Traditiegetrouw is het einde van een jaar en het begin van een nieuw, bij uitstek het moment voor analyseren en koffiedik kijken. Wat heeft het voorbije jaar gebracht en wat zal het nieuwe brengen?
In het voorbije jaar is er flink aan de wedstrijdreglementen gesleuteld. Regelmatig worden er natuurlijk altijd wel aanpassingen gedaan, mensen en omstandigheden zijn nu eenmaal aan verandering onderhevig, daar moet regelgeving bij aansluiten. Van tijd tot tijd is het dan nodig om ‘grote schoonmaak’ te houden. De reglementen grondig onder de lamp te leggen. Dat is nu weer gebeurd. En zoals altijd blijkt dat er achteraf wat bijgestuurd moet worden. Lees verder: Omzien om vooruit te kijken
Het is niet altijd eenvoudig om elke keer weer iets te hebben waar je een verhaaltje van kunt maken. De ene keer denk je tenslotte, want je schrijfseltje moet de deur uit: nou vooruit, dát moet het dan maar worden. Soms ook valt je op een onverwacht moment zomaar iets op waarvan je meteen weet: daar kan ik iets mee doen.Lees verder: Als arbiter mag je geen muurbloem zijn
Het is allang geen unicum meer, dat er biljarttoernooien voor ‘rolstoelers’ worden georganiseerd. Nog onlangs kon u in Biljart Totaal van januari 2005 op bladzijde 6 het verslag lezen van het Algemeen Kampioenschap Rolstoelbiljarten. Uit die kringen ontving ik onlangs het verzoek eens een lans te willen breken voor speciale reglementering.
Ik werd er op gewezen, dat de huidige regels dienen te worden aangepast. Bijvoorbeeld zou een rolstoelbiljarter altijd de fout ‘het niet met ten minste één voet de grond raken, op het moment dat de speler afstoot, begaan, zoals in artikel 5209 lid 5 van het Spel- en Arbitragereglement is bepaald. Dit rolstoelbiljarten heeft nu zo’n vlucht genomen, dat het langzaamaan tijd wordt ook voor deze groep KNBB-ers aangepaste regels te ontwerpen. Ik voldoe graag aan het verzoek om via deze rubriek de aandacht te vragen van de reglementencommissie om ook voor deze biljarters een goed reglement te maken, waaraan de spelers en de arbiters iets hebben. Want, indien de arbiter erg formeel zou handelen (en die zijn er!), dan zou hij of zij wellicht elke carambole moeten aftellen, omdat niet werd voldaan aan de voorwaarde “voet aan de grond. Lees verder: Voet aan de grond
Ik heb het hier over de situatie dat je niet in een oogopslag kunt zien of de bal vast of vrij ligt. Aan of van bal of band. Komt vaak voor, vooral bij compact spel is het haast schering en inslag. Hoe je dat dient te doen, dat nog eens goed kijken, maar vooral hoe je het niet mag doen, is duidelijk voorgeschreven.
Het is iets wat je vaak ziet. De ingespeelde bal blijft zo dicht bij de laatste bal liggen, dat de arbiter, nadat hij de carambole geannonceerd heeft, even goed kijkt of de bal vrij of vast ligt.
Immers, als de bal wel vrij ligt, maar het is slechts nauwelijks, wordt het een stuk moeilijker om een zuivere stoot uit te voeren.
Maar blijft de speelbal vastliggen aan de laatste bal, dan heeft de speler meestal en keuze: óf hij speelt de bal eerst weg van de bal waaraan hij vastligt óf hij laat de arbiter de ballen op de daarvoor aangewezen acquits plaatsen. Afhankelijk van de positie waarin de ballen liggen, kan de speler blij zijn als de arbiter ‘vrij’ annonceert of een annonce ‘vast aan is hem welkom. Daarom komt het nogal eens voor dat de speler aan de arbiter vraagt om nog een keer goed te kijken of de speelbal vrij of vast ligt. Lees verder: Als je nog eens goed moet kijken