Zelfs mijn vrouw is regelmatig jaloers op de aandacht die mijn Longoni’s en hun Kamui’s krijgen, het blijft schipperen…….
Beter leren biljarten begint met het begrijpen van de technieken en natuurlijk deze heel veel trainen, iedereen kan beter leren biljarten. Het kost tijd en energie maar je zult zien dat je op een gegeven moment vooruitgang boekt. Lees verder: Lezen en leren
Frans is geboren op 5 november 1964 in Amsterdam en woont momenteel in Hoofddorp. Frans biljart al vanaf zijn 10e levensjaar, tot zijn 16e bij de jeugd en vanaf die tijd in de Nederlandse top. In het seizoen 2016/2017 speelt Frans van Schaik in de eredivisie bij Royal Pro uit Vlaardingen met onder andere: Nikos Polychronopoulos en Semih Sayginer. En in de 1e divisie van België met Ronny Daniels en Kay de Zwart.
Hij speelde voorheen voor de teams Inter Amusement, Buffalo en GSA Schiphol. Hij was uitbater van “Biljart en Dartcentrum Osdorp” in Amsterdam.
Verder heeft hij in 2015 een boekwerk over driebanden uitgegeven ‘More Easy Diamonds‘ wat ook losbladig is te verkrijgen.
Dit oefenschema is eenvoudig van opzet en voor elke biljarter goed te volgen. Het schema zoals hier gehanteerd wordt is onderverdeeld in meerdere secties. Elke sectie behandelt een stukje techniek van de mooie biljartsport. Alle pagina’s samen vormen de totale verscheidenheid aan stootvormen en de bij behorende technieken welke iedere biljarter in zijn repertoire zou moeten hebben.
Algemeen gedeelte
I Materiaal en spelregels
II Houding en afstoot
III Stoottechniek
IV Dikte van aanspelen en vaartoverdracht op de 2e bal
V Afkaatsingshoek van bal 1 en 2
VI Invloed van het verticale of hoog effect
VII Het theoretische mikpunt
VIII Werking van het zij-effect De verschillende stootvormen
IX De Trekstoot
X De Doorschietstoot
XI De Snijstoot
XII De Amorti
XIII De Klotsstoot
XIV De Ontmoetingsstoot
XXIV De Losse-Bandstoot
XVI De Piqué en de Massé
XVII De Piqué
XV1II De Massé Het kleine spel
XIX Het Verzamelen
XX Het Plaatsen
XXI liet Libre-spel
XXII Het Cadre-spel Het driebandenspel
XXIII Het Diamond Systeem (verkort)
XXIV Dc Losse-Bandstoot
XXV Verdedigend spel en het vermijden van de klots Lees verder: Ken uw sport – Biljarten
Iedere biljarter heeft een ‘eigen’ afstoot. Deze komt tot stand doordat de speler met zijn stootarm- en hand de keu tegen de speelbal ‘stoot’ . De snelheid waarmee de keu de bal raakt bepaalt grotendeels de loop van de speelbal. De achterhand, de pols, de onderarm en in mindere mate de bovenarm maken eerst een achterwaartse beweging om daarna de ongeveer 500 gram wegende keu tegen de speelbal (200 gram) voorwaarts te stoten (zie tekening).
Op het eerste gezicht lijkt dit voor alle spelers hetzelfde, maar schijn bedriegt. Sterker nog iedere speler heeft zijn eigen karakteristieke afstoot! Want de combinatie van hand, pols, onderarm genereert een slingerbeweging die zeker niet lineair is en vaak van afstoot tot afstoot zal verschillen. Dit komt het beste tot uiting bij de trekstoot: hoe meer versnelling nog aanwezig is in de afstoot als de pomerans de speelbal treft hoe groter het ’trekeffect’ op de speelbal: Lees verder: Techniek van de afstoot
Kent u een biljartschool of bent u een biljartleraar welke niet op deze lijst staat? Geef deze informatie aan ons door, dan blijft deze lijst up to date. U kunt vermeldingen en wijzigingen doorgeven via e-mail aan biljarlessen@be-ja.nl, of via het reactieformulier onderaan de pagina.
Guido is geboren op 4 mei 1992 te Horst aan de Maas, speelt voornamelijk libre op hoog niveau. Volgde een opleiding “sportmanagement en commerciële economie” aan het Johan Cruijff College van 2010 tot 2015. Kreeg les van onder andere: René van Hinthum en zijn vaste begeleider Toon van Heesch, ondertussen krijgt hij ook les van de KNBB hoofdbondstrainer Johan Claessen. Lees verder: Guido Kauffeld