Ivoren ballen

ballen-ivoor-03Het is een algemeen erkende waarheid, dat op een goede tafel met slechte ballen geen resultaten te boeken zijn, maar goede prestaties op een slecht biljart met goede ballen – dat is nog wel mogelijk!
Hieruit blijkt wel van welk een eminent belang de ballen zijn.
Het biljartspel wordt gespeeld met drie ballen van volkomen gelijke afmetingen en vervaardigd van ivoor of van een door de Internationale Biljartbond goedgekeurd kunstprocedé. Voor Nederland geldt bovendien dat het bestuur van de Koninklijke Nederlandsche Biljartbond de ballen voor gebruik in officiële wedstrijden dient goed te keuren. Twee hebben de kleur van wit, gepolijst ivoor; de derde is rood of van een andere kleur zich aanpassend bij die van het laken. De voorgeschreven diameter van de ballen bij officiële wedstrijden is 61 à 61,5 mm (voor ivoor), en 62 à 62,5 mm (voor kunstprocedé). Eén van de witte ballen is gemerkt met twee onuitwisbare ronde zwarte stippen van ongeveer 1 mm middellijn, één aan elk van de uiteinden van een middellijn van de bal (gemerkte bal).

De rode ivoren bal verkrijgt men door deze uit te koken met grenadine, hierdoor krijgt deze zijn mooie diep rode kleur.

ballen-ivoor-01Goede ivoren biljartballen worden gedraaid uit de slagtanden van de wijfjesolifant. Het ivoor van de slagtanden van de mannetjesolifant is hard en zwaar en weinig elastisch en daardoor kunnen er geen ‘gevoelige’ ballen uit worden gedraaid. Het ivoor van de wijfjesolifant daarentegen is zacht, licht en elastisch en dit is dan ook het ivoor dat bij uitstek geschikt is voor het fijne, subtiele biljartspel en dat men in de kringen van de goede wedstrijdspelers betitelt met ‘Zanzibar léger’, dat wil zeggen, licht Zanzibar-ivoor. Velen spreken er hun verwondering over uit, dat er jaar in jaar uit nog zoveel olifanten geschoten kunnen worden om aan de ontzaglijke vraag naar ivoren ballen te kunnen voldoen. Over de gehele wereld toch wordt het biljartspel beoefend en er zijn jaarlijks (ondanks de stijgende vraag naar ballen van kunstprocedé) zoveel ivoren biljartballen nodig, dat de olifant vermoedelijk al lang zou zijn uitgeroeid, indien dat waar was dat uitsluitend ten behoeve van de vraag naar biljartballen op olifanten werd gejaagd. Dit is daarom net het geval omdat, ballen gedraaid uit tanden van een geschoten olifant, ten gevolge van de zogenaamde natuurlijke sappen, die zich in het verse ivoor bevinden, voor het biljartspel ongeschikt zijn. De slagtanden waarvan de biljartballen worden gemaakt, worden op bepaalde plaatsen opgegraven. Men haalt ze uit zogenaamde olifanten-kerkhoven, dus van plaatsen waar, wie weet hoe lang geleden en door welke oorzaken dan ook, enorme kudden olifanten de dood vonden. En nu is het merkwaardig dat zelfs opgegraven tanden, die dus oeroud kunnen zijn, voor direct gebruik nog geen biljartballen opleveren die voor eerste klasse biljartspel geschikt zijn.
ballen-ivoor-02De daaruit ruw gedraaide ballen moeten eerst nog ongeveer drie jaar in een zogenaamde droogkamer liggen; dan pas kunnen er wedstrijdballen van worden gemaakt.

Ivoren ballen die voor belangrijke toernooien worden gebruikt, moeten voorts nog aan de volgende eisen voldoen:

  1. de ballen moeten precies dezelfde diameter hebben, er mag geen verschil van een deeltje van een millimeter zijn;
  2. de ballen moeten gelijk van gewicht zijn;
  3. de ballen moeten een grote elasticiteit bezitten;
  4. het ivoor van de ballen moet homogeen zijn, zodat het gewicht van de ene helft van de bal (onverschillig in welke stand de as der hartpunten geplaatst wordt) gelijk is aan het gewicht van de andere helft. Het komt voor dat honderd en meer ballen op deze eigenschap worden onderzocht (in een bak met kwik) en dat met tot de slotsom komt dat niet één bal aan de ies van homogeniteit of centriciteit voldoet;
  5. het gewicht moet liggen tussen 210 en 220 gram per bal (bij een afmeting van 61 à 61,5 mm).

Ivoor is uiterst gevoelig voor tocht en temperatuurwisselingen, die onvermijdelijk kleine scheurtjes in de ballen veroorzaken. Daarom dient men ivoren ballen met de pijnlijkste voorzichtigheid te behandelen, ze steeds behoeden voor tocht en plotselinge overgangen van warmte in koude en omgekeerd en ze direct na afloop van het spel op te bergen in tochtvrije schuifdozen (liefst in watten gewikkeld).

ballen-ivoor-04In ca. 1750, nadat twee eeuwen lang houten ballen waren gebruikt, deden ivoren ballen hun intrede in het biljartspel. Tegen het einde van de 19e eeuw kreeg de ivoren bal concurrentie van de kunstballen. Men vervaardigde onder andere ballen van papier-maché (zwaar geperst papier), die aan de goede spelers geen bevrediging schonken. Ook zag men biljartballen met een stenen kern en een bedekking van celluloid. Deze gaven slechts zeer matige bevrediging. Toen kwam de bal van kunsthars, de zogenaamde glazen bal, waarmee men goed kon trekken, maar minder goed piqueren en masseren. Deze kunstballen, waarvan Duitsland een grote leverancier was heeft men in de 20e eeuw zeer geperfectioneerd; men heeft ze thans met dezelfde soortelijk gewicht als ivoor en ze bieden vele voordelen.
Ze zijn niet onderhevig aan temperatuursverschillen, ze krimpen niet, zetten niet uit, zijn zeer elastisch en behoeven niet te worden afgedraaid; ze zijn homogeen. Er zijn nu vele merken compositieballen in de handel, waarvan de K.N.B.B. er na grondig onderzoek een aantal voor gebruik in officiële wedstrijden heeft goedgekeurd.

IvorenBal-03
Door de vaal geworden rode bal uit te koken met grenadine krijgt deze weer zijn mooie diep rode kleur.

Kunststoten

kunststootHet kunststoten ook wel “artistiek” genaamd, is een zeer spektaculaire spelsoort. De stootbeelden die de balgoochelaars bij dit fraaie onderdeel van de biljartsport in een carambolage moeten zien om te zetten, staan weliswaar vast, maar dat mag niet verhinderen dat het kunststoten toch iedere keer weer iets verbazingwekkends is om naar te kijken. Het kunststoten is om technische redenen, ook de enige spelsoort die nog met ivoren ballen wordt gespeeld.

Er zijn in totaal 68 stootbeelden, ook wel figuren genoemd, voorgeschreven. Ieder figuur heeft zijn eigen puntencoëfficiënt, die door de moeilijkheidsgraad vooraf wordt bepaald. De stootbeelden zijn in 34 groepen van twee figuren onderverdeeld. Het maximaal te behalen aantal punten bedraagt 500 punten.

Er zijn zeven verschillende soorten technieken in het kunststoten. Bandstoten, doorschietstoten, doorschiettrekstoten, kopstoten, trekstoten, zweepslagdoorschiettrekstoten, zweepslagtrekstoten.  Een speler heeft voor ieder figuur drie pogingen ter beschikking.

Men gebruikt voor kunststoten een veel zwaardere keu dan voor het libre en driebanden. Deze zijn speciaal ontworpen om de grote krachten en effecten te kunnen overbrengen op de bal.

 

Ferrule (beentje)

Ferrule-CaromDe verschillende kwaliteiten, merken en prijzen van ferrule’s lopen sterk uiteen, hier een lijst van merken en hun hardheidsscore. De prijzen lopen uiteen van € 1,50 tot circa € 12,00 voor de duurdere materialen.

Keudoppen worden gebruikt om het topeind van de keu te beschermen tegen barsten of splijten. Op deze ferrule lijmen we de pomerans en tegenwoordig over het algemeen de gelaagde pomerans. Deze doppen hebben verschillende benamingen. Van oudsher worden ze beentjes genoemd omdat ze vroeger van ivoor werden gemaakt. Tegenwoordig worden ze meestal van kunststof gemaakt en bestaan er benamingen zoals beentje, kunstivoor, keudop, ferulle en keuhuls. Een van de meest bekende is de Cerocite huls, dit is de vervanger voor het ivoren beentje. Lees verder: Ferrule (beentje)

Van olifant naar biljartbal

Waar zijn die goede oude tijden gebleven, dat olifanten nog grondstof waren voor de ivoren biljartbal?

ballen-ivoor-03In de jaren vijftig van de vorige eeuw kreeg een aantal biljarters wat setjes met ballen om eens uit te proberen. Ook de grote Nederlandse speler Piet van de Pol was één van de gelukkigen.
Er was namelijk iets nieuws aan de hand op het biljartballenfront:

Kunststof
De vraag naar ivoor was te groot geworden en daarom werd er gezocht naar een alternatief, dat het oorspronkelijke materiaal zo dicht mogelijk naderde. Nadat iedereen klaar was, werden de bevindingen verzameld en doorgegeven aan TNO. Het tijdperk van de ivoren biljartbal was voorbij.

Hout
Voor 1746 was hout nog de grondstof. Toen de overstap naar ivoor werd gemaakt werd ook zo ongeveer het carambolespel met drie ballen geïntroduceerd. Olifanten werden geschoten om uit hun slagtanden de ballen te draaien. Vooral de wijfjes moesten oppassen, want hun ivoor is licht, zacht en elastisch.

Ook dode olifanten werden opgegraven. Het materiaal dat in de graven werd aangetroffen stond bij de top van de wedstrijdspelers bekend als Zanzibar léger ofwel licht Zanzibar-ivoor. Als dit was gewonnen aan de Afrikaanse rivierbeddingen werd het verscheept naar de markten in Antwerpen en Londen.
De vraag werd dus te groot en zo kwamen te veel olifanten om het leven. En prins Bernhard had de dierenliefhebberij opgepakt, dus werd het eens tijd om wat biljarttoppers uit te nodigen voor het vinden van nieuw, olifantvriendelijk materiaal. En dat werd dus kunststof.

Wereldkampioenschappen
Toch lagen er op het wereldkampioenschap van 1965 nog de klassieke, ivoren ballen op tafel. Maar in deze eeuw zijn er nog maar heel weinig mensen die hiermee spelen. Alleen de kunststoters houden hieraan vast en dan nog alleen maar in Nederland.
Dit conservatisme komt door de aard van het spel: er zijn 68 verschillende opdrachten, die allemaal een vast aantal beoordelingspunten hebben. Indien opeens een ander soort bal wordt gebruikt, verandert daarmee de moeilijkheidsgraad. De graad van perfectie die in deze discipline heerst is zo hoog dat het nemen van een andere bal zulke gevolgen kan hebben.
Maar ook hier lijken de veranderingen onomkeerbaar en gaat de ivoren bal eruit. De beoordelingen van alle verschillende stoten moeten dan wel worden heringedeeld, omdat ze door het gebruik van een kunststof bal een andere moeilijkheidsgraad krijgen.

ballen-ivoor-02En dan zijn er de liefhebbers thuis. Die koesteren hun oude setjes van decennia geleden, die voor speciale gebeurtenissen weer eens op de tafel worden gelegd. Want alles kan perfect worden nagemaakt, op één ding na.
Er is volgens deze mensen niets, maar dan ook niets dat zo’n geluid maakt als een ivoren bal.