Je moet een beetje soepeler zijn’, voegde een speler in een districtsfinale me onlangs toe tijdens mijn arbitragebeurt. Nu weet ik ook wel, dat ik een Pietje Precies ben, die prijs stelt op exacte handhaving van de regels, maar wanneer iemand in een officiële wedstrijd niet in het voorgeschreven tenue aan het biljart verschijnt, dan kan en mag ik mijn mond niet houden.
Sinds 1 augustus jl zijn de kledingeisen dermate versoepeld, dat het voor iedere speler en arbiter mogelijk is correct gekleed aan een partij te beginnen. Dus ook als een clublidin een officiële wedstrijd als arbiter is uitgenodigd om te arbitreren, dan zal hij in clubtenue moeten aantreden. Zo hoort het en zo gelden de regels voor iedereen, van hoog tot laag. Dus ook voorspelers in de sectie driebanden groot, waar nogal eens eigen regels worden gehanteerd. Ook bij de arbitrage. Onlangs, maakte ik een opmerking over de ruime opstelling van een teamlid/arbiter van de tegenstander en kreeg het onthutsende antwoord ‘Ach, we zijn grote kerels onder elkaar, die moeten toch weten hoe het gaat. Als die ‘arbiter bijna de hele partij op één plaats blijft staan bij de boarding, op zo’n twee meter afstand van de korte band, óók als bij de andere de korte band wordt gecaramboleerd, dan heb ik het moeilijk vooral als de speelbal dan de laatste bal nauwelijks raakt… Lees verder: Losgeslagen regelhandhaving