‘Met een klein AOW’tje kun je geen sociaal leven bekostigen’
De Zwaluwse ouderen zitten niet achter de geraniums. Al meer dan dertig jaar lang komen ze elke middag samen in hun dorpshuis. Het succes van het inloophuis voor ouderen schuilt in de actieve vrijwilligers, zelf ook 65-plus. ‘Er is een grotere behoefte samen te zijn. Dat heeft misschien wel te maken met de slechte financiële situatie van veel ouderen.’
Inloophuis Den Domp bestaat al vanaf 1976, sinds een wethouder zich sterk heeft gemaakt voor een eigen plek voor ouderen in het dorp. Lage Zwaluwe heeft, net als de vijf omliggende dorpen die samengevoegd zijn in één gemeente: Drimmelen (Brabant), bovengemiddeld veel ouderen. Het oude schoolgebouw is een centrum van activiteit voor de senioren. Elke middag is er iets te doen, biljarten, handwerken, cursussen, kaartje leggen en meer. De Stichting Welzijn Ouderen van de gemeente Drimmelen ondersteunt het in-loophuis – ook in twee andere dorpen. In Lage Zwaluwe zijn de ouderen zelfvoorzienend: ‘We hebben alles zelf in de hand, kopen koffie en eten goedkoop in bij de supermarkt. En met een actieve club vrijwilligers organiseren we hier de boel,’ zegt Jan Luijten, voorzitter van de activiteitencommissie en actief in Den Domp vanaf het eerste uur.
Biljart en handwerk
In Den Domp is de activiteitenmiddag begonnen. De twee biljarttafels zijn populair bij de mannen. Een clubje zit te kaarten: rikken, zoiets als klaverjassen, maar dan in het zuidelijke deel van Nederland.
Aan een tafel zitten drie vrouwen te handwerken. Met onvermoede precisie knippen en plakken ze onderdeeltjes van plaatjes op een kaart. Het eindproduct is een driedimensionale ansichtkaart. Voor feesten en partijen: ‘Mijn dochter is 25 jaar getrouwd, daar maak ik deze kaart met rozen voor,’ zegt een mevrouw.
Activiteitenvoorzitter Jan Luijten legt uit hoe de biljartcompetitie in de regio Drimmelen werkt. Dit soort bijeenkomsten zijn ook belangrijk om het sociale leven van de senioren op de rails te houden, weet Jan Luijten als spin in het web van Den Domp. ‘Kijk, deze man, hij was drie jaar geleden opgegeven, kanker. Nu biljart hij elke week met ons, hij is er helemaal bovenop gekomen. Ik zie het zo vaak gebeuren. Mensen die opbloeien omdat ze aansluiting vinden in de activiteiten die ze kunnen doen. Laatst stond een man te springen van plezier voor zijn stoel, terwijl hij stijf en krom achter een rollater binnenkwam. Als je dat ziet, krijg je tranen in je ogen.’
Nauwe band
De senioren in Den Domp kennen elkaar allemaal. Uit het dorp, van de lagere school of omdat ze van jongs af buren zijn geweest, en hun ouders ook. De meesten zijn hier geboren en getogen. Je zou niet verwachten dat hier onder ouderen een gebrek aan sociale ontmoeting is. ‘De band tussen de mensen is nauwer dan in de stad,’ bevestigt Jan Luijten, ‘maar je moet ook een plek hebben om samen activiteiten te doen. Ik zie de laatste jaren het aantal deelnemers toenemen, de behoefte elkaar te ontmoeten is groter geworden. Dat heeft met de televisie te maken. De tv-programma’s zijn vooral op jongeren gericht.’ Jan Luijten denkt even na: ‘Het heeft ook te maken met de financiële situatie van mensen. Die is de laatste jaren echt slechter geworden. Ik doe vanuit de vakbond ook de belasting-aangifte voor mensen en ik zie dat veel meer 65-plussers maar afhankelijk zijn van alleen een klein AOW’tje. Dit is een arbeidersdorp, mensen hebben geen riant pensioen opgebouwd. In de gemeente zit 40 procent van de 65-plussers onder het minimuminkomen. Dan kan je geen uitgebreid sociaal leven met uitjes, reisjes en middagjes winkelen erop nahouden.’
‘Het inloophuis is voor mij de plek waar we samen kunnen komen,’ vindt Jan Luyten. Het is elke dag vol in Den Domp. ‘Je hoeft hier niet eenzaam te zijn, er is altijd wat te doen. Als ik niet meer uit de voeten kan, dan heb ik nog tijd zat om achter de geraniums te gaan zitten.’