,,Café Biljart, Café Biljart, klein stukje groen voor een eenzaam hart, ’t schuifje zegt klik, ’t balletje tik.” Met zijn gevoelige ziel schreef Toon Hermans het eenvoudigste maar mooiste liedje over biljart. Maar al honderd jaar geleden, op 27 oktober 1906, wilden zes leden van de club L’Elite méér en meteen was de Belgische Biljartbond geboren. Gisteren vierde de Koninklijke bond in Leuven zijn honderdste verjaardag. Ondertussen zijn er 180.000 competitiespelers en zo’n 50.000 zondagochtendspelers.
De man die voor de meeste hoogtepunten zorgde is Raymond Ceulemans: met 152 titels is zijn palmares ongenaakbaar, met zijn benoeming tot Ridder in 2003 door Koning Albert II als toetje. Al in 1909 dook de eerste Belgische wereldkampioen op: Pierre Sels haalde het in het toenmalig kader 45/2. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen de Belgen goed in beeld: na uitzonderlijk begenadigde spelers als Gustave van Belle, René Gabriëls en René Vingerhoedt stonden in de daarop volgende periode onder meer Jos Vervest, Tony Schrauwen, Emile Wafflard en Laurent Boulanger paraat. In 1963 verscheen dan Raymond Ceulemans, geflankeerd door Ludo Dielis. In het artistiek biljarten blonken Raymond Steylaerts en Leo Corin uit. Men vreesde daarna voor een terugval, maar de huidige generatie Peter de Backer, Eddy Leppens, Patrick Niessen, Eddy Merckx en op kop Frédéric Caudron, won de laatste tien jaar veel gouden medailles.
Bron: nieuwsblad.be 17 maart 2006