Na mijn vorige bijdrage mocht ik enkele reacties ontvangen. Ik krijg er wel vaker, het is altijd plezierig en ook nuttig om te horen of te lezen hoe mijn spinsels overkomen. Ik licht er twee uit.
De ene reactie, een onderstreping van wat ik had geschreven, was van iemand, die nog niet zo lang geleden jeugdlid was. Ik heb haar wel eens bij de jeugd in actie gezien. Inmiddels is ze nog steeds wel jong, maar niet meer jeugdlid. Na het overgaan van jeugd naar senioren is ze gelukkig wel actief gebleven. Ik heb in het verleden eens aan jeugdleiders, van twee districten met een lange traditie van veel jeugd, gevraagd of zij aan konden geven hoeveel jeugdbiljarters, die niet tot de aansprekende talenten behoorden, bij het ouder worden waren blijven biljarten. Van geen van de twee heb ik een antwoord gekregen. Lees verder: Het hebben van jeugd is het krijgen van toekomst
Welhaast iedereen die de toekomst van onze bond ter harte gaat en niet slechts vanaf de kant toe wil zien, breekt zich het hoofd over de vraag hoe de terugloop gekeerd kan worden. Of zelfs veranderd in een toename van aangesloten biljarters.
Het probleem is niet van vandaag of gisteren en beslist niet eenvoudig. De instroom van jeugd is bijna tot stilstand gekomen, de mensen die zich de laatste jaren als nieuw lid aanmelden, zijn vrijwel allemaal mensen die stoppen met werken. Die mensen, het klinkt misschien een beetje ongevoelig, heb je maar voor een korte tijd. Als je de middelbare leeftijd bent gepasseerd, wordt de gezondheid steeds minder vanzelfsprekend. Ook de conditie of het minder worden ervan— als je georganiseerd biljart heb je echt wel een behoorlijke conditie nodig — gaat een steeds grotere rol spelen. Al jaren proberen we manieren te bedenken om het biljarten weer voor jongere mensen aantrekkelijker te maken. Want daar moeten we ons tenslotte op richten. Op mensen wier lidmaatschap dertig of veertig jaar kan duren. Lees verder: Het tij keren, hoe moet je dat doen?