naast bal 2 (liefst ietsje daarvoor) en maakt van het hart van deze bal het mikpunt. Men zal zien dat je stootbal mooi dun langs bal 2 loopt, dit moet natuurlijk geoefend worden om zelfvertrouwen op te bouwen in deze methode.

Tevens een hulpmiddel is om als bal 1 op 10 tot 20 cm van bal 2 is gelegen, je gezicht/ogen wat meer boven de twee ballen te plaatsen, je mikpunt te bepalen en hierna weer in je gewone positie zonder je keu te verplaatsen de bal te spelen.Een van de grootste problemen van de snijstoot is de faalangst om de bal te missen, deze angst maakt dat men toch geneigd is om bal 2 wat dikker aan te spelen dan noodzakelijk, waardoor bal 3 net gemist wordt.

Echter de grootste fout van de beginnende biljarter is, dat deze meestal te veel energie in bal 1 wil stoppen, omdat hij denkt dat door de snelheid en massa van bal 1 deze minder van zijn baan zal afwijken dan wanneer rustig gestoten wordt.

Probeer eens als oefening de stootbal rustig aan te spelen waarbij met de keu goed door bal 1 wordt gestoten met een wat losse achterhand.

Doorschieten

Het principe van een doorschietbal is dat niet zoals bij een trekbal het mikpunt aan de voorzijde van bal 2 moet worden gezocht maar aan de achterkant, omdat vooral bij het maken van een doorschietstoot het theoretisch mikpunt belangrijk is, gaan we er nog 1 keer in detail op in.

Doorschieten
Doorschieten

Zie het figuur hiernaast, als u nu wilt doorschieten trekt u in gedachten een lijn uit het hart van bal 3 naar het hart van bal 2, het punt waar nu deze lijn bal 2 binnenkomt is het mikpunt (m) Wanneer u bal 1 ongeveer 2 cm boven de horizontale hartlijn raakt en het punt m als mikpunt gebruikt zal u bal zeker met bal 3 caramboleren.

Echter de grootste fout van de beginnende biljarter is, dat deze meestal te veel energie in bal 1 wil stoppen, omdat hij bang is dat bal 1 na het raken van bal 2 niet goed het over de koprollend effect zal krijgen en dat de stootbal bal 3 niet zal bereiken.

Probeer eens als oefening de stootbal rustig aan te spelen waarbij met de keu goed door bal 1 wordt gestoten met een wat losse achterhand. U zal zien dat als u dat goed onder controle krijgt het een belangrijk onderdeel wordt in het “overhouden” voor de volgende stoot.

Driebanden

3-banden-01Het driebandenspel kan, evenals bij het librespel, zowel op de grote als op de kleine tafel worden gespeeld.

Evenals bij het bandstoten ontbreken bij het driebanden de lijnen op het speelvlak.
Bij het driebanden is een carambole pas geldig nadat de speelbal ten minste drie banden heeft geraakt vóórdat die bal de derde bal raakt. Het mag uiteraard ook driemaal dezelfde band zijn. Het raken van de banden mag dus geschieden op elk moment vóór of na het raken van de tweede bal, mits dat raken maar gebeurt vóór het raken van de derde bal.
Ook hier geldt dus dat het gelijktijdig raken van de band en bal drie in strijd is met de reglementen en dus geen geldige carambole oplevert.

arbitrage-driebanden-01 Lees verder: Driebanden