Ken uw sport – Biljarten

INHOUD Per hoofdstuk:

Algemeen gedeelte
I Materiaal en spelregels
II Houding en afstoot
III Stoottechniek
IV Dikte van aanspelen en vaartoverdracht op de 2e bal
V Afkaatsingshoek van bal 1 en 2
VI Invloed van het verticale of hoog effect
VII Het theoretische mikpunt
VIII Werking van het zij-effect
De verschillende stootvormen
IX De Trekstoot
X De Doorschietstoot
XI De Snijstoot
XII De Amorti
XIII De Klotsstoot
XIV De Ontmoetingsstoot
XXIV De Losse-Bandstoot
XVI De Piqué en de Massé
XVII De Piqué
XV1II De Massé
Het kleine spel
XIX Het Verzamelen
XX Het Plaatsen
XXI liet Libre-spel
XXII Het Cadre-spel
Het driebandenspel
XXIII Het Diamond Systeem (verkort)
XXIV Dc Losse-Bandstoot
XXV Verdedigend spel en het vermijden van de klots Lees verder: Ken uw sport – Biljarten

Doorschieten

Het principe van een doorschietbal is dat niet zoals bij een trekbal het mikpunt aan de voorzijde van bal 2 moet worden gezocht maar aan de achterkant, omdat vooral bij het maken van een doorschietstoot het theoretisch mikpunt belangrijk is, gaan we er nog 1 keer in detail op in.

Doorschieten
Doorschieten

Zie het figuur hiernaast, als u nu wilt doorschieten trekt u in gedachten een lijn uit het hart van bal 3 naar het hart van bal 2, het punt waar nu deze lijn bal 2 binnenkomt is het mikpunt (m) Wanneer u bal 1 ongeveer 2 cm boven de horizontale hartlijn raakt en het punt m als mikpunt gebruikt zal u bal zeker met bal 3 caramboleren.

Echter de grootste fout van de beginnende biljarter is, dat deze meestal te veel energie in bal 1 wil stoppen, omdat hij bang is dat bal 1 na het raken van bal 2 niet goed het over de koprollend effect zal krijgen en dat de stootbal bal 3 niet zal bereiken.

Probeer eens als oefening de stootbal rustig aan te spelen waarbij met de keu goed door bal 1 wordt gestoten met een wat losse achterhand. U zal zien dat als u dat goed onder controle krijgt het een belangrijk onderdeel wordt in het “overhouden” voor de volgende stoot.