Willie Hoppe

Willie Hoppe - foto met handtekening van 19 februari 1948
Willie Hoppe – foto met handtekening van 19 februari 1948

William Frederick Hoppe werd geboren op 11 oktober 1887 te Cornwall Landing aan de oevers van de Hudson, niet ver van New York. Overleden te Miami (Florida USA) op 1 februari 1959.

Vader Frank (°1863) was kapper en aansluitend aan de kapperszaak hield moeder Frances (°1867 Hoffman) een lunchroom open.  In de zaak stond een pooltafel.  De kleine Willie zou vanaf zijn 5 jaar met het spelletje kennismaken en samen spelen en oefenen met zijn 2 jaar oudere broer Frank (°1885).
Opa Hoffman maakte een houten bankje voor de kleine Willie en kon hij dan nog niet aan de bal dan ging hij op de biljarttafel liggen met zijn voeten onder de kerosine lampen. Aan dit spelen op jonge leeftijd hield Hoppe zijn karakteristieke zijdelingse afstoot over.  Willie had nog 3 zussen Verena (°1889), Lillian (°1893) en Irma (?) en een jongere broer Albert (°1891).

Vader Hoppe zag brood in het biljarttalent van zijn twee oudste zonen en ging in 1895 met hen op tour in de staat New York voor een aantal demonstratiewedstrijden. Wanneer er onvoldoende interesse was trachtte hij de klanten van de lokale biljartzaak te verleiden tot een wedstrijd om geld. Vanaf dat moment werden ze verplicht ernstig te trainen onder vaders alziend oog die hen in het Duits onderrichtingen gaf of een tik om de oren als het resultaat ondermaats was. In zijn eerste boek “Thirty Years of Billiards” dat in 1925 verscheen zou Willie die tikken plastisch omschrijven als “a soundbox”.

Willie Hoppe krijgt op 11-jarige leeftijd (1898) les van Maurice Daly
Willie Hoppe krijgt op 11-jarige leeftijd (1898) les van Maurice Daly

Het talent was Maurice Daly, ex-wereldkampioen en uitbater van 2 biljartzaken in New York City, ter ore gekomen die hen uitnodigde voor een aantal partijen.  Daly maakte vader er opmerkzaam op dat Willie meer aanleg had voor het carambolespel dan voor het poolbijarten. Van die dag nam de carrière van Willie een nieuwe wending.  Al snel maakte hij series van meer dan 300 caramboles in het vrijspel en 30 over band. Vader verkocht de zaak en zou zich full time bezighouden met de carrière van zijn jongste zoon.  Broer Frank had er de brui aan gegeven.

Tijdens exhibities in Chicago in de winter van 1897-1898 ontmoette de jonge Willie Frank Ives, een briljant biljarter en all-round atleet die voordien al uitblonk in het rolschaatsen, wielrennen, baseball en paardrijden. Frank Ives leerde Willie hoe hij in het vrijspel en kader de biljartballen aan de kop van de biljart kon houden. Ives zou jong sterven aan een liederlijk leven.  Vader peperde Willie in om nooit een druppel alcohol te nuttigen.  Een raad die hij zijn ganse sportcarrière zou volgen.

Willie Hoppe haalde reeds de Franse kranten (1902) toen hij als jonge tiener in Parijs kwam trainen
Willie Hoppe haalde reeds de Franse kranten (1902) toen hij als jonge tiener in Parijs kwam trainen

Op 14-jarige leeftijd startte Hoppe met echte wedstrijden en een jaar later in 1902 kon hij dank zij bemiddeling van Jacob Schaeffer Sr. aan de slag te Parijs in de Billard Palace van de Olympia aan de Rue des Capucines. Schaeffer Sr. behoorde tot de wereldtop. In die dagen waren Maurice Vignaux, Louis Curé en Firmin Cassignol de publiekstrekkers te Parijs. Willie vond onderdak bij de familie Kammerer.  Kammerer was de schoonvader van Jacob Schaeffer.  Willy biljartte 3 maanden tegen betaling en stuurde elke week zijn salaris na aftrek van de onkosten naar huis toe. Er werd geadverteerd met titels in de kranten als “Le Jeune Américaine, Willie Hoppe, Garçon Extraordinaire” en “Un jeune prodigue”.

Het was gebruikelijk dat er weddenschappen werden afgesloten op de wedstrijden aldaar. Deze werden bijgehouden door een vaste bookmaker. Tijdens een wedstrijdje “over rood” wenkte een Amerikaanse toeschouwer Willie met de woorden : ”Jongen, ik heb 500$ op je ingezet, als je wint zijn ze voor jou”. Het bleek  de staalmagnaat Charles Schwab te zijn. De jonge Willie die zich al rijk rekende kreeg dermate last van de zenuwen dat hij geen punt meer kon maken.

In 1903 ging hij op tour met Jacob “The Wizard” Schaeffer Sr. op dat ogenblik een van de beste kaderspelers.  Schaeffer Sr. was een snelle speler die op gevoel speelde, niet het type dat veel uitleg gaf of figuren uitrekende. Schaeffer was gekend voor zijn formidabele massés. Alhoewel klein van gestalte was er geen figuur op de biljarttafel die hij niet kon maken. Hij kon dan ook zowel rechts- als linkshandig perfect uit de voeten. Willie leerde weer enorm veel bij.

15 januari 1906 Willie Hoppe speelt tegen Maurice "Le Lion" Vignaux voor de wereldtitel kader 45/1 in de balzaal van het Grand Hotel te Parijs. Links rechtstaand de scheidsrechter Comte de Drée met de handen in de zakken.
15 januari 1906 Willie Hoppe speelt tegen Maurice “Le Lion” Vignaux voor de wereldtitel kader 45/1 in de balzaal van het Grand Hotel te Parijs. Links rechtstaand de scheidsrechter Comte de Drée met de handen in de zakken.
Op 15 januari 1906 op amper 18-jarige leeftijd deed hij te Parijs in het Grand Hotel een gooi naar het wereldkampioenschap kader 45/1 naar 500 punten tegen de Franse grootmeester Maurice Vignaux die toen vooraan in de 60 was.  Comte de Drée, een biljartautoriteit, was scheidsrechter. Bij de rustpauze stond het 266 – 228 voor Vignaux.  Uiteindelijk won Hoppe met 500 – 322 met een gemiddelde van 20,83 en 14,04 voor Vignaux.  Hoppe ging met $5.000 aan prijzengeld en fooien naar huis.

 

Zijn carrière was definitief gelanceerd en hij zou meerdere malen wereldkampioen worden in het kaderspel.  De waarde van een wereldtitel op jaarbasis werd geschat tussen de $20.000 en $50.000, voor die tijd enorme bedragen. Tussendoor  werd hij nog uitgenodigd voor een demonstratie in het Witte Huis voor president Taft in 1911. In de jaren dat Hoppe nog kader speelde zou Edouard Horemans nog een opgemerkte entrée maken in het wereldje van de professionals. Horemans werd wereldkampioen in de jaren 1925 en 1928.

vlnr. De Belg Edouard Horemans, Welker Cochran, Kinrey Matsuyami, Willie Hoppe en de Fransman Felix Grange.
vlnr. De Belg Edouard Horemans, Welker Cochran, Kinrey Matsuyami, Willie Hoppe en de Fransman Felix Grange.

Vanaf het midden van de jaren ’30 richtte Hoppe zijn focus op het driebanden. Tot en met het einde van de jaren ’30 was het Welker Cochran die overheerste maar vanaf de jaren ’40 tot 1952 zwaaide Hoppe de plak en behaalde hij regelmatig tornooigemiddelden van boven de 1,000. De gemiddelden zijn echter niet altijd 100% te vergelijken met de huidige. In 1944 veranderde men het reglement en mocht je tijdens de wedstrijd de speelbal van je voorkeur kiezen (wit of geel, maakt niet uit) bovendien werd 1 strafpunt gegeven voor een opzettelijke verdedigingsstoot (een figuur dat nooit tot een drieband kan leiden) en 5 strafpunten voor 2 opeenvolgende verdedigingsstoten.

Op het internet vind je nog redelijk wat filmpjes over zijn optredens waar je zijn hele karakteristieke en weinig orthodoxe zijdelingse afstoot kan bekijken. Ook karakteristiek aan Willie Hoppe was de vingerzetting van de voorhand, de befaamde “tripod”. Willie’s gouden handen waren verzekerd voor een bedrag van 100.000 $.

Willie's gouden hand en unieke vingerzetting "The Tripod"
Willie’s gouden hand en unieke vingerzetting “The Tripod”

Willie-Hoppe-handzetting-02

Een van de merkwaardigste wedstrijden die Hoppe zou spelen was tegen Robert Cannefax in 1925. Cannefax was in die periode de topper in het driebanden. Vanaf 1917 had hij reeds 6 wereldtitels bij de profs gewonnen. Hoppe’s focus lag toen nog op het kaderspel, toch kon hij op die dag Cannefax de baas in het driebanden. Cannefax die de tafel te traag vond vroeg om op een andere tafel verder te spelen of om het laken te veranderen. Toen Hoppe daar niet op inging sneed Cannefax van pure colère het laken aan flarden met een zakmes. De winst ging naar Hoppe en Cannefax werd voor 1 jaar geschorst. Robert stapte echter in de vaudeville en zou niet meer terugkeren naar het biljartspel. In 1928 stierf hij aan een hersenvliesontsteking. Cannefax was een bijzonder kleurrijke figuur. Een ziekte had er eerder toegeleid dat zijn been geamputeerd moest worden en in de plaats kreeg hij een houten protese. Om tegenstanders te intimideren haalde hij dat zelfde zakmes al eens boven tijdens een wedstrijd om er dan mee in zijn houten been te steken.

In 1941 wordt zijn tweede boek “Billiards As it should be played” uitgegeven. Het is een prachtig boek dat je nog te koop kan vinden op het internet als je wat geduld hebt. Het bevat een hele resem aan foto’s en figuren vergezeld van hele duidelijke uitleg. Het is meerdere malen heruitgegeven in verschillende maten en vormen. Er bestaat bijvoorbeeld een recentere versie bewerkt door Francis Connesson. Het boek bespreekt alle aspecten van het biljartspel met de nadruk op het driebanden waaronder het “Diamond System”. Hoppe zou dit zelf niet of nauwelijks toegepast hebben. Het biljarten zat er bij hem zo van kinds af aan ingebakken dat hij alle figuren op gevoel kon spelen. Hij hechtte veel belang aan concentratie, focus en een goede voorbereiding. Uit zijn boek blijkt dat hij er de voorkeur aan gaf om met beperkt of geen effect te spelen.

Willie Hoppe - Billiards - As it should be played (1940)
Cover van Willie Hoppe’s boek. Let op de “zijdelingse” afstoot, een gevolg van het starten met biljarten als erg jong kereltje toen hij nog amper met zijn armen boven het biljart kon uitkomen. (1940)

Net voor de uitgave van het boek wordt er in de LIFE magazine van 21 april 1941 een artikel aan Hoppe besteed met nadruk op de fotografie van meerdere figuren. Met behulp van een stroboscopisch fototoestel worden figuren over hun ganse beweging vastgelegd waarbij je perfect de looplijnen van de drie ballen kan zien. Wat opvalt is dat de baan van de ballen vaak parabolisch is en pas na enige tijd overgaan in een rechte lijn.

In een uitgave van het Popular Mechanics magazine van 1946 werd heel deze oefening nog eens overgedaan met behulp van stroboscopisch lampen die elke 2 miljoenste van een seconde aan- en uitsprongen en een Speed Graphic camera met open sluiters.

de opstelling uit Popular Mechanics van 1946
de opstelling uit Popular Mechanics van 1946
Stroboscopische foto uit Popular Mechanics van 1946
Stroboscopische foto uit Popular Mechanics van 1946

In 1949 speelde Hoppe een opgemerkte exhibitiewedstrijd tegen Ezequiel Navarra in Buenos Aires. Hoppe verloor de tiendaagse naar 1.500 punten driebanden tegen de jongere Navarra met 1500 – 1216 in 1212 beurten. De nacht van de finale werd er gespeeld voor meer dan 4.000 toeschouwers. Het Argentijnse biljart was toen al een tijdje aan een steile opmars bezig met epigonen als Leopoldo Carrera en de gebroeders Navarra.

De finale nacht van juli 1949 in het Luna Park te Buenos Aires
De finale nacht van juli 1949 in het Luna Park te Buenos Aires

Voor de biljartliefhebbers in Argentinië was de komst van Willie het evenement van het jaar. Alle bekende biljartspelers waren er aanwezig en er werd ter ere van Hoppe een tekening gemaakt waarop alle topspelers en notabelen hun handtekening plaatsten. Dit document maakte deel uit van het “scrapbook” dat Willy bijhield en dat tot voor kort in handen was van Jim en Bon Parker van de Illinois Billiard Club en Bonnie’s Dining & Banquets. Jim en Bon waren zo vriendelijk om een scan ter beschikking te stellen. Ondertussen hebben zij het scrapbook uit handen gegeven.
Willie-Hoppe-Navarra-Sign-1949
Na het gewonnen “wereldkampioenschap” van 1952 hing Willie de competitiekeu aan de haak en zou hij enkel nog exhibities spelen en wat meer van het leven genieten in Miami. Terwijl hij zijn ganse leven als een asceet had geleefd zou hij nu al eens een sigaret roken en een pint drinken. Willie trouwde en scheidde tweemaal en had een dochter Alice en een zoon William Jr bij zijn eerste vrouw Alice Walsh. Op 27 december 1923 zou hij via het gerecht het hoederecht over zijn zoon overdragen aan zijn ex-vrouw. In 1927 zou zij via het gerecht het definitieve hoederecht over beide kinderen aanvragen. Op 9 december 1946 overleed ze na een operatie.

Zijn neef Gerald Holton, zoon van Irma Hoppe, de jongste zus van Willie, die hem regelmatig zag toen hij nog in Philadelphia woonde zou hem omschrijven als een alleraardigste gentleman. Dan McGoorty zou hem omschrijven als een gereserveerde, vriendelijke aristocraat. Willie, Mr. Billiards, altijd netjes in het pak of smoking gaf de sport zijn hoogste aanzien en glorie. Op 1 februari 1959 overleed Hoppe in Miami aan de gevolgen van een hartaanval. Enkele maanden later zou ook Welker Cochran sterven en werd er een punt gezet achter de hoogdagen van het Amerikaanse carambolebiljart. Even nog zou Sang Chun Lee een lichtje laten flikkeren in New York.

Willie Hoppe stond een groot deel van zijn leven onder contract van de Brunswick Balke Collender Company, de commerciële reus in de biljartwereld van die tijd.

Reclame van de scheermessenfabrikant Gilette met Willie Hoppe als bron van inspiratie :-)
Reclame van de scheermessenfabrikant Gilette met Willie Hoppe als bron van inspiratie 🙂

Bronnen : Thirty Years of Billiards by Willie Hoppe 1925, Billiards As it should be played by Willie Hoppe 1941, LIFE magazine 1941, Popular Mechanics magazine 1946, website Charles Ursitti www.charles.ursitti.com, Mundo deportivo juli 1949, El Grafico juli 1949, diverse krantenartikelen, Jim and Bon Parker van de Illinois Billiard Club

Bron auteur: BC de Deken

Henk Robijns

Hendrik Robijns in 1911
Hendrik Robijns in 1911

Hendricus Jacobus (Henk) Robijns (Nieuwer-Amstel, 17 november 1883 – Amsterdam, 15 oktober 1959) was een Nederlands biljarter. Hij was drievoudig wereldkampioen driebanden.

Robijns bekwaamde zich aanvankelijk in het kaderspel. In 1912 werd hij Nederlands kampioen tweede klasse kader 45/2, een jaar later herhaalde hij die prestatie in de eerste klasse. In 1928 switchte hij definitief naar het driebanden, waarin hij het jaar daarvoor al Nederlands kampioen was geworden. Met succes, want reeds in 1930 werd hij in Amsterdam gekroond tot wereldkampioen. Deze prestatie herhaalde hij in 1932 (Vichy) en 1933 (Caïro). Na zijn derde wereldkampioenschap trok hij zich uit de wedstrijdsport terug. Robijns was tussen 1927 en 1933 zeven maal op rij Nederlands kampioen in het driebanden.

Robijns was van beroep diamanthandelaar. Hij overleed in 1959 op 75-jarige leeftijd. Hij is begraven op Zorgvlied.