Als je bij verschillende wedstrijden de arbiter observeert, valt het al gauw op dat bijna elke arbiter een beetje eigen maniertjes heeft. Soms doet dat plezierig aan, soms valt het ook bijna niet op en soms is het zelfs een beetje storend en afleidend.
Een van de eerste vuistregels die je leert als je ambitie hebt om – als je dan toch als arbiter moet fungeren – het dan ook maar zo goed mogelijk te doen, is om te proberen niet op te vallen. Daarmee bedoel ik dat je niet mag proberen om de aandacht op jou als arbiter te vestigen. Sommige arbiters lukt dat heel goed, anderen kost het wat meer moeite. Een enkele keer zie je zelfs iemand als arbiter aan de tafel staan die in de veronderstelling lijkt te verkeren dat arbitreren een soort van entertainen is. Lees verder: De rol van de arbiter wordt gemakkelijk onderschat