Overhouden – positiespel

MOEILIJKHEDEN OPLOSSEN – ENIGSZINS GEVORDERD POSITIESPEL – MET NOG EEN PAAR NUTTIGE STOTEN VOOR ENKELE BIJZONDERE SITUATIES.

Laten we, voor we echt ingaan op het hogere seriespel, waarbij het zal gaan om het bespelen van bal 3 (klein spel en plaatsen op bal 3) en om de verschillende standaard series zoals die ‘aan de band‘ , ‘óp de lijn‘ , ‘óp het anker‘, ‘op de klots‘ en die ‘met de aai‘ enz. eerst nog even stilstaan bij een paar dingetjes die hun nut hebben in een paar regelmatig optredende situaties, die toch wel netelig zijn. Het zijn dingetjes die bijna allemaal van tijd tot tijd van pas komen bij zowel overhouden in het algemeen als dat in het kleine spel. Een paar van deze onderwerpen zijn kleine kneepjes uit het vak die in de sfeer van het betere werk liggen, maar de meeste ervan kan elke behoorlijke liefhebber onder de knie krijgen. Niet zozeer het kunnen als wel het weten, is het hele eieren eten. Lees verder: Overhouden – positiespel

Spelen op overhouden

Enkele algemene overwegingen omtrent overhouden
Volledige controle op het spel is in biljarten onbereikbaar. Het zou inhouden dat men uit een willekeurige positie kon beginnen en zo lang men maar zou wensen kon doorgaan zonder te missen. Het zou biljarten maar een dode zaak maken. Maar erin uitblinken kan door de meeste spelers wel degelijk bereikt worden. ‘Iedereen die kan leren schrijven kan ook leren tekenen’, is een oud gezegde. Het is niets anders dan een kwestie van studie en oefening om de pen langs andere dan de al bekende lijnen te kunnen leiden. Zo zit het met biljarten. Iedereen die überhaupt kan biljarten kan het ook beter. Iedere speler kan leren dat bij een bepaalde positie een bepaalde stootoplossing waarschijnlijk beter uitpakt dan een andere. Heeft hij die ‘overhoud stoot’ dan geleerd, dan kan hij er nog een leren, enzovoort.

Het belang van systeem bij het oefenen. Lees verder: Spelen op overhouden

Een schoonmaakactie met hindernissen

schoonmaakactie-01Tijdens een partij kan er van alles fout gaan. Als een speler een fout maakt, betekent dat meestal dat hij kan ‘gaan zitten’. Maar soms ook gaat er iets fout zonder dat er bestraft kan worden. Dan komen er andere oplossingen in beeld.

Het Spel en Arbitrage Reglement (SAR) is er duidelijk in. Artikel 5506 lid 4 zegt: een fout waar de speler geen schuld heeft, wordt hem niet aangerekend. Zo’n fout is bijvoorbeeld als door een andere oorzaak dan een handeling van de speler, één of meer ballen worden verplaatst. Een tijdje geleden schreef iemand mij over een dergelijk voorval.
Tijdens een partij vroeg de aan de beurt zijnde speler op een gegeven moment aan de arbiter om de ballen even schoon te maken. Vanzelfsprekend gaf de arbiter daaraan gehoor. Maar voordat de ballen goed waren afgetekend, veegde de arbiter met zijn mouw per ongeluk over de ballen waardoor ze verplaatst werden’. Dat is natuurlijk voor de arbiter even flink pijnlijk. Maar ja, zoiets kan gewoon gebeuren. En je probeert het dan zo goed mogelijk op te lossen. Lees verder: Een schoonmaakactie met hindernissen

Probeer altijd goed positie te kiezen

blinde-arbiter-01Als arbiter moet je beoordelen of een gemaakte carambole geldig is. Of alles volgens de regels is gebeurt. Om de kans op een vergissing zo klein mogelijk te maken of zelfs uit te sluiten, moet je goed opgesteld staan. Als je niet goed staat, geef je de speler een kans voor open doel om de juistheid van je beslissing in twijfel te trekken.

We zijn nog steeds aan het begin van de partij. Je hebt zojuist voor de beginnende speler, de ballen in de beginpositie geplaatst. Je geeft de speler toestemming om af te stoten en tegelijkertijd doe je een stapje opzij, om de speler niet in de weg te staan. Waar stel je je op? De beginstoot gebeurt altijd vanuit een vaste positie. Dus kies je voor je opstelling in dit geval ook een vaste plek. Afhankelijk van de vraag of de speler vanaf links of rechts afstoot, kies je positie links of rechts bij de benedenband. En wel zodanig dat de speelbal op weg naar de derde bal naar je toe komt rollen. Lees verder: Probeer altijd goed positie te kiezen

Soms zijn regels best moeilijk (1)

Regels zijn nodig. Daar zullen we het allen over eens zijn. Regels moeten duidelijk zijn. Dat is de ene keer gemakkelijker dan de andere. Onlangs was ik ergens om deel te nemen aan voorwedstrijden. Voor aanvang maakten we, deelnemers, leiding en vrijwilligers, met elkaar kennis, voor zover nodig. En omdat ik door deze schrijfsels inmiddels een redelijke bekendheid geniet, kwam, als zo vaak, het gesprek al gauw op voorvallen tijdens wedstrijden.

Ik ben daar altijd blij mee, want toen dit blad nog als officieeel orgaan van de KNBB fungeerde, kwam het bij elke vereniging maandelijks op de mat en werd het binnen elke vereniging door een aantal mensen opengeslagen. Dat had weer tot gevolg dat ik elke maand meerdere onderwerpen kreeg voorgelegd, waar ik schrijfstof uit kom putten. Ook om deze reden spijt het mij dat dit blad niet meer bij elke vereniging komt. Ik moet nu mijn inspiratie veel meer opdoen door zelf dingen op te merken. Lees verder: Soms zijn regels best moeilijk (1)

Soms zijn regels best moeilijk (2)

Na het vorige schrijfsel, u weet wel, over wat te doen als de speler een bal aanraakt terwijl ze tussentijds in de beginpositie geplaatst worden, ontving ik verschillende reacties.

Twee licht ik er uit. Een ervaren arbiter schreef dat hij de toelichting bij artikel 5204 lid 2 van Spel en Arbitrage Reglement (SAR), dat gaat over het tussentijds in de beginpositie plaatsen, wat verwarrend vindt. Het artikel luidt: worden de ballen tijdens een partij in de beginpositie geplaatst, dan dient de eerstvolgende carambole te voldoen aan het bepaalde in lid 2. Dat wil zeggen dat er direct vanaf de rode moet worden gespeeld. Dat geeft weinig aanleiding tot misverstanden. De toelichting gaat echter verder: maakt de speler een fout, dan is het bepaalde niet van toepassing op de tegenstander. Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. Het lijkt duidelijk genoeg. Terwijl de arbiter bezig is om de ballen ‘op te zetten’ maakt de speler een fout waardoor de ander aan de beurt komt. De arbiter moet het ‘opzetten’ wel voltooien maar het is nu geen beginpositie meer, dus mag er naar eigen keuze worden afgestoten.

Deze arbiter vindt deze teks toch te verwarrend en niet duidelijk genoeg. Want zo schrijft hij, zo is het als de ballen wegens vastliggen ‘opgezet’ moeten worden. Maar als de speler één of meer ballen van de tafel stoot, moeten de ballen ook in de beginpositie geplaatst worden en uit de tekst zou je kunnen opmaken dat de tegenstander die nu aan de beurt komt, dan niet verplicht zou zijn om rechtstreeks vanaf de rode bal te spelen. Daarentegen kun je ook stellen dat de ballen voor de tegenstander in zijn beginpositie geplaatst worden, dus moet hij direct van rood spelen. De briefschrijver geeft als zijn mening dat de tekst van de toelichting bij artikel 5402 lid 2 zou moeten luiden: Worden tijdens een partij de ballen opnieuw in de beginpositie geplaatst dan moet de eerstvolgende carambole voldoen aan het bepaalde in artikel 5204 lid 2. Maar maakt de eerst aan de beurt zijnde speler , nadat de arbiter heeft aangevangen om de ballen in de beginpositie te plaatsen, een fout waardoor de beurt naar de tegenstander gaat, dan is dit bepaalde niet van toepassing voor de tegenstander.
Er is dan immers geen sprake meer van een beginpositie. De nu aan de beurt komende tegenstander gaat spelen vanaf de positie die vóór het maken van de fout nog als positie voor de aanspeelbal werd aangemerkt.

Wat deze arbiter schrijft is juist. Het criterium is voor welke speler de ballen in de beginpositie worden geplaatst. Een ervaren en goed opgeleide arbiter zal hier weinig moeite mee hebben. Maar vaak genoeg staat er een gewoon team- of clublid aan de tafel als arbiter. Met wat minder kennis van de arbitrageregels onder de pet. En dan kan deze toelichting best voor verwarring zorgen. En een wat meer uitgebreide toelichting zou denk ik door velen op prijs gesteld worden.

Een andere briefschrijver maakte mij attent op een veel voorkomend fout gedrag. Een bal springt tijdens een partij uit. De speler die de bal van de tafel stoot, vangt of raapt hem op en plaatst die bal meteen op de voorgeschreven stip. Voorbeeld 2: speler maakt zijn laatste carambole maar de tegenstander heeft nog de gelijkmakende beurt. De speler die begonnen is en zijn laatste carambole heeft gemaakt, is de arbiter behulpzaam met het plaatsen van de ballen. Wat doe je als arbiter in zo’n geval?
Als de ballen, voordat hij ze aanraakte, even tot stilstand kwamen, kan zijn laatste carambole niet meer herroepen worden. Je kunt hem dus niet de beurt ontnemen want hij is al klaar en de beurt is al overgegaan op de tegenstander. Je kunt er dus eigenlijk weinig mee. Waar je wel om moet denken is, dat de speler een of meer ballen beetpakt met wellicht bezwete of vettige handen. Daarmee kan hij ongeoorloofde invloed uitoefenen op de loop van de ballen en daarmee de partij van zijn tegenstander beïnvloeden. Dat mag niet. Je zult dus als arbiter de ballen even met een doek moeten schoonwrijven. Uiteraard geef je de speler een vermaning. Doet zo’n speler het later toch weer, dan wordt het anders.
Dan wordt het bewust onsportief gedrag.
Daar hoort een officiële waarschuwing bij.

Bron: Biljart totaal
Auteur: Piet Verhaar
Email: pietvangerte@hotmail.com

*** Soms zijn de regels best moeilijk (1) *** Index *** Een begin met valkuilen ***

Eddie Robin – Position Play in three cushions Billiards

Eddie Robin - Position Play in three cushions Billiards
Eddie Robin – Position Play in three cushions Billiards

Het boek is in 1979 gepubliceerd in het Engels, Spaans en Japans.
Het boek wordt soms nog op de Amerikaanse tweede hands markt aangeboden. Schrik niet de prijzen lopen op tot € 500.00, het is een zeer zeldzaam boek.
Het gaat alleen over het positiespel in het driebanden en wordt systematisch behandeld.

Er is in de jaren 90 nog een herdruk van dit boek gemaakt, deze heeft een andere cover.

  • Auteur: Eddie Robin
  • Uitgever: Eddie Robin Publiscing
  • Druk: 1e
  • Jaar: 1979-1980
  • Taal: Engels, Spaans, Japans
  • Bindwijze: Hardcover
  • ISBN: 0936362006
  • Ook genaamd: “Mathematics of 3-cushion book”

 

Serie Américaine

De serie Américaine houdt in: Een serie te maken langs de band en daarbij de ballen in een bepaalde positie trachten te houden, welke deze serie mogelijk maakt .
De linkshandige spelers spelen het biljart rond tegen de klok in en de rechthandige met de klok mee.
Bij de serie american denken we aan 3 basisstoten, die door de beginnende biljarter goed geoefend dienen te worden om niet na enige stoten uit positie te geraken.

Deze stoten zijn:

  1. de drijfstoot
  2. de klotsbal
  3. de plaatsingsbal

Verder moeten we, om een juiste positie te behouden en de serie american niet te verbreken, denken aan de volgende punten:

  1. De te bespelen ballen onder ±45 graden aan de band houden
  2. Een van de ballen moet altijd ± één baldikte van de band afblijven
  3. Zorg dat de speelbal achter de 2 te bespelen ballen blijft
  4. Zorg dat de speelbal niet voorbij een van de twee aan te spellen ballen gaat.
De Drijfstoot
De Drijfstoot

De Drijfstoot (±45 graden)

Dit is de ideale positie voor de serie américaine.

We spelen van bal 2 met zacht tempo waarbij we de keu rustig door de bal heen stoten zonder effect.

Hierbij opletten de keu niet terug halen na de stoot.

 

De Klotsbal - Serie Américaine
De Klotsbal – Serie Américaine

De Klotsbal

De ballen liggen nu uit positie en bal 2 ligt vast.
We plaatsen nu een trekstoot op de bal 2 en passeren dun bal 3.
De trekstoot moeten we goed laag in zetten waardoor bal 2 van de band af komt en zo de ballen weer in positie komen.

Om deze bal in positie te krijgen raken we de speelbaal boven in met links effect.

klotsbal-02Door het linkse effect draait bal 2 met rechts effect naar bal 3 en wordt bij de band gedwongen door bal 1 welke, omdat wij deze bovenin raken meer loop-effect heeft en door de bal 2 iets naast het hart te raken (op de klots) volgt als resultaat dat de speelbal schuin naar bal 3 loopt en in positie komt.

 

 

 

 

 

plaatsingstoot-01De Plaatsingstoot

We hebben gezien, dat we de speelbal aan de buitenzijde van de te spelen ballen moeten houden, dat is in deze situatie niet het geval.
Om dit te verkrijgen kunnen we niet direct van bal 2 voorbij bal 3 spelen, daarom maken we eerst een plaatsingstoot waaruit we een klotsbal verkrijgen.

 

 

 

 

Zie ook: Lezen en leren

Keu vasthouden

voorhand-01Er zijn vele manieren om de biljartkeu vast te houden. De uitgangspositie is de vlakke hand die op het biljart ligt. Een andere uitgangspositie is uw wijsvinger de biljartkeu te laten omvatten terwijl de de top van de keu rust op de duim (Centrale brug). Voor weer een andere uitgangspositie schuift u uw middelvinger onder de biljartkeu door.

 

 

centrale brug
De brug waarbij de speelbal op de horizontale hartlijn wordt geraakt
Lage afstoot met platte keu
Lage afstoot met platte keu

Lees verder: Keu vasthouden