Het “paraplu” systeem

SYSTEEM 1  ZONDER EFFECT
(OOK WEL HET PARAPLU SYSTEEM GENOEMD)

Wordt gespeeld: zonder effect, boven de hartlijn van de bal, met een snelle afstoot. De basis looplijnen (door de diamonds) hieronder dienen om de aankomst te bepalen.

driebanden-paraplu-001

De looplijn die bal 2 aan de zijkant raakt, bepaalt de waarde van de aankomst.

DUS NIET DOOR HET MIDDEN VAN DE BAL

driebanden-paraplu-002

SYSTEEM 2 MET EFFECT

Spelen met maximaal mee effect en beslist niet te hard. De basis looplijnen (niet door de diamonds) hieronder dienen om de aankomst te bepalen. Deze lopen dus anders dan bij het paraplu systeem.

driebanden-paraplu-003

Onderstaand 2 spelsituatie’s en een overzicht van de nummering.

driebanden-paraplu-004

 

De formule voor bovenstaande spelsituatie.

Vertrek x aankomst band 2 = mikpunt op band 1

Opgemerkt dient te worden dat het snijpunt van de keu op de binnenzijde van de vertrekband aangehouden moet worden.

Aankomst 7 op band 2 dient vooraf goed ingeschat te worden.

6 x 7 = 42 als mikpunt band 1 .

4 x 7 = 28 als mikpunt band 1 .

Dit systeem werkt vrij goed indien bal 2 en 3 dicht bij een band liggen.

Indien bal 2 en 3 verder van de band afliggen wordt de situatie moeilijker omdat bij vertrek van 6 de bal hoger op band 3 komt als bij vertrek van 4.

driebanden-paraplu-005

Om onderstaande situatie te spelen moeten we het snijpunt op band 3 weten en zoals tezien is in de 2 voorbeelden hieronder zijn dat in dit geval 12 en 18.

driebanden-paraplu-006

We kunnen de eerder genoemde formule toepassen met dit verschil dat de nummering op band 2 een toevoeging krijgt, zie onderstaand voorbeeld.

driebanden-paraplu-007

De rode nummers zijn voor de berekening van het snijpunt op band 3.

Heeft men eenmaal de snijlijn die bal 2 aan de zijkant moet raken gevonden, dan is het dus niet 6 x 7 , maar 6 x 3 en geen 4 x 7  maar 4 x 3

Om nu het mikpunt op band 1 te krijgen, moet men in deze gevallen de 4 en de 6 wijzigen in 40 en 60 en daar respectievelijk 12 en 18 van af trekken.

HET “PLUS” SYSTEEM – INDEX – HET “HOEK” SYSTEEM

Het “plus” systeem

De Stoothoogte: Midden bal
Effect: Twee “pomerans diktes” loopeffect
Stand van de keu: Horizontaal
Snelheid:deze mag beslist niet te snel gespeeld worden.

Is de aankomst te kort speel dan een halve pomerans dikte hoger op de bal. Is de aankomst te lang speel dan een halve pomerans dikte lager op de bal.

Men onderscheid 4 zones waarin het plussysteem zich afspeelt:

ZONE 1: VERTREK VANAF DE 2-DE  T/M  DE 6-DE DIAMOND

ZONE 2: VERTREK VANAF 0 (NUL)  T/M  HET 2-DE DIAMOND EN AANKOMST T/M DIAMOND 4

ZONE 3: VERTREK VANAF 0 (NUL)  T/M  HET 2-DE DIAMOND EN AANKOMST VOORBIJ DIAMOND 4

ZONE 4: VERTREK VOORBIJ DIAMOND 6

ZONE 1

driebanden-plus-001

Als het vertrekpunt tussen de 2de en de 6de diamond ligt dan begint de nummering op de korte band bij 0 (gezien vanaf de hoek) tot 50 voor de middelste diamond.

Voor de vertrekpunten aan de lange band en gespeeld door nul (korte band) geld een plus waarde die de aankomst op de 3de band aanduidt.

Vanuit 20 door nul +17 dus aankomst 37

Vanuit 30 door nul +15 dus aankomst 45

Vanuit 40 door nul +10 dus aankomst 50

Vanuit 50 door nul +5   dus aankomst 55

Vanuit 60 door nul +0   dus aankomst 60

Berekening : AANKOMST – VERTREK = MIKPUNT

Voorbeeld 1:

Vertrek = 30 en aankomst moet 50 worden.

Bij vertrek 30 en mikpunt nul moet er 15 bijgeteld worden dus dan zou men 45 uitkomen en dat is 5 te kort.

Dus is het mikpunt 5 aan de korte band.

Voorbeeld 2:

Vertrek = 20 en aankomst moet 60 worden.

Bij vertrek 20 en mikpunt nul moet er 17 bijgeteld worden dus dan zou men 37 uitkomen en dat is 23 te kort.

Dus is het mikpunt 23 aan de korte band.

ZONE 2

VERTREK vanaf 0 (NUL lange band)  t/m 2de diamond op de lange band en AANKOMST tot en met diamond 4 op de lange band.

driebanden-plus-002

Voor de vertrekpunten aan de lange band tot het 2de diamond geld 1 plus waarde die de aankomst op de 3de band aanduidt.

Dit is voor deze hele zone gelijk; namelijk 20 punten.

driebanden-plus-003

Berekening : AANKOMST – VERTREK = MIKPUNT

Voorbeeld 1:

Vertrek = 15 en aankomst moet 35 worden.

Bij vertrek 15 en mikpunt nul moet er 20 bijgeteld worden dus dan zou men precies op 35 uitkomen.

Dus is het mikpunt 0 aan de korte band voor bovenstaande situatie .

Voorbeeld 2:

Vertrek = 15 en aankomst moet 40 worden.

Bij vertrek 15 en mikpunt nul moet er 20 bijgeteld worden dus dan zou men 35 uitkomen en dat is 5 te kort.

Dus is het mikpunt 5 aan de korte band.

driebanden-plus-004

Bovenstaand schema laat de uitlooplijnen zien naar de 4de band.

Typisch zijn de waarden op de 4de band , die zijn namelijk het dubbele van de 3-de band.

Dus makkelijk te onthouden.

ZONE 3: VERTREK VANAF 0 (NUL)  T/M  HET 2-DE DIAMOND EN AANKOMST VOORBIJ DIAMOND 4

driebanden-plus-005

Berekening : AANKOMST – VERTREK = MIKPUNT

Met de volgende compensaties.

Vertrek van 20 = + 10

Vertrek van 15 = + 15

Vertrek van 10 = + 40

Vertrek van   5 = + 50

 

A=50  V=5   dan is M 45 + 50 = 95

A=70  V=10 dan is M 60 + 15 = 75

A=60  V=15 dan is M 45 + 40 = 95

A=60  V=20 dan is M 40 + 20 = 60

 

Moet de aankomst op de vierde band zijn , dan moet via de aankomst op de 3de band gerekend worden , aangezien aankomst 3de band de ½ is van aankomst 4de band

 

 

ZONE 4 : VERTREK VOORBIJ DIAMOND 6

In deze zone hebben we 2 systemen

 

  1. a) KORT  LANG   LANG  ( de aankomst is ook de vertrek band ) en de korte band links is de aanspeelband
  1. b) KORT  LANG   KORT

driebanden-plus-006

Vertrek  =  benedenhoek (nul) en Mikpunt =  nul op de korte band boven. SPELEN MET EEN SNELLE AFSTOOT

driebanden-plus-007

Normaliter kom je op -20 aan oftewel de 2-de diamond op de lange band. Speel altijd op de punten met eventueel correctie en pas de afstoot niet aan.

Bijvoorbeeld: V = 0   A = 0    M = 20

V = 0   A = 10  M = 10

b ) KLK ( mogelijk vertrek vanaf de korte band of de lange band )

LET OP:

De nummering voor de linker korte band zijn: Mikpunten.

De nummering voor de rechter korte band zijn: Aankomstpunten.

De nummering voor de rechter korte band voor wat betreft de: Vertrekpunten, die blijven gewoon 0-10-20 enz. waarbij 10 in onderstaand voorbeeld ,de eerste diamond uit de rechter beneden hoek is.

driebanden-plus-008

De basis formule: Indien Vertrek = 0 (dus vanuit de hoek) en Aankomst = 50 , dan is het Mikpunt ook 50.

Om het mikpunt te bepalen bij een vertrek anders dan 0 zijn er 2 oplossingen.

  1. a) Vertrek vanuit de korte band

Per merkteken dat we verder uit de hoek van de korte band vertrekken tellen we 2.5 punt af. ( d.i. ¼ van de afstand tussen 2 diamonds) bijv.

V = 10 (eerste merkteken aan de korte band)

A = 60

M= …. ???

Vanuit de hoek speelt men op 60 en vanuit het eerste merkteken trekt men er ¼  punt af , dus mikpunt = 50

  1. b) Vertrek vanuit de lange band

Per merkteken dat we verder uit de hoek van de korte band vertrekken tellen we 10 punten bij. ( dit zijn punten – dus geen diamonds) bijv.

V = -10 (eerste merkteken aan de lange band)

A = 50

M= …. ???

Vanuit de hoek (0) gespeeld zou men op 50 spelen echter vanuit het eerste merkteken -10 worden er 10 punten bijgeteld.

M = 60

MERKWAARDIG en SIMPEL: Spelen met maximaal effect en op harthoogte van de bal. Tempo is ook hier erg belangrijk ( eerst uittesten )

driebanden-plus-009

Vertrek gerekend vanaf snijpunt keu op de band tot de aankomst (= 30 pnt) geeft als mikpunt (de helft van 30 =) 15 vanuit de hoek.

HET “NUL” SYSTEEM – INDEXHET “PARAPLU” SYSTEEM

Het “nul” systeem

VERTREK VANAF DE LANGE BAND EN SPELEND NAAR DE OVERSTAANDE LANGE BAND

Toelichting bij onderstaand voorbeeld.

  1. de witte getallen 15 t/m 50 zijn de vertrekpunten. (V)
  2. de zwarte getallen -20 t/m 30 zijn de aankomstpunten. (A)
  3. de rode 0 is het basispunt van dit systeem.
  4. de witte getallen 0 t/m 50 zijn de mikpunten. (M)
  5. de blauwe getallen 2.5 t/m 12.5 zijn correctie waarden (W)
  6. OPGELET : men speelt de bal door het mikpunt op de omlijsting.

De basisformule voor dit systeem is: (Vertrekpunt – correctie Waarde) – Aankomst = Mikpunt (V – W) – A = M

Dit systeem kan zowel voor losse bandstoten alsook voor het spelen via bal 2 gespeeld worden.

driebanden-nul-001

Eerst moeten we het mikpunt bepalen om op 0 (=Aankomst) uit te komen. In bovenstaand voorbeeld vertrekken we van 50 met mikpunt (50-2.5) om vervolgens via de korte en lange band en daarna schuin overstekend op 0 uit te komen.

Voorbeelden:

Bij een vertrek van 30 moeten we om bij 0 uit te komen: (30 – 12.5) – 0 = 17.5 als mikpunt aanhouden.

Bij een vertrek van 25 moeten we om bij 0 uit te komen:  (25 – 15) – 0 = 10 als mikpunt aanhouden.

Bij een vertrek van 15 moeten we om bij 0 uit te komen: (15 – 12.5) – 0 = 2.5 als mikpunt aanhouden.

Moeten we bijvoorbeeld op +10 (in bovenstaand voorbeeld rechts naast de rode nul) aankomen en we vertrekken uit hoekpunt 50 dan moeten we: (50 – 2.5) – 10 = 37.5 als mikpunt aanhouden.

Bij een vertrek van 30 moeten we om bij -10 (links naast 0 ) uit te komen: (30 – 12.5) + 10 = 27.5 als mikpunt aanhouden.

Moeten we bijvoorbeeld op 20 (in bovenstaand voorbeeld rechts naast de rode nul) aankomen en we vertrekken uit punt 35 dan moeten we: (35 – 10) – 20 = 5 als mikpunt aanhouden.

Enkele opmerkingen: Theoretisch kan men vertrekkend vanuit 15 en 20 niet op aankomst +20 geraken. Echter met een snelle afstoot door de hoek is dit punt toch te bereiken.

Om te onthouden: In onderstaand voorbeeld is op de onderste lange band de standaard nummering vervangen door de nummering om op nul aan te komen.

driebanden-nul-002

DE BASIS VAN HET DIAMOND SYSTEEMINDEX – HET “PLUS” SYSTEEM

De basis van het diamond systeem

Omdat elke biljarttafel anders is moeten er altijd enkele teststoten worden gedaan om eventuele afwijkingen in berekeningen, VAN WELK SYSTEEM DAN OOK, te verwerken.

Stoothoogte = midden bal
Effect = maximaal mee
Keu = horizontaal
Vertrek = vanuit de korte band ( punten 50 t/m 90 )

Het voorbeeld hieronder is als uitgangspunt gekozen om het een en ander voor wat betreft de benaming van de banden en de nummering duidelijk te maken.

Onthoudt: mikpunt (is op eerste  aanspeelband) = vertrekpunt – aankomstpunt.

driebanden-basis-001

Dit basissysteem geldt voor alle stoten vertrekkend vanuit de korte band rechts naar de lange aanspeelband, daarna de korte band en naar lange (aankomstband) en terug naar eventueel de korte of lange band.

LET OP: de waarde van het vertrekpunt is altijd groter dan de waarde van het aankomstpunt.

STAP 1: BEPALING VAN HET AANKOMSTPUNT

LET OP: De looplijnen in het volgende figuur zijn aankomstlijnen en lopen van de 3de naar de 4de band. Begin en eindpunt van die looplijnen hebben dezelfde waardes en deze waardes liggen op de band tegenover de diamonds, dus niet door de diamonds

driebanden-basis-002

In onderstaand voorbeeld heeft de aankomst de waarde 20. De overige nummeringen van 0 t/m 90 in bovenstaand voorbeeld zijn dus ook aankomst punten.

driebanden-basis-003

STAP 2: BEPALING VAN HET VERTREKPUNT

Bij bovenstaande afbeelding wordt op de eerste aanspeel (lange) band vanaf de diamond 50 steeds met dubbele punten gerekend. 60 ligt midden tussen 50 en 70 en 80 ligt midden tussen 70 en 90. Als de speelbal niet dichtbij een band ligt,gebruik dan de keu om het vertrekpunt op de band te bepalen :: de speelbal is het draaipunt van de looplijn.

STAP 3: BEPALING VAN HET MIKPUNT

Mikpunt = Vertrekpunt – Aankomstpunt.

Vertrekpunt – Aankomstpunt = 70 – 20 dus  Mikpunt = 50

Zie voorbeeld hieronder.

Als het vertrekpunt aan de korte band de waarde 50 of meer heeft , moet er op de diamond gemikt worden.
Als er vanaf een waarde minder dan 50 ,dus vanaf de lange band wordt gespeeld , dan moet men op het punt dat tegenover de diamond ligt mikken.

driebanden-basis-004

Onderstaand  voorbeeld laat zien dat het vertrekpunt = 50 en het aankomstpunt = 50

driebanden-basis-005

Onderstaand  voorbeeld laat de vertrek nummering zien van de lange band.

(Zie voor aankomstpunten 3-de band het eerste voorbeeld in dit hoofdstuk)

Vertrek vanaf 35 lange band en laat in onderstaand voorbeeld zien dat de juiste lijn van 35 naar 5 loopt om op 30 aan te komen.

driebanden-basis-006

BALLEN OVER MEER DAN DRIE BANDEN

Nadat de derde band geraakt is gaat de speelbal bij de volgende band onder een hoek van circa 45 graden afslaan.

In onderstaand voorbeeld is dus het mikpunt: 10  (vertrek – aankomst = mikpunt  : 60 – 50 = 10)

LET OP: de nummering bij 50  ( horizontaal getekend ) begint nu in onderstaand voorbeeld rechtsboven aangezien we nu direct naar linker lange band spelen en getal 50 (verticaal getekend) is dus het aankomst punt en gelijk aan dat van 50 op de lange band.

driebanden-basis-007

LET OP BIJ MIKPUNT = 0

Een speelbal die door de hoek wordt gestoten loopt langer weg dan wanneer diezelfde speelbal op bijvoorbeeld punt 2.5 voor de hoek wordt geraakt.

Daarom wordt als na berekening het mikpunt 0 is, dit gewijzigd in 2.5.

WAAROM COMPENSATIES?

De geldigheid van het systeem beperkt zich voornamelijk voor vertrekpunten rond de waarde 50, dus vanuit de hoek van het biljart en carambolerend dicht bij de 3de band.

Indien de berekeningen goed uitgevoerd worden, en men niet vanuit diamond 50 vertrekt, ontdekt men,dat het aankomstpunt een afwijking zal vertonen van het berekende punt.
Als we de gekozen punten op de korte band verbinden met die op de lange band dan ziet men geen evenwijdige lijnen.

Daarom moet de formule: Mikpunt = Vertrekpunt – Aankomstpunt gewijzigd worden in: Mikpunt = Vertrekpunt – Aankomstpunt + compensatie.

Aan de hand van de volgende voorbeeld wordt geprobeerd e.e.a.  duidelijk te maken.

Vertrek vanaf 70 (korte band)

driebanden-basis-008

Bovenstaande voorbeeld is het resultaat van de berekening bij: een vertrekpunt van 70, een aankomstpunt van 20 en een mikpunt op 50.

De zwarte lijn geeft de theoretische looplijn van de bal weer, terwijl de rode lijn de werkelijke looplijn weergeeft.

De speelbal komt bij de derde band nog steeds bij het berekende punt, maar hoe dichter bij de vierde band,hoe meer de lijn gaat afwijken van het berekende aankomstpunt in de hoek.
Om de hoek te bereiken en dus het punt te maken, leert de praktijk dat het nodig is op 55 te mikken in plaats van op 50. Alleen 70 – 55 = 15 …

In bovenstaand voorbeeld zal dus de carambole, na correctie, gemaakt worden in de hoek, maar gemist worden bij de lange band (indien de 2 ballen daar zouden liggen)

OPMERKING AFSTOOT:

Met meer of minder effect en snelheid krijg je steeds een andere aankomst. Met een snelle afstoot kan men een halve diamond hoger spelen (maximaal effect). Met een trage afstoot kan men een halve diamond lager spelen (1 pomerans dikte minder effect). Wanneer het biljart “lang” is, kan men dit compenseren door een paar mm onder het hart te stoten

LOOPLIJNEN TBV HET SPELEN OVER 4 OF 5 BANDEN

driebanden-basis-009

Bovenstaande lijnen zijn wel op een ideaal biljart. Naarmate de speelbal meer afstand aflegt vermindert de snelheid en dus ook het effect , zodat bij aankomst op band 5 deze korter uit de band komt als bij band 3.

Bepaal de aankomst altijd vanuit de 3de band indien aankomst 3de of 4de band is.

Bepaal de aankomst altijd vanuit de 5de band indien aankomst verder dan band 5 is.

In het volgende voorbeeld staan 2 stoten: (ZWART =stoten vanuit punt 70) moet weer op punt 70 uitkomen. (ROOD = stoten vanuit punt 60) moet op punt 30 uitkomen. Om te kijken of de speeltafel relatief “kort” ; “lang” of “normaal” loopt.

driebanden-basis-010

INDEX – HET “NUL” SYSTEEM

Het diamondsysteem

Het diamondsysteem berust op het berekenen van de looplijnen van de stootbal via de diamonds, dit verijst een gedegen training en dagelijkse oefening aan de tafel om dit te leren beheersen. Door de vele vragen hierover ben ik op zoek gegaan naar een uitleg. Hier een stukje van de theorie, welke je aan de tafel in de praktijk kan toepassen.
Uw aan of opmerkingen en vooral aanvullingen zijn natuurlijk van harte welkom.

Veel succes.
Terry van Erp Lees verder: Het diamondsysteem

Henk Robijns

Hendrik Robijns in 1911
Hendrik Robijns in 1911

Hendricus Jacobus (Henk) Robijns (Nieuwer-Amstel, 17 november 1883 – Amsterdam, 15 oktober 1959) was een Nederlands biljarter. Hij was drievoudig wereldkampioen driebanden.

Robijns bekwaamde zich aanvankelijk in het kaderspel. In 1912 werd hij Nederlands kampioen tweede klasse kader 45/2, een jaar later herhaalde hij die prestatie in de eerste klasse. In 1928 switchte hij definitief naar het driebanden, waarin hij het jaar daarvoor al Nederlands kampioen was geworden. Met succes, want reeds in 1930 werd hij in Amsterdam gekroond tot wereldkampioen. Deze prestatie herhaalde hij in 1932 (Vichy) en 1933 (Caïro). Na zijn derde wereldkampioenschap trok hij zich uit de wedstrijdsport terug. Robijns was tussen 1927 en 1933 zeven maal op rij Nederlands kampioen in het driebanden.

Robijns was van beroep diamanthandelaar. Hij overleed in 1959 op 75-jarige leeftijd. Hij is begraven op Zorgvlied.

Driebanden

3-banden-01Het driebandenspel kan, evenals bij het librespel, zowel op de grote als op de kleine tafel worden gespeeld.

Evenals bij het bandstoten ontbreken bij het driebanden de lijnen op het speelvlak.
Bij het driebanden is een carambole pas geldig nadat de speelbal ten minste drie banden heeft geraakt vóórdat die bal de derde bal raakt. Het mag uiteraard ook driemaal dezelfde band zijn. Het raken van de banden mag dus geschieden op elk moment vóór of na het raken van de tweede bal, mits dat raken maar gebeurt vóór het raken van de derde bal.
Ook hier geldt dus dat het gelijktijdig raken van de band en bal drie in strijd is met de reglementen en dus geen geldige carambole oplevert.

arbitrage-driebanden-01 Lees verder: Driebanden