Kijkend naar wedstrijden vallen mij vaak kleine dingetjes op. En vaak zijn het die kleine dingen die maken dat de speler zich bij de arbiter op zijn gemak voelt of niet. En als je je op je gemak voelt en de arbiter geeft je vertrouwen, komt dat weer je spel en concentratie te goede.
Iets wat mij vaak opvalt is, dat arbiters niet zelden bijna recht voor de speler blijven staan. Alsof ze denken dat je bij een opstelling ‘contra stootbeeld’ alles het beste kunt waarnemen. Wat niet het geval is. De beste waarneming heb je als arbiter bijna altijd als je grofweg ongeveer in het verlengde van de lijn bal 2 bal 3 staat. En het zijn niet alleen ‘ongeschoolde’ arbiters die deze fout maken. Ook bij opgeleide club-en districtsarbiters kun je het soms zien. Lees verder: Een veel voorkomend foutje
De kleding die wij biljarters dragen, is al jaren onderwerp van discussies. Al zolang ik bij de biljartwereld betrokken ben, al weer meer dan veertig jaar, wordt er aangedrongen op versoepeling van de voorschriften. Waarschijnlijk zal er ook nooit een eind aan die discussies komen. Elke tijd kent immers z’n eigen trend.
Als verstandige bond pas je je daar dan zoveel mogelijk bij aan. Want gelegenheidskleding, wat biljartkleding tenslotte ook is, volgt altijd de heersende opvattingen over wat men netjes en voor de gelegenheid passend vindt. Maar sportkleding moet aan meer eisen voldoen. Moet netjes zijn, zeker. Maar sportkleding, en dat geldt voor alle sportkleding, moet in de eerste plaats functioneel zijn. De kleding van een voetballer mag bijvoorbeeld niet hinderen bij het rennen. De kleding van een biljarter mag niet hinderen bij de bewegingen die een biljarter maakt. Moet dus soepel zijn. Je moet er goed in kunnen buigen en strekken. De kraag of boord in de nek mag niet knellen bij het voorovergebogen staan en dan vooruit kijken. De kleding moet prettig zitten, alle noodzakelijke bewegingen mogelijk maken en netjes zijn. Lees verder: Blauwe veters in zwarte schoenen
Door de biljartverwarming uit te schakelen in de uren dat het biljart niet in gebruik is kan er enorm veel geld worden bespaard. Zeker in de nachtelijke uren als er niemand aanwezig is en in de koudere maanden dus ook de verwarming in de ruimte op een lage temperatuur staat zal de biljartverwarming veel stroom verbruiken.
Met een kleine investering kunt u dus veel geld besparen, de goedkopere schakelklokken hebben over het algemeen een weekprogramma en zijn zeer eenvoudig in te stellen. De stopcontactversie kost ongeveer € 12.00 en een dinrail versie (voor in de meterkast) ongeveer € 25.00 Lees verder: Tijdschakelklok
Een biljartverwarming is niet om het biljart warm te krijgen, maar om het biljart droog te houden. Biljartlakens zijn van wol gemaakt (90%). Wol heeft als eigenschap dat als het vochtig is, het dikker wordt. De haartjes die bij een droog laken plat liggen staan rechtop als het laken vochtig is.
De bal heeft hierdoor meer weerstand en vertraagt.
Onder het biljartlaken zit een leiplaat (natuursteen). Dit is een poreus materiaal en trekt vocht aan (het beslaat net als een raam).
Als de biljartverwarming 3 tot 4 graden hoger is dan de omgevingstemperatuur kan het biljart geen vocht bevatten. De haartjes op het biljartlaken liggen dan plat. De bal heeft dan de minste weerstand en rolt langer over de tafel heen.
Advies is dan ook om een tijdklok ten aanzien van de biljartverwarming te plaatsen. Gemiddeld kost een biljart per dag € 1,50 aan stroom. Dit kan met meer dan 50% gereduceerd worden.
Door de verwarming 1,5 uur van te voren aan te zetten en ook 1,5 uur voordat de laatste speler klaar is op het biljart, uit te zetten.
Ook op zon- en feestdagen en vakantie het biljart uitschakelen. Dit bespaart niet alleen heel veel stroom (energie), maar ook gaan de rubberstootbanden ongeveer 2 jaar langer mee.
Bij dag en nacht branden gaat het rubber 10 jaar mee.
Met een geschakeld biljart 12 jaar. De thermostaat is alleen bedoeld om een bepaalde warmte te creëren.
Evenals vorige maand heb ik me beziggehouden met de resultaten van de ver-schillende pomeransen. Weer zo’n vijftig opnames gemaakt met een High Speed camera (420 opnames per seconde).
Zoals reeds geschreven is de snelheid en resolutie lang niet hoog genoeg om exact te zien wat er tussen bal en pomerans gebeurt tijdens het aanspelen van de speelbal. Toch wordt wel steeds duidelijker dat bij een (te) zachte pomerans behoorlijk wat energie wordt ingeleverd, hetgeen resulteert in minder voorwaartse snelheid van de speelbal. Lees verder: Pomerans deel III