Als je als verenigingswedstrijdleider een finale in goede banen moet leiden, krijg je te maken met allerlei zaken, die je dient op te lossen. Daarvoor kun je terugvallen op reglementen, maar in een reglement kun je niet alles benoemen.
Soms kan het moeilijk zijn om de juiste beslissing te vinden.
Een tijdje terug kreeg ik zo’n verhaal voorgelegd. Het gebeurde tijdens een finale. In de vierde ronde, laatste partij.
Speler A staat op een gedeelde eerste plaats, Speler B is één na laatste. A moet er nog twee en B nog drie. B is aan de beurt.
De arbiter vraagt, terwijl hij de schrijver aankijkt: “En nog drie?” De schrijver knikt bevestigend. B maakt zijn resterende drie caramboles en de arbiter zegt: “Drie noteren drie de heer B, drie…. en partij”. Hij pakt de ballen bij elkaar en legt ze in het midden van de tafel. Tot zover niks aan de hand. Maar dan roept speler A: “Het klopt niet! Hij moet er nog één!” Vervolgens gaat iedereen zich er mee bemoeien. Wat blijkt: bij de vorige beurt van B heeft de schrijver een carambole te veel genoteerd. Het lijkt er op dat speler A als enige in de gaten had dat het niet klopte. Maar ook hij reageert pas als de partij afgelopen is. In de consternatie die vervolgens ontstaat, wordt vergeten om de tellijst te ondertekenen. B gaat naar huis maar wordt ’s avonds gebeld dat hij de volgende dag eerder wordt verwacht. De wedstrijdleiding heeft inmiddels ruggespraak gehouden en er is besloten dat de partij zal worden overgespeeld. B heeft weinig trek om de partij over te spelen omdat A eerder had kunnen reageren maar heeft gewacht tot de partij was afgelopen. Om verder escaleren te voorkomen, gaat B tenslotte onder protest de partij overspelen. Lees verder: Een goed bedoelde, maar niet juiste beslissing