Hoe wordt een biljartbal gemaakt

Handwerk
Heel vroeger zijn biljartballen met de hand gemaakt. Tegenwoordig doet een machine het werk (daarover straks wat meer). De eerste biljartballen waren van hout. Het spel (aanvankelijk een soort croquet) werd toen nog buiten gespeeld. Nadat biljarten eenmaal een binnensport werd – midden 16e eeuw – kwamen de ivoren ballen.
Biljarten was toen vooral een spel voor de gegoede stand. Koningen waren er dol op. Biljarten werd daarom ook wel eens het ‘spel der koningen’ genoemd.

ivoren-biljartbal-04Ivoor
Maar terug naar de bal. Ivoor, of elpenbeen, is een natuurlijk product. Het gaat om het been uit de slagtanden van olifanten. Ivoor is dus zeldzaam en daardoor erg duur. Fabrikanten van biljartballen zijn daarom al vroeg op zoek gegaan naar betaalbare alternatieven. In 1863 werd er zelfs een wedstrijd voor uitgeschreven. Ene John Wesley Hyatt greep die wedstrijd aan om een stabiel plastic te maken. Na zes jaar experimenteren kwam hij met een biljartbal van kunststof, celluloid genoemd.
Toen Hyatt aan zijn klus begon, bestonden er al enkele kunststoffen zoals eboniet en parkesine. Maar erg bruikbaar voor het maken van biljartballen waren die plastics niet.

Hars
Hyatt maakte zijn biljartbal van gomhars, dat uit de bast van bomen werd gewonnen, en een ander natuurlijk plastic dat gemaakt werd van de afscheiding van de schellakkever en houtmeel. De bal werd bedekt met collodium, een oplossing van cellulose-nitraat en alcohol. Het collodium vormde, omdat het snel droogde, een dun filmlaagje om de bal.

Explosief
Maar de biljartbal van Hyatt had echter één nadeel: cellulose-nitraat is zeer explosief.
Op het moment dat de ballen elkaar bij het biljarten raakten, zouden ze kunnen exploderen. Gelukkig slaagde Hyatt erin zijn eigen vinding te verbeteren. In 1870 ontdekte hij dat kamfer een prima oplosmiddel was om het explosiegevaar van cellulose-nitraat op te heffen. Vanaf dat moment kon er volop met de kunststof celluloid gewerkt worden. Natuurlijk werd het maken van kunststof in de jaren daarna nog sterk verbeterd, maar de biljartbal wordt nog steeds van kunsthars gemaakt.

Fabrieksgeheim
Hoe precies een biljartbal wordt gemaakt wil de Belgische biljartballenfabrikant Aramith niet zeggen. Fabrieksgeheim dus. Maar het maken van een goede biljartbal duurt bijna 25 dagen. De bal moet namelijk perfect rond zijn. Aramith maakt duizend verschillende ballen, voor elke biljarttak (o.a. carambole, snooker, pool en eightball) is er een aparte bal.

Goedkoop
Zo’n biljartbal van kunststof blijkt overigens niet alleen goedkoper, maar bovendien ook beter te zijn dan zijn ivoren voorganger. Ivoor is namelijk gevoelig voor temperatuurschommelingen, kunststof niet. Overigens moet een bal volgens de Nederlandse biljartbond een diameter hebben van 61 tot 61,5 millimeter en een gewicht tussen de 205 en 220 gram.

Slijtage
Door het rollen over het laken slijten de ballen, ongeveer 1,5 millimeter per jaar. Een biljartbal gaat daarom ongeveer vijfhonderd speeluren mee.

Ivoren ballen

ballen-ivoor-03Het is een algemeen erkende waarheid, dat op een goede tafel met slechte ballen geen resultaten te boeken zijn, maar goede prestaties op een slecht biljart met goede ballen – dat is nog wel mogelijk!
Hieruit blijkt wel van welk een eminent belang de ballen zijn.
Het biljartspel wordt gespeeld met drie ballen van volkomen gelijke afmetingen en vervaardigd van ivoor of van een door de Internationale Biljartbond goedgekeurd kunstprocedé. Voor Nederland geldt bovendien dat het bestuur van de Koninklijke Nederlandsche Biljartbond de ballen voor gebruik in officiële wedstrijden dient goed te keuren. Twee hebben de kleur van wit, gepolijst ivoor; de derde is rood of van een andere kleur zich aanpassend bij die van het laken. De voorgeschreven diameter van de ballen bij officiële wedstrijden is 61 à 61,5 mm (voor ivoor), en 62 à 62,5 mm (voor kunstprocedé). Eén van de witte ballen is gemerkt met twee onuitwisbare ronde zwarte stippen van ongeveer 1 mm middellijn, één aan elk van de uiteinden van een middellijn van de bal (gemerkte bal).

De rode ivoren bal verkrijgt men door deze uit te koken met grenadine, hierdoor krijgt deze zijn mooie diep rode kleur.

ballen-ivoor-01Goede ivoren biljartballen worden gedraaid uit de slagtanden van de wijfjesolifant. Het ivoor van de slagtanden van de mannetjesolifant is hard en zwaar en weinig elastisch en daardoor kunnen er geen ‘gevoelige’ ballen uit worden gedraaid. Het ivoor van de wijfjesolifant daarentegen is zacht, licht en elastisch en dit is dan ook het ivoor dat bij uitstek geschikt is voor het fijne, subtiele biljartspel en dat men in de kringen van de goede wedstrijdspelers betitelt met ‘Zanzibar léger’, dat wil zeggen, licht Zanzibar-ivoor. Velen spreken er hun verwondering over uit, dat er jaar in jaar uit nog zoveel olifanten geschoten kunnen worden om aan de ontzaglijke vraag naar ivoren ballen te kunnen voldoen. Over de gehele wereld toch wordt het biljartspel beoefend en er zijn jaarlijks (ondanks de stijgende vraag naar ballen van kunstprocedé) zoveel ivoren biljartballen nodig, dat de olifant vermoedelijk al lang zou zijn uitgeroeid, indien dat waar was dat uitsluitend ten behoeve van de vraag naar biljartballen op olifanten werd gejaagd. Dit is daarom net het geval omdat, ballen gedraaid uit tanden van een geschoten olifant, ten gevolge van de zogenaamde natuurlijke sappen, die zich in het verse ivoor bevinden, voor het biljartspel ongeschikt zijn. De slagtanden waarvan de biljartballen worden gemaakt, worden op bepaalde plaatsen opgegraven. Men haalt ze uit zogenaamde olifanten-kerkhoven, dus van plaatsen waar, wie weet hoe lang geleden en door welke oorzaken dan ook, enorme kudden olifanten de dood vonden. En nu is het merkwaardig dat zelfs opgegraven tanden, die dus oeroud kunnen zijn, voor direct gebruik nog geen biljartballen opleveren die voor eerste klasse biljartspel geschikt zijn.
ballen-ivoor-02De daaruit ruw gedraaide ballen moeten eerst nog ongeveer drie jaar in een zogenaamde droogkamer liggen; dan pas kunnen er wedstrijdballen van worden gemaakt.

Ivoren ballen die voor belangrijke toernooien worden gebruikt, moeten voorts nog aan de volgende eisen voldoen:

  1. de ballen moeten precies dezelfde diameter hebben, er mag geen verschil van een deeltje van een millimeter zijn;
  2. de ballen moeten gelijk van gewicht zijn;
  3. de ballen moeten een grote elasticiteit bezitten;
  4. het ivoor van de ballen moet homogeen zijn, zodat het gewicht van de ene helft van de bal (onverschillig in welke stand de as der hartpunten geplaatst wordt) gelijk is aan het gewicht van de andere helft. Het komt voor dat honderd en meer ballen op deze eigenschap worden onderzocht (in een bak met kwik) en dat met tot de slotsom komt dat niet één bal aan de ies van homogeniteit of centriciteit voldoet;
  5. het gewicht moet liggen tussen 210 en 220 gram per bal (bij een afmeting van 61 à 61,5 mm).

Ivoor is uiterst gevoelig voor tocht en temperatuurwisselingen, die onvermijdelijk kleine scheurtjes in de ballen veroorzaken. Daarom dient men ivoren ballen met de pijnlijkste voorzichtigheid te behandelen, ze steeds behoeden voor tocht en plotselinge overgangen van warmte in koude en omgekeerd en ze direct na afloop van het spel op te bergen in tochtvrije schuifdozen (liefst in watten gewikkeld).

ballen-ivoor-04In ca. 1750, nadat twee eeuwen lang houten ballen waren gebruikt, deden ivoren ballen hun intrede in het biljartspel. Tegen het einde van de 19e eeuw kreeg de ivoren bal concurrentie van de kunstballen. Men vervaardigde onder andere ballen van papier-maché (zwaar geperst papier), die aan de goede spelers geen bevrediging schonken. Ook zag men biljartballen met een stenen kern en een bedekking van celluloid. Deze gaven slechts zeer matige bevrediging. Toen kwam de bal van kunsthars, de zogenaamde glazen bal, waarmee men goed kon trekken, maar minder goed piqueren en masseren. Deze kunstballen, waarvan Duitsland een grote leverancier was heeft men in de 20e eeuw zeer geperfectioneerd; men heeft ze thans met dezelfde soortelijk gewicht als ivoor en ze bieden vele voordelen.
Ze zijn niet onderhevig aan temperatuursverschillen, ze krimpen niet, zetten niet uit, zijn zeer elastisch en behoeven niet te worden afgedraaid; ze zijn homogeen. Er zijn nu vele merken compositieballen in de handel, waarvan de K.N.B.B. er na grondig onderzoek een aantal voor gebruik in officiële wedstrijden heeft goedgekeurd.

IvorenBal-03
Door de vaal geworden rode bal uit te koken met grenadine krijgt deze weer zijn mooie diep rode kleur.

Kunststoten

kunststootHet kunststoten ook wel “artistiek” genaamd, is een zeer spektaculaire spelsoort. De stootbeelden die de balgoochelaars bij dit fraaie onderdeel van de biljartsport in een carambolage moeten zien om te zetten, staan weliswaar vast, maar dat mag niet verhinderen dat het kunststoten toch iedere keer weer iets verbazingwekkends is om naar te kijken. Het kunststoten is om technische redenen, ook de enige spelsoort die nog met ivoren ballen wordt gespeeld.

Er zijn in totaal 68 stootbeelden, ook wel figuren genoemd, voorgeschreven. Ieder figuur heeft zijn eigen puntencoëfficiënt, die door de moeilijkheidsgraad vooraf wordt bepaald. De stootbeelden zijn in 34 groepen van twee figuren onderverdeeld. Het maximaal te behalen aantal punten bedraagt 500 punten.

Er zijn zeven verschillende soorten technieken in het kunststoten. Bandstoten, doorschietstoten, doorschiettrekstoten, kopstoten, trekstoten, zweepslagdoorschiettrekstoten, zweepslagtrekstoten.  Een speler heeft voor ieder figuur drie pogingen ter beschikking.

Men gebruikt voor kunststoten een veel zwaardere keu dan voor het libre en driebanden. Deze zijn speciaal ontworpen om de grote krachten en effecten te kunnen overbrengen op de bal.

 

Raymond Steylaerts

Raymond Steylaerts
Raymond Steylaerts

Geboren op 3 april 1933, overleden op 7 januari 2011 te Antwerpen.

Hij begon als driebandenspeler bij de Antwerpse Biljartacademie maar raakte al snel gefascineerd door de vreemde draaibewegingen die de ballen op het groene laken plachten te maken en besliste zich toe te leggen op het artistieke biljartspel. In de loop der jaren zou Raymond Steylaerts in deze technisch zeer moeilijke discipline een gigantisch palmares bij elkaar spelen.

Tussen 1954 en 1983 werd hij liefst 14 keer Europees kampioen en in de periode 1952-1996 pakte hij ook nog eens 27 gouden medailles op de Belgische kampioenschappen. Steylaerts kroonde zich in 1970 een eerste keer tot wereldkampioen en zou dat nog vijfmaal overdoen in ’79, ’80, ’84, ’86 en ’87. Hoewel voor hem de ambitie bij het artistieke lag en hij vooral daarop zijn trainingsschema richtte, slaagde Steylaerts er toch in drie keer Belgisch Kampioen driebanden te worden. Lees verder: Raymond Steylaerts

Artemis ferulle

Carambole Artemis kunststof dop deluxe

  • 1ste klas kunststofdop voor biljart topeinden
  • Artemis biljart product
  • Nederlands fabrikaat  ferulle
  • Professionele ferrule
  • Topsterk
  • Uiterst duurzaam
  • High-Impact materiaal (cerocite)
  • Meest gebruikte huls voor keureparatie
  • Maat: 9 mm, 9,5 mm, 10 mm, 10,5 mm, 11 mm, 11,5 mm, 12 mm, 12,5 mm en 13 mm

Ferrule-CaromDeze Artemis kunststof keudoppen voor biljartkeu reparatie zijn voorzien van 6mm schroefdraad zodat de verbinding met de keu nog sterker is dan bij gewone verlijming. Ze worden natuurlijk nog steeds gelijmd voor een oerdegelijke verbinding.

Deze keuhulzen zijn van sterke kwaliteit en barsten daardoor bijna nooit en laten zich makkelijk lijmen met een pomerans.

Deze kosten ongeveer € 7,50, andere merken goede kwaliteit vanaf € 5.00

Jolly Cue

JOLLY KEU – BEENTJE EN POMERANS SCHUURDER

Jolly cue
Jolly cue

Jolly Cue Reparatieset:

  • Vervang zelf je pomerans.
  • Verwijder je oude pomerans en prepareer je keu om een nieuwe pomerans te plaatsen.
  • Zeer handig en degelijk hulpmiddel
  • Geschikt voor topeinden met een pomerans met een diameter tussen 10 en 14 mm.

 

Open de Jolly Cue Shaper
Open de Jolly Cue Shaper
Verwijder de pomerans met een mes. Probeer deze voorzichtig zo volledig mogelijk te verwijderen zonder het ivoor te beschadigen.
Verwijder de pomerans met een mes. Probeer deze voorzichtig zo volledig mogelijk te verwijderen zonder het ivoor te beschadigen.
Plaats de klem van de Cue Shaper op het topeind. Het schuurpapier moet nu op het ivoor zitten. Draai nu de Shaper totdat de pomerans volledig verwijderd is en alle lijmresten van het ivoor verwijderd zijn.
Plaats de klem van de Cue Shaper op het topeind. Het schuurpapier moet nu op het ivoor zitten. Draai nu de Shaper totdat de pomerans volledig verwijderd is en alle lijmresten van het ivoor verwijderd zijn.
Plaats de nieuwe pomerans in het ronde plastic gedeelte. Daarna het andere deel met het schuurpapier erop plaatsen en draaie het schuurpapier over de pomerans totdat het oppervlak ruw is. Je pomerans is nu klaar om op het topeind te plakken.
Plaats de nieuwe pomerans in het ronde plastic gedeelte. Daarna het andere deel met het schuurpapier erop plaatsen en draaie het schuurpapier over de pomerans totdat het oppervlak ruw is. Je pomerans is nu klaar om op het topeind te plakken.

Ballen

carambole biljart ballen

Geschiedenis van de biljartbal
De eerste biljartballen werden van ivoor gemaakt. Tijdens gebruik bleek echter snel dat dit materiaal niet perfect is, omdat het snel slijt. Versleten ballen moesten regelmatig nageslepen worden, waardoor de bal automatisch een andere doorsnede kreeg. Ivoor is bovendien een natuurproduct en onderhevig aan verschillen in dichtheid, waardoor de roleigenschappen en het spelgedrag van de biljartballen beïnvloed worden.

Moderne biljartballen
Aangezien de verwerking van ivoor verboden is ter bescherming van de olifanten, worden biljartballen tegenwoordig gemaakt van een hoogwaardig synthetisch fenolhars. Fenolhars is een industrieel product en heeft hierdoor een gelijkblijvende dichtheid en gewicht, verslijt praktisch niet en behoudt zo jarenlang dezelfde speel- en roleigenschappen. De Belgische firma Saluc is marktleider in productie van biljartballen en verkoopt deze onder de merknaam Aramith. Vergeleken met ballen van ivoor, hebben kunststofballen veel betere roleigenschappen en zijn bovendien robuuster.

Biljartballen van Aramith – echte Belgische kwaliteit
Het Belgische merk Aramith is wereldwijd marktleider op gebied van biljartballen. Sinds enkele tientallen jaren, hebben de Belgische biljartballen van Aramith een wereldwijde legendarische reputatie voor langdurig speelgenot en uitstekende kwaliteit. Bijna 80% van alle biljarters wereldwijd spelen met ballen van Aramith, DE maatstaf van de biljartbal.

Wereldwijd erkend
Aramith-fenolharsballen worden exclusief ingezet door de meeste professionele wedstrijdorganisatoren, verenigingen en amateurliga’s bij wedstrijden en kampioenschappen over de hele wereld, een duidelijke bevestiging voor de uitstekende reputatie en de hoogwaardige kwaliteit van de Aramith-ballen.

Aramith Fenolharsballen
Geconcipieerd voor een nauwkeurige balcontrole. Aramith biljartballen van fenolhars zijn gegarandeerd zonder polyester en combineren alle eigenschappen, die veeleisende spelers mogen verwachten.

Perfecte en nauwkeurig uitgebalanceerde balvorm
Een constante dichtheid en een nauwkeurig evenwicht zijn absoluut noodzakelijk voor de controle van tempo, looprichting, omloop en terugkaatsing van de biljartbal. Het volledig doorgeharde fenolhars zorgt ervoor dat iedere Aramith-bal een gelijke dichtheid heeft. Het zwaartepunt ligt precies in het midden, waardoor de bal nauwkeurig en precies in balans over de biljarttafel loopt.

Unieke elasticiteit en perfecte terugkaatsing
Veel belangrijker als de baltoleranties zijn de terugkaatsingseigenschappen van de biljartbal. Strategisch spel is alleen mogelijk door een berekenbare terugkaatsing van de bal waardoor de navolgende stoot exact gepland kan worden. Door de unieke veerkracht van de Aramith-fenolhars ballen wordt de bal optimaal teruggekaatst, zodat de speler iedere stoot nauwkeurig kan plannen.

Levensduur
Menig biljarter is zich er niet van bewust, dat ook biljartballen onderhevig zijn aan slijtage. Menig biljartpartijtje in ‘t café of op de clubavond wordt gespeeld met oude biljartballen en iedere stoot, ketser of sprong laat een beschadiging achter, maar dat niet alleen; op den duur zullen ballen zelfs wat indrogen, waardoor de veerkracht wat afneemt. Ook al poets je de biljartballen nog zo goed, met of zonder speciale polish; in de praktijk is het zo dat ballen die intensief worden gebruikt, hooguit 1 jaar meegaan.

Daarna moeten ze langzaam maar zeker vervangen worden en kunnen de oude ballen op de klok voor de café-biljarters.

Een biljartbal is ± 61,5 mm. in doorsnee en weegt ongeveer 215 gram. Door de slijtage kan de diameter soms wel met 0,5 tot 1,5 milimeter afnemen. Tijd dus voor een nieuw setje ballen! En u zult zien, die lopen beter, sneller en verder dan dat u gewend was met die oude “knikkers”.

 

Voor carambolebiljart zijn een zestal versies in omloop, waarvan hieronder een overzicht. De Super Aramith Tournement is het meeste in gebruik, gevolgd door de Pro Cup, de Deluxe en tot slot de Traditional en Premier. Het Demonstration-setje wordt gebruikt bij Biljart Artistiek en demonstraties om het effect van de bal goed te kunnen laten zien.

Gerard Mourits schreef een mooi werk over biljartballen; Download Zin en onzin over biljartballen

Geschiedenis van het biljarten

geschiedenis van het biljartenHet biljartspel kent een lange en rijke geschiedenis. Het spel werd gespeeld door koningen en burgerlui, presidenten, zwakbegaafden, dames, heren, en oplichters evenwel. Het spel is ontstaan in Noord Europa, waarschijnlijk Frankrijk, in de 15e eeuw en werd aanvankelijk als een veldsport gespeeld.

Het biljartspel verhuisde naar binnen op een houten tafel, welke bekleed was met een groen kleed. Dit om het gras na te bootsen. Rondom de tafel werd een simpele lat bevestigd. De ballen werden geschoven, in plaats van gestoten, met een houten stok.

De term biljart is waarschijnlijk afkomstig uit het Frans en is waarschijnlijk samengesteld uit de woorden “bille” van bal en “art” van kunst. Ook de engelsen claimen het ontstaan van het spel maar daar wordt (buiten Engeland) weinig geloof aan gehecht.

Het spel werd origineel gespeeld met twee ballen op een tafel met 6 gaten (pockets) met een poortje en een rechtopgeplaatst blokje (de koning) welke als doel fungeerde. In de 18e eeuw verdwenen de poortjes en de koning geleidelijk uit het spel, en bleven enkel de ballen en gaten nog over. De meeste informatie over het vroegere biljartspel is afkomstig uit “wedstrijd”-verslagen door spelers van adelijke afkomst. Maar het is overduidelijk dat het spel van begin af aan ook door de gewone burger werd gespeeld.

In 1600 was biljarten bekend genoeg om genoemd te worden in Shakespeare’s “Anthony and Cleopatra”. 75 Jaar later verscheen het eerste boek met biljartspelregels, waarin melding werd gemaakt van het feit dat er maar weinig plaatsen in Engeland waren waar geen biljarttafel stond, welke toegankelijk was voor het publiek.

De keu werd ontwikkeld aan het einde van de 17e eeuw. Als een bal (te) dicht bij de rand kwam te liggen, was het zeer moeilijk om met wat toen de voorkant was (een lepelvorm) te schuiven. In zo’n geval werd de stok omgedraaid en werd er met het dunne achtereinde (de cueue wat zoveel als staart betekent) gestoten. Dit gebruik was lange tijd alleen aan de mannelijke spelers voorbehouden, aangezien men bang was dat de dames met het scherpe(re) uiteinde van de cue waarschijnlijk het laken zouden openrijten.

Tafels hadden in het begin platte verticale randen om er voor te zorgen dat de ballen niet van de tafel zouden rollen. Al gauw ontdekten spelers dat de ballen door de randen weerkaatst konden worden en men begon er zelfs gericht op te spelen en ziedaar; het ontstaan van “bandstoten”.

Na 1800 werd in Engeland het materiaal meer en meer verbeterd, mede dankzij natuurlijk door de industriële revolutie. Krijt werd geintroduceerd om de wrijving tussen de bal en keu te vergroten, zelfs al voordat de eerste keu (in 1823) met een leertje (de pomerans) werd uitgerust, waarmee de speler een bal van zij-effect kon voorzien.

In 1829 kwamen de eerste tweedelige keu’s op de markt. Rond 1835 werd leisteen populair als ondergrond. Nadat de industrie het in 1839 voor elkaar kreeg om rubber te vulcaniseren, werden in 1845 de eerste rubberen banden voor de biljarttafel geintroduceerd. Rond het jaar 1850 was de biljarttafel zover doorontwikkeld en verworden tot de vorm die we nu nog steeds gebruiken.

Het van ± 1770 tot 1920 meest gespeelde spel in Engeland was English Billiards, en werd met 3 ballen en 6 gaten (pockets) gespeeld op een lange rechthoekige tafel. De 2 op 1 verhouding tussen lengte en breedte werd standaard in de 18e eeuw. Daarvoor was de tafel aan geen afmeting gebonden.

A. Garnier
A. Garnier

Nog voor er een internationale organisatie bestond, werd in 1873 het eerste wereldkampioenschap vrijspel voor profs georganiseerd, die gewonnen werd door de fransman Garnier met een algemeen gemiddelde van 9,32 en een hoogste reeks van 113 punten.

 

 

Maurice-VignauxVanaf dan gingen de gemiddelden pijlsnel de hoogte in. In 1880 verwezenlijkte de fransman Maurice Vignaux een reeks van 1531 punten. De “série américaine” was geboren.

 

 

 

Schaeffer Mccleery
Schaeffer Mccleery

Tien jaar later, in 1890 had in San Francisco de meest opmerkelijke wedstrijd vrijspel plaats waarbij de Amerikaan Schaeffer Mac Cleery versloeg met 3000 -13 in 3 beurten met een hoogste reeks van 3000 punten.

Ferrule (beentje)

Ferrule-CaromDe verschillende kwaliteiten, merken en prijzen van ferrule’s lopen sterk uiteen, hier een lijst van merken en hun hardheidsscore. De prijzen lopen uiteen van € 1,50 tot circa € 12,00 voor de duurdere materialen.

Keudoppen worden gebruikt om het topeind van de keu te beschermen tegen barsten of splijten. Op deze ferrule lijmen we de pomerans en tegenwoordig over het algemeen de gelaagde pomerans. Deze doppen hebben verschillende benamingen. Van oudsher worden ze beentjes genoemd omdat ze vroeger van ivoor werden gemaakt. Tegenwoordig worden ze meestal van kunststof gemaakt en bestaan er benamingen zoals beentje, kunstivoor, keudop, ferulle en keuhuls. Een van de meest bekende is de Cerocite huls, dit is de vervanger voor het ivoren beentje. Lees verder: Ferrule (beentje)

Van olifant naar biljartbal

Waar zijn die goede oude tijden gebleven, dat olifanten nog grondstof waren voor de ivoren biljartbal?

ballen-ivoor-03In de jaren vijftig van de vorige eeuw kreeg een aantal biljarters wat setjes met ballen om eens uit te proberen. Ook de grote Nederlandse speler Piet van de Pol was één van de gelukkigen.
Er was namelijk iets nieuws aan de hand op het biljartballenfront:

Kunststof
De vraag naar ivoor was te groot geworden en daarom werd er gezocht naar een alternatief, dat het oorspronkelijke materiaal zo dicht mogelijk naderde. Nadat iedereen klaar was, werden de bevindingen verzameld en doorgegeven aan TNO. Het tijdperk van de ivoren biljartbal was voorbij.

Hout
Voor 1746 was hout nog de grondstof. Toen de overstap naar ivoor werd gemaakt werd ook zo ongeveer het carambolespel met drie ballen geïntroduceerd. Olifanten werden geschoten om uit hun slagtanden de ballen te draaien. Vooral de wijfjes moesten oppassen, want hun ivoor is licht, zacht en elastisch.

Ook dode olifanten werden opgegraven. Het materiaal dat in de graven werd aangetroffen stond bij de top van de wedstrijdspelers bekend als Zanzibar léger ofwel licht Zanzibar-ivoor. Als dit was gewonnen aan de Afrikaanse rivierbeddingen werd het verscheept naar de markten in Antwerpen en Londen.
De vraag werd dus te groot en zo kwamen te veel olifanten om het leven. En prins Bernhard had de dierenliefhebberij opgepakt, dus werd het eens tijd om wat biljarttoppers uit te nodigen voor het vinden van nieuw, olifantvriendelijk materiaal. En dat werd dus kunststof.

Wereldkampioenschappen
Toch lagen er op het wereldkampioenschap van 1965 nog de klassieke, ivoren ballen op tafel. Maar in deze eeuw zijn er nog maar heel weinig mensen die hiermee spelen. Alleen de kunststoters houden hieraan vast en dan nog alleen maar in Nederland.
Dit conservatisme komt door de aard van het spel: er zijn 68 verschillende opdrachten, die allemaal een vast aantal beoordelingspunten hebben. Indien opeens een ander soort bal wordt gebruikt, verandert daarmee de moeilijkheidsgraad. De graad van perfectie die in deze discipline heerst is zo hoog dat het nemen van een andere bal zulke gevolgen kan hebben.
Maar ook hier lijken de veranderingen onomkeerbaar en gaat de ivoren bal eruit. De beoordelingen van alle verschillende stoten moeten dan wel worden heringedeeld, omdat ze door het gebruik van een kunststof bal een andere moeilijkheidsgraad krijgen.

ballen-ivoor-02En dan zijn er de liefhebbers thuis. Die koesteren hun oude setjes van decennia geleden, die voor speciale gebeurtenissen weer eens op de tafel worden gelegd. Want alles kan perfect worden nagemaakt, op één ding na.
Er is volgens deze mensen niets, maar dan ook niets dat zo’n geluid maakt als een ivoren bal.