Trekstoten

Al verwacht men het niet zo snel, toch heeft deze oefening een opvallende overeenkomst met de vorige oefening. Het gaat hierbij om het bepalen van het mikpunt. Ook hier ligt het mikpunt op de plek waar de lijn van het middelpunt van bal twee naar bal drie bal twee verlaat. (Zie ook oefening zes)

Aanstoorpunten uitleg (vertikaal)
Aanstoorpunten uitleg (vertikaal)

Het aanspeelpunt van de speelbal ligt nu niet bovenin de bal, maar onderin. (Zie stoothoogten)

Ook deze bal dient zonder effect gespeeld te worden. Een trekstoot is een korte, felle stoot waarbij u de keu gerust als het ware door de speelbal heen mag duwen.

Pas hiermee echter op als de speelbal kort op bal twee ligt. U kunt dan heel eenvoudig een biljardé veroorzaken waardoor de carambole ongeldig wordt.

Breng ook bij deze oefening de nodige variatie aan door de hoek tussen de ballen te veranderen als ook de afstand waarop de ballen ten opzichte van elkaar liggen. Ook hier geldt dat het liften van de achterhand kan helpen.

Doe dit echter niet te sterk, anders is de kans op een kets zeer groot aanwezig.

trekstoot-01
Zoals je ziet is ook dit soort ballen na enige oefening prima te verzamelen.

Amortistoot

Aanstootpunten uitleg (vertikaal)
Aanstootpunten uitleg (vertikaal)

Een amortistoot is niets meer of minder dan het dusdanig spelen van de bal, dat hij tijdens zijn rol afremt.
Dit kan men bereiken door tijdens de afstoot de bal iets onder het midden (de amorti lijn, zie tekening) aan te spelen. Bij deze stoot is het tempo zeer belangrijk, oefen deze stoor regelmatig om ermee vertrouwd te raken.

Doorschieten met amorti

Doorschietstoten komen in het biljartspel veel minder voor dan trekstoten. In het algemeen is voor een geoefende speler de trekstoot geen geheim meer en als ook nog amorti moet worden gespeeld, dan raak je de speelbal toch iets hoger.

Hoe anders ligt dit als wordt doorgestoten. Bijna altijd wordt te veel snelheid aan de speelbal gegeven, hetgeen verzamelen niet ten goede komt. Toch is oefenen op amorti met doorschieteffect heel nuttig. Hier een drietal voorbeelden met een erg dankbare afloop. Lees verder: Doorschieten met amorti

Overhouden

Spelen op overhouden

De voornaamste beginselen bij het spelen op overhouden:

  1. Houdt de ballen zolang mogelijk bijeen, speel ze pas uiteen als het niet anders kan.
  2. Probeer bal 2 zoveel mogelijk via de lange band te verzamelen zodat de af te leggen afstand korter is.
  3. Probeer nooit beide aanspeelballen te plaatsen, het plaatsen van bal 3 wordt daardoor bemoeilijkt.
  4. Zorg dat bal 3 niet wordt weggestoten, zorg dat de speelbal in de buurt van bal 3 blijft.
  5. Blijf altijd op de kop van de tafel, zodat je gebruik kunt maken van de hoeken en korte band.
  6. Probeer zoveel mogelijk de speelbal in de buurt van een van de andere ballen te houden.
  7. Probeer bij stoten aan de band altijd speelbal aan de buitenkant te houden.
  8. Zorg ervoor dat de speelbal nooit vast aan de band komt te liggen.
  9. Probeer er bij een vervolgstoot voor te zorgen dat de speelbal niet tussen de 2 andere ballen komt te liggen, houdt ze voor de speelbal.
  10. Vermijdt bij het korte spel het achter elkaar leggen van de 2 aanspeelballen.
  11. Gebruik indien mogelijk een geamortiseerde stoot om bal 1 zo dicht mogelijk bij bal 3 te plaatsen.
  12. Zorg dat er bij ruim spel (bijv. op het midden van de tafel) minimaal een bal aan de band (of beter nog in de hoek) blijft liggen, zodat er een vervolgstoot overblijft.

header-americaine-01

PS: Als je begint met het oefenen op overhouden zul je merken dat je in het begin slechter zult biljarten dan voorheen. Daardoor moet je je niet laten ontmoedigen, want als je doorzet gaat het daarna ineens met sprongen vooruit.

Zie ook:

  1. Spelen op overhouden een uitgebreid lesboek met afbeeldingen over overhouden door Terry van Erp.
  2. Overhouden – Positiespel een aanvulling op “Spelen op overhouden” lesboek met afbeeldingen over overhouden door Terry van Erp.

Terry van Erp
BV Beja