Francois Mingaud

De uitvinder van de pomerans

François Mingaud, getekend door C. Rodius in 1827.
François Mingaud, getekend door C. Rodius in 1827.

Francois Mingaud werd op 4 januari 1771 te Vauvert (Cail) in Frankrijk geboren, hij was de zoon van Paul Mingaud en van Suzanna Estanova. Hij overleed op 23 december 1847, op de Hoogstraat 305 te Rotterdam. Francois was toen leeftijd 76 jaar, 11 maanden en 19 dagen oud. Hij werd begraven op de Crooswijkse begraafplaats in Rotterdam.
Van zijn Franse tijd is niet veel bekend. Wél dat hij een kapitein was bij het Franse leger en dat hij een aantal jaren in een Franse gevangenis verbleef, waarschijnlijk om politieke redenen. (Als officier in het leger van Napoleon heeft François Mingaud vast gezeten in de Bastille als politiek gevangene. Het hoe weet niemand, maar François kreeg het voor elkaar een biljart geplaatst te krijgen in zijn cel. Hier verfijnde hij het spel en vroeg hij zelfs na zijn vrijlating toestemming om terug te keren in zijn cel. Hij wilde namelijk zijn spel perfectioneren.)

Die tijd gebruikte hij om op het aanwezige biljart allerlei experimenten uit te voeren, mede door zijn van een lederen pomerans voorziene keu.

Hét belangrijkste in de evolutie naar het moderne biljartspel was echter de uitvinding van de pomerans, die het mogelijk maakte om een rotatie te geven aan de speelbal, en alle vorsers zijn het erover eens dat dit het werk was de Franse legerkapitein Mingaud in het jaar 1807.
Hoogstraad-305-Mingaud
Hoogstraat 305 te Rotterdam

Toen Mingaud zijn tijd uitgezeten had was hij eigenlijk nog niet klaar met zijn studie.
Hij verzocht daarom de autoriteiten het verblijf in de gevangenis te verlengen ten einde zijn proefnemingen te voltooien. Toen hij dan ook definitief zijn “behuizing in de Bastille” vaarwel kon zeggen was Mingaud op dat moment (vanzelfsprekend) de beste biljartspeler ter wereld. In 1827 publiceerde hij een boek “Noble Jeu De Billard (in de Engelse vertaling “The Noble Game Of Billiards“). Het boek bestaat vooral uit een 40-tal diagrammen waarop (voor die tijd) fantastische oplossingen waren gegeven met een klein stukje tekst.
De auteur noemt zich op het titelblad “ancien capitaine infanterie au service de la France.”
De Engelse vertaling was het werk van de Engelse biljartfabrikant John Thurston nadat deze een demonstratie van Mingaud in Londen had meegemaakt.
Francois Mingaud was hervormd en leefde als gescheiden echtgenoot van Marguérite Boissier. Rond 1834 verhuisde Mingaud naar Rotterdam, alwaar hij op 30 september 1835 in het huwelijk trad met ene Coosje Hegelmeijer, die in de Hoogstraat een “dameswinkel” bezat. Dit huwelijk – het was voor beiden het tweede. Jacoba Wilhelmina Helena Hegelmeyer, geboren te Rotterdam op 10 mei 1774, hervormd, dochter van Carel en Johanna Jacoba van Gasten, weduwe van Ludovicus Peters, was toen 61 jaar oud, ze overleed op donderdag 17 november 1856 te Rotterdam en was 82 jaar en 6 maanden oud. Het pand (Hoogstraat 305 te Rotterdam) is helaas verdwenen door de bombardementen in de tweede wereldoorlog.
Mingaud bestudeerde op de bovenachterkamer wetenschappelijk alle biljartstoten, die hij “onbedrevenen” door toeval had zien maken.

In het opzoekingswerk van de Nederlander Cees Sprangers naar Mingaud vind je de volgende “biografie” geschreven door een zekere “Nurks” in 1865:
“Gedurende jaren achtereen, oefende hij zich in het biljartspel, vond het gebruik uit der pomeransen en speelde onbeschrijfelijk vast en schoon.
Tot het laatst in zijn leven, kwam hij elke week in het Londonsch koffijhuis, aan de West-Nieuwland te Rotterdam, waar hij vroeger eiken avond, later, ouder wordende, slechts nu en dan eene partij speelde of vreemde stooten aanwees.
Wanneer hij wilde, carambolleerde hij altijd (*), trok de ballen terug, of liet ze doorschieten ,schuins of met slingers loopen, als een orkaan over het biljart vliegen en dan opeens stilstaan, of omgekeerd, kruipende wegstooten en na een bal geraakt te hebben, tienmaal (*) harder voortrollen. Rondom een hoed (de eerste vorm van massé?) speelde hij carambole; om kort te gaan, men kon niets zoo dwaas bedenken of hij deed het naar verlangen, zelfs de meest onmogelijke 4, 5 en 7 stooten (over 4,5 of 7 banden ?).
Hij speelde ook wel eens eene partij enkel uit “beesten” bestaande, doch zonder ze ooit te missen.(*) Hij was steeds gezond, werd zeer oud en dankte dit aan beweging, die hij in de gevangenis door het biljart had kunnen blijven nemen.” (in het café werd hij gaarne ‘M. le Capitaine’ genoemd)

(*) in het artikel vallen de overdrijvingen die eigen zijn aan geschiedschrijvers op, net zoals mij opviel in een biografie over Mozart, waarin voor de goedgelovige beweerd wordt dat Mozart in zijn korte leven meer muziekstukken schreef dan meerdere andere mensen samen, over een normale levenstijd, theoretisch zouden kunnen schrijven…
Nu, de overdrijvingen opzij gelaten, Mingaud zal voor die tijd beslist wel zeer speciale dingen op een biljart hebben gedaan.
Volgens dezelfde vorser Cees Sprangers stamt de moderne vorm van een biljartkeu voort uit een kruk die Mingaud, na zijn opgelopen verwondingen als kapitein in het Franse leger in de bloedige veldslagen opliep, nodig had om zich voort te bewegen. Hij gebruikte in oorsprong een “veerkrachtig stukje klei”, bevestigd aan het einde van zijn kruk om een rotatie te kunnen geven aan de speelbal.
Tijdens zijn reeds vermeld verblijf in de gevangenis verving hij dit door een stukje leder.
De keu en de pomerans waren geboren.
Het smeren van krijt aan de pomerans om ketsen te voorkomen, is wellicht ook het eerst door hem gedaan. Na zijn ontdekkingen werden de eerste modernere versies van keuen, ballen, krijt en biljarttafels gecommercialiseerd door gerenommeerde biljartfabrikanten.
In België blijft van al deze oude glorie alleen nog de firma Thissen als familiebedrijf over, in 1898 opgericht te Antwerpen door Michael Thissen en Maria Sleghers.

Terry van Erp
Bronnen: Internet en eigen onderzoek.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Pomerans

pomerans-kiezenEen goede pomerans keuze is van groot belang voor het spelplezier en spelresultaten. Een goede pomerans kan een goedkope keu op waarderen naar een topklasse keu, maar dat kan andersom natuurlijk ook. U kan kiezen uit een eendelige pomerans of een gelaagde pomerans.

De eendelige pomerans wordt gefabriceerd uit gelooid geperst leder. De eendelige pomeransen hebben de neiging bij gebruik enigszins over te gaan hangen of sponsig te worden waardoor je bij een kets een stukje uit de pomerans kan stoten. De eendelige pomeransen kunnen beperkt bewerkt worden omdat de lange vezels de neiging hebben te gaan haren waardoor er onregelmatigheden aan de zijkant en bovenop de pomerans ontstaan en dit gaat ten koste aan de zuiverheid van de afstoot.

Gelaagde pomeransen worden gefabriceerd volgens een gepatenteerd procedé waarbij dunne laagjes leer op elkaar worden gelijmd (gelamineerd), waardoor een vormvaste leermassa ontstaat.   Gelaagde pomeransen hebben minder de neiging tot overhangen en kunnen in de gewenste ronding geschuurd worden zonder dat deze gaat haren. Een groot voordeel van de gelaagde pomerans is de lange levensduur, maar hier staat wel een hogere aanschaf prijs tegenover.

Zelf gebruik ik de Kamui Black Pomerans Super Soft in 12 mm op een keu van 520 gram, en de Kamui Clear Black Pomerans Soft in 10,5 mm op een keu van 470 gram. Dit tot volle tevredenheid samen met het Blue Diamond krijt van Longoni.


François Mingaud, getekend door C. Rodius in 1827.
François Mingaud, getekend door C. Rodius in 1827.

Het woord “pomerans” komt uit het Frans en betekent letterlijk “dopje” voor op een schermdegen of biljartkeu. Uitgevonden door de Fransman “Francois Mingaud“. Hij was de zoon van boer Paul Mingaud en zijn vrouw Suzanne Estanove. Geboren op 4 januari 1771 te Le Cailar, Nîmes, Frankrijk, overleden op 23 december 1847, in Rotterdam. Hij is begraven op Crooswijk te Rotterdam Kralingen. Francois was officier in het Franse leger en een uitstekende biljarter. Als politiek gevangene gearresteerd is Nederland werd hij gevangen gezet in de “Bicêtre” te Parijs, waar hij tot 1807 gevangen zat. In die periode bedacht en maakte hij de pomerans zoals wij die nu nog kennen.

Als leuk detail kan over kapitein Mingaud (hij was een van Napoleons officieren) worden gemeld dat hij in de”Bicêtre” te Parijs zat opgesloten als politiek gevangene. Hij moet wel een grote cel gehad hebben want op een of andere manier kreeg hij er een biljarttafel geplaatst. De kapitein was zo bezeten van het biljart dat hij, toen hij zijn straf uitgezeten had, toestemming vroeg om langer in de gevangenis te blijven om zo zijn spel te kunnen perfectioneren.

Door zijn vinding werd het mogelijk effect te geven waardoor doorschiet-, trek- en kopstoten konden worden gemaakt. Een nieuw tijdperk opende zich voor de biljartende wereld. Daarvoor diende men met de keu de speelbal zoveel mogelijk in het midden te raken om afglijden van de bal te voorkomen. Mingaud heeft het laatste kwart van zijn leven in Rotterdam gewoond, waar hij op 64-jarige leeftijd voor een tweede maal trouwde. De Fransman woonde in de Hoogstraat in de havenstad. Het betreffende pand is echter in de Tweede Wereldoorlog weggebombardeerd. Op 23 december 1847 kwam er een einde aan het leven van deze belangrijke biljartpionier. Vijf dagen later werd hij begraven op de Crooswijkse begraafplaats in Rotterdam.

Later in 1827 schreef hij nog een boek over biljarten genaamd “Noble jeu de billard” hierin publiceerde Mingaud zijn fantastische stoten. Het boek wat enkel in het Frans is uitgegeven, en drie jaar later is vertaald in Engels. (Dit is een zeer zeldzaam boek!) KLIK voor de Engelse PDF versie