Je moet een beetje soepeler zijn’, voegde een speler in een districtsfinale me onlangs toe tijdens mijn arbitragebeurt. Nu weet ik ook wel, dat ik een Pietje Precies ben, die prijs stelt op exacte handhaving van de regels, maar wanneer iemand in een officiële wedstrijd niet in het voorgeschreven tenue aan het biljart verschijnt, dan kan en mag ik mijn mond niet houden. Lees verder: Losgeslagen regelgeving
Tag: arbiter
Een regel moet zin hebben
In mijn vorige schrijfsel is een foutje geslopen. Met de voorgeschreven woorden bij het annonceren als voorbeeld, probeerde ik een lans te breken voor het wat minder stijf maken van het arbitrale optreden tijdens een wedstrijd.
Al heel gauw na het verschijnen kreeg ik mailtjes om mij er op te wijzen dat ik mij had vergist. Ik had namelijk geschreven als voorbeeld, noteren 1 Piet X, Piet x 1″ Ik ben de oplettende lezers zeer erkentelijk voor hun respons. Want anders zou ik het wellicht nooit in de gaten gekregen hebben. In het Spelen Arbitrage Reglement (SAR), waar in artikel 5505 lid 6 wordt aangegeven hoe een correcte annonce hoort te zijn, staat inderdaad de naam van de speler geen twee keer vermeld. Opmerkzaam gemaakt op het foutje, begreep ik al gauw hoe ik tot die onjuiste weergave gekomen was. Op het moment dat ik de bewuste tekst neerschreef had ik in gedachten de naamsaanduiding zoals bij ons voorgeschreven. (…) de heer/mevrouw X (…) tegelijkertijd hoorde ik in mijn hoofd de annonce zoals in het mondiale snooker zo vaak te beluisteren viel, Stephen Hendry 27″ Ik schreef dus eigenlijk twee verschillende annonces als één. Zo zie je maar weer praten en breien gaat niet altijd samen. Waar het mij om ging, was het ter discussie stellen van iets, wat altijd iets vaststaands is geweest, maar heel vaak niet nageleefd werden wordt. De respons op mijn slippertje was mij dan ook welkom. Het geeft mij aanleiding om er op terug te komen. Ik heb er een paar mailtjes uitgelicht. Lees verder: Een regel moet zin hebben
Het belang van goed annonceren

De taak van de arbiter tijdens een biljartwedstrijd bestaat uit een aantal zaken. Eerst en vooral ziet hij er op toe dat de caramboles op reglementair juiste wijze tot stand komen. Na elke stoot meldt hij dat. Is een geldige carambole gemaakt, dan noemt hij het nieuwe aantal, in die beurt gemaakte, caramboles. Levert de laatste stoot geen carambole op, omdat de speler mist of een fout maakt, dan laat de arbiter dit aan de schrijver weten dat het in die beurt gemaakte aantal caramboles genoteerd kan worden. Dat melden heet Annonceren.
Als je zo regelmatig tijdens biljartwedstrijden de arbiter observeert, valt het je op dat menig arbiter een eigen manier van annonceren heeft ontwikkeld. Vooral in de klassen waar een gezellig-gemoedelijk-sportieve sfeer een voornaam doel is, hebben de arbiters niet zelden een heel eigen manier van annonceren. Je hoort allerlei mogelijke variaties voorbij komen. Soms houdt de arbiter het eenvoudig: ‘1 noteren’. Of: ‘1 Piet’, Piet 1′. Ik heb het hier natuurlijk, dat begrijpt u wel, over arbiters die niet de moeite hebben genomen om te leren hoe het hoort. Hoe het móét. Lees verder: Het belang van goed annonceren
Oeps, speelbal verkeerd geplaatst
Niet alleen moet de arbiter zich zo opstellen dat hij goed kan zien of de ballen geraakt worden of niet, hij moet ook nog eens opletten of de caramboles wel volgens de daarvoor geldende regels tot stand komen.
Één van die regels is dat elke speler een speelbal krijgt toegewezen. Dat lig vast. De speler die begint of zoals het Spel en Arbitrage Reglement (SAR) dat omschrijft, de speler aan wie de beginstoot wordt toegekend, speelt met de ongemerkte bal.
Speelt één van de spelers op enig moment in de partij met de andere bal dan zijn eigen speelbal, onmiddellijk telt de arbiter hem af. Of moet dat doen, tenminste. Het komt nog wel eens voor dat de arbiter pas na een aantal caramboles in de gaten krijgt dat de speler met de verkeerde bal speelt. Lees verder: Oeps, speelbal verkeerd geplaatst
Inleiding noteren en arbitrage
Deze pagina is bedoeld voor mensen die interesse hebben in biljartarbitrage in het algemeen en in het bijzonder voor degenen die zich willen verdiepen in manieren van arbitreren, die de gewenste effecten hebben inzake een correct en plezierig verloop van een biljartpartij.
Onderstaande tips zijn bedoeld om biljartcollega’s te helpen bij het opkrikken van het arbitrageniveau in het algemeen en het daardoor verhogen van het biljartplezier van de daarbij betrokken spelers. Het behoud van de concentratie van een speler en het daarmee gepaard gaande spelplezier staan hierbij voorop.
N.B. Waar “hij”, “hem” en “zijn” wordt geschreven, dient vanzelfsprekend ook “zij”, “haar” en “haar” te worden gelezen. Lees verder: Inleiding noteren en arbitrage
Probeer altijd goed positie te kiezen
Als arbiter moet je beoordelen of een gemaakte carambole geldig is. Of alles volgens de regels is gebeurt. Om de kans op een vergissing zo klein mogelijk te maken of zelfs uit te sluiten, moet je goed opgesteld staan. Als je niet goed staat, geef je de speler een kans voor open doel om de juistheid van je beslissing in twijfel te trekken.
We zijn nog steeds aan het begin van de partij. Je hebt zojuist voor de beginnende speler, de ballen in de beginpositie geplaatst. Je geeft de speler toestemming om af te stoten en tegelijkertijd doe je een stapje opzij, om de speler niet in de weg te staan. Waar stel je je op? De beginstoot gebeurt altijd vanuit een vaste positie. Dus kies je voor je opstelling in dit geval ook een vaste plek. Afhankelijk van de vraag of de speler vanaf links of rechts afstoot, kies je positie links of rechts bij de benedenband. En wel zodanig dat de speelbal op weg naar de derde bal naar je toe komt rollen. Lees verder: Probeer altijd goed positie te kiezen
Het begin van een partij
Het begin van een partij is wel eens vaker onderwerp van een schrijfsel geweest. Het terrein rond spel en arbitrage is nu eenmaal een beetje beperkt dus is het onvermijdelijk dat onderwerpen soms terugkomen. Zo aan het begin van het jaar, dat vaak gepaard gaat met goede voornemens, leek het me aardig om het begin van een partij eens onder de loep te nemen. Laten we ons eens voornemen om voortaan zo correct mogelijk te beginnen.
Op welk moment begint de partij? Lees verder: Het begin van een partij
Wie heeft de keus…
Dat trekken om te bepalen wie er mag beginnen, lijkt zo eenvoudig. Is eigenlijk ook eenvoudig. Soms echter is het vermakelijk om te zien hoe het wordt afgehandeld.
Niet zo lang geleden zag ik twee teams, is een niet zo hoge competitieklasse, beginnen aan één van de partijen. Beide spelers hadden netjes ingespeeld, waren nog even naar het toilet geweest, handen gewassen, de keu nog nog eens met sponsje of doekje afgewreven. Kortom, aan alle voorwaarden was voldaan om er een mooie krachtmeting van te maken.
Het teamlid dat als arbiter zou fungeren legde de ballen voor de trekstoot op de daarvoor bestemde plaatsen en deed een stapje naar achteren met de woorden: ‘ga uw gang’. De spelers legden aan, stootten af en toe was er een probleem. Lees verder: Wie heeft de keus…
Indirect touché, wees er op bedacht
Na het vorige schrijfsel, waarin een paar maal het ‘indirect touché’ ter sprake kwam, vroegen diverse mensen mij om er nog eens wat regels aan te wijden.
Als je stof tot schrijven voornamelijk gebaseerd is op het Spel en Arbitrage Reglement (SAR), dan is het onvermijdelijk dat je onderwerpen aansnijdt die de revue al eerder gepasseerd hebben. Ook het ongeoorloofd aanraken (toucheren) van één of meer ballen is al vaker onderwerp van deze rubriek geweest. Daarbij hebben wij een wonderlijke manier om de uit het Frans afkomstige, maar sinds jaar en dag bij ons ingeburgerde term ’touché’, waarbij de verleden tijd van het werkwoord tot zelfstandig naamwoord geworden is, aan te duiden. Als je iets aanraakt ‘dóé je een aanraking’ maar we zeggen je máákt touché. Wonderlijk hoe taalgebruik soms een eigen leven gaat leiden.
De gewone touché, het directe aanraken =anders dan met de pomerans om een carambole te maken- roept niet veel vragen op. Dat kan op veel manieren. Je kunt met de keu per ongeluk een bal raken. Je kunt ook met de voorhand of een mouw eventjes in contact met een bal komen. Bekend is ook het voorbeeld van de speler die voor het uitvoeren van een stoot over een bal moet leunen en daarbij met de kleding een bal raakt. In al die gevallen is het ‘zitten’ en er zal geen discussie over zijn.
De indirecte touché, het beïnvloeden van de ligging van en bal, zonder bal rechtstreeks aan te raken, dat is een ander verhaal. Dat komt maar al te vaak voor. Soms bewust, soms onbewust. Net bekendste voorbeeld van een indirecte touché kennen we allemaal wel. De arbiter heeft ‘vast’geannoceerd, ten teken dat de speelbal vast ligt tegen de andere bal of een band. De speler legt aan om de bal eerst ‘los’ te spelen, van de bal of van de band weg. Bij het mikken ziet de speler tot zijn verrassing (of misschien was hij ook wel niet verrast) dat de bal niet vastligt. Komt vervolgens overeind en vraagt of de arbiter nog eens wil kijken. Een goed onderlegde arbiter zal nu de enige juiste beslissing nemen en de speler aftellen wegens indirect touché . Zonodig legt hij het waarom van zijn beslissing uit. Als de speler bij het aanleggen een hand op het biljart plaatst kan door een minieme, ja zelfs niet waarneembare druk met het laken, de bal een fractie van plaats veranderen. Gebeurt dat, maar de speler probeert niet om er voordeel uit te halen en stoot gewoon af alsof de bal nog steeds vastligt, dan is er niets aan de hand. Hij mag doorgaan. Het crusiale punt is of de speler de iewat veranderde positie van de bal in zijn voordeel wil gebruiken.
Dat mag niet. het is daarbij niet van belang of het opzet is of niet. Het mag gewoon niet.
Natuurlijk mag een speler aan de arbiter vragen zijn beslissing te heroverwegen. Om nog een keer te kijken. Dat mag, zolang de speler het biljart op geen enkele manier aangeraakt heeft. Zodra hij het biljart aanraakt, ook al legt hij alleen maar een hand op de rand,mag hij de arbiter niet meer vragen om nog eens te kijken. Vraagt hij het toch dan verspeelt hij zijn beurt er mee. Want het kan zo onopvallend gedaan worden dat je niets in de gaten hebt. De speler kan zijn handen zichtbaar vrij houden, maar met een been tegen de tafel leunen. Ook dat kan een minieme beweging veroorzaken. Daarom is bepaald dat voor het heroverwegen van een beslissing het biljart niet aangeraakt mag zijn. Vanzelfsprekend mag ook de arbiter de tafel niet aanraken. Want als de arbiter er de oorzaak van is dat een bal iets verplaats wordt, kan de speler er natuurlijk niet om bestraft worden.
Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com
*** Blazen is ook touche *** Index *** Nog wat meer begin van een partij ***
Begin van de wedstrijd
Rond het begin van een partij bestaan nogal wat misverstanden. Zo is niet bij iedereen bekend op welk moment een partij nou eigenlijk begint. Of wat de correcte manier is om een partij te beginnen.
Vroeger begon een partij op het moment dat de arbiter de spelers uitnodigde voor het doen van de “keuzetrekstoot”. Zo ging het tenminste bij PJ-wedstrijden. Bij competitiewedstrijden werd toen het systeem met de “keuzetrekstoot” nog niet toegepast. Heel lang is bij competitiewedstrijden de regel geweest dat de ‘uitspeler’ moest beginnen. Lees verder: Begin van de wedstrijd