Jubileumpostzegel 100 jaar KNBB

jubileumpostzegel-01Op 2 mei 2011 besteedt ook TNT Post aan het 100-jarige bestaan van de Koninklijke Nederlandse Biljartbond aandacht met de uitgifte van een jubileumpostzegel. De zegel, die te gebruiken is voor briefpost tot en met 20 gram maakt onderdeel uit van een postzegelvel van tien postzegels met vijf verschillende motieven.
Naast het jubileum van de KNBB worden namelijk nog andere organisaties, die ook een jubileum vieren op het velletje jubileumzegels herdacht. Het zijn de 50-jarige Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), 650. jaar Slot Loevestein, 100 jaar Genootschap Nederlandse Componisten en 100 jaar Koninklijke Nederlandse Dambond. Het toeval wil dat bij het 75-jarig bestaan zowel van de biljartbond als van de dambond ook toen gelijktijdig jubileumzegels van de twee sportbonden werden uitgegeven.

Op de nieuwe jubileumzegel van 100 jaar NBB wordt niet alleen aandacht geschonken aan het carambolebiljart, maar komen ook de speelballen voor uit de disciplines snooker en pool. De ontwerper van de jubileumzegel is André Toet van de Samenwerkende Ontwerpers BV

Uitgifte vanaf 2 mei 2011

100 jaar biljartbond

Een eeuw geleden werd de Biljartbond opgericht, in 1928 was het WK voor het eerst in Amsterdam

Biljarten, WK 1928
Biljarten, WK 1928

Het jaar 1911, nu een eeuw geleden, was belangrijk voor de biljartsport in Nederland en Amsterdam in het bijzonder. Er ontstonden twee Amsterdamse verenigingen die nog steeds bestaan: Insulinde (Nu HET-EY/Insulinde) en ABC Rembrandt. En hier werd de Nederlandsche Biljart-Bond opgericht, die zich sinds 1951 Koninklijk mag noemen.

Een bijzonder (zij het niet geheel geslaagd) evenement in de eerste eeuw Biljartbond waren de eerste Wereldkampioenschappen in Amsterdam in 1928. Daarvan werd onlangs een onbekend affiche teruggevonden. Ook toen al speelden bij dat kampioenschap commerciële belangen een rol: op welk merk biljart moest worden gespeeld?

Zes biljartclubs (Groninger Biljartclub, de Friesche Club, Nijmeegsche Biljartclub, Gravenhaagsche Biljart Club en uit de hoofdstad K.R.A.S, en Billiard-Vereeniging Amsterdam) de Nederlandsche Biliard-Bond op. Doel: bevorderen van het biljartspel door amateurs. Als een van de middelen werd genoemd: het jaarlijks organiseren van een Nationaal Kampioenschap. Het eerste bestuur bestond uit mr. D.E, Lioni en Th.J. Grupping uit Amsterdam, en P. Vermeulen uit Nijmegen. Op een latere bondsvergadering werd genoemde mr. David Eliazer Lioni, advocaat te Amsterdam, officieel tot voorzitter verkozen.

Bij de oprichting van de Bond in januari waren de nu ook jubilerende verenigingen Rembrandt en Insulinde nog niet opgericht.; dat gebeurde pas later in het jaar. De twee Amsterdamse clubs die wel meteen van de partij waren zijn nu alweer lang ter ziele. De naam KRAS had overigens niets met hotel-café Krasnapolski te maken, al zijn daar heel wat biljarttoernooien gespeeld. Nee, het is de afkorting van ‘Kijk Rustig Alvorens te Stoten’.

Boeiend is ook de naam van HET-EY, uitgesproken als ‘Het IJ’.Dat betekent eigenlijk: ‘Houdt Er Trouw Effect Yn’. Die vereniging werd in 1922 opgericht en fuseerde in 1998 met Insulinde. De archieven van beide oude verenigingen zijn overgedragen aan het Stadsarchief, maar onlangs ontdekte clubarchivaris Frans van Lingen bij een zoldervergadering een vergeten deel van het HET-EY-archief. Tot de mooiste vondsten daarin behoorden het programmaboekje en het affiche van het Eerste Wereldkampioenschap biljarten, dat ooit in ons land gehouden werd.

Dat WK vond plaats van woensdag 30 mei tot en met dinsdag 5 juni 1928, in het gebouw van de Maatschappij van den Werkenden Stand, Kloveniersburgwal 87-91 (nu de Doelenzaal, thuishonk van Hoofdstad-Operette). Het was nog een heel gedoe geweest het kampioenschap hierheen te halen. Al sinds 1903 werd dit evenement door de Franse bond georganiseerd, en die beschouwde dat langzamerhand als een onvervreemdbaar recht. Voor de NBB was een wereldkampioenschap van groot belang, omdat het biljarten hier als sport nog steeds niet serieus werd genomen, onder meer omdat de wedstrijden doorgaans plaatsvonden in cafés, volgens velen poelen des verderfs. In 1922 liep de poging het WK naar Amsterdam te halen nog stuk op de Franse onwil. Maar in 1928 hielp het feit dat Nederland ook de Olympische Spelen mocht organiseren. Maar de Franse bond gaf de leiding maar zeer gedeeltelijk uit handen: ze leverde zowel de voorzitter als de secretaris van het organisatiecomité. En de Fransen wisten door te drukken dat er alleen gespeeld mocht worden op de tafels en met de ivoren ballen van de Amerikaanse biljartfabriek Brunswick. Dat was in het verkeerde keelgat van veel Nederlandse biljarters die gewend waren te spelen op tafels en met materiaal van de in 1898 geopende (en nog steeds bestaande Amsterdamse biljartfabriek Wilhelmina, Stadhouderskade 127. Die fabriek, opgericht door Izak Salomon, had intussen een internationale reputatie opgebouwd.

Financieel en publicitair werd het Wereldkampioenschap in Amsterdam geen succes. De speciaal gebouwde tribunes bleven akelig leeg, mogelijk omdat tegelijk de Olympische Spelen elders in Amsterdam aandacht trokken. En prins-gemaal Hendrik, die op zaterdagavond 2 juni tegen tienen ineens zijn opwachting maakte, hield het al drie kwartier voor gezien en stortte zich weer in het nachtleven. Ook sportief was het geen groot succes: alle spelers bleven ver onder hun niveau, De finale ging uiteindelijk tussen twee Belgen: Theo Moons uit Antwerpen en Guust van Belle uit Gent. Theo Moons won de titel, voor de derde keer.

Beste Nederlander was de Amsterdamse diamantair Hendrik Jan Robijns (‘Robbie’, voor intimi): hij eindigde als zesde van de acht deelnemers,

Maar een mooi affiche leverde het kampioenschap in ieder geval op!

Bron:  Op basis van een lange tekst van Frans van Lingen (en enkele websites).

Biljart, meer dan stukje groen voor eenzaam hart

Bondsvoorzitter Jean-Claude Dupont (tweede van links) verzamelde gisteren in Leuven de Belgische biljarttop rond zich met van links naar rechts Jozef Philipoom, Eddy Leppens, Paul Stroobants, Raymond Ceulemans, Leo Corin en Ludo Dielis.
Bondsvoorzitter Jean-Claude Dupont (tweede van links) verzamelde gisteren in Leuven de Belgische biljarttop rond zich met van links naar rechts Jozef Philipoom, Eddy Leppens, Paul Stroobants, Raymond Ceulemans, Leo Corin en Ludo Dielis.

,,Café Biljart, Café Biljart, klein stukje groen voor een eenzaam hart, ’t schuifje zegt klik, ’t balletje tik.” Met zijn gevoelige ziel schreef Toon Hermans het eenvoudigste maar mooiste liedje over biljart. Maar al honderd jaar geleden, op 27 oktober 1906, wilden zes leden van de club L’Elite méér en meteen was de Belgische Biljartbond geboren. Gisteren vierde de Koninklijke bond in Leuven zijn honderdste verjaardag. Ondertussen zijn er 180.000 competitiespelers en zo’n 50.000 zondagochtendspelers.

De man die voor de meeste hoogtepunten zorgde is Raymond Ceulemans: met 152 titels is zijn palmares ongenaakbaar, met zijn benoeming tot Ridder in 2003 door Koning Albert II als toetje. Al in 1909 dook de eerste Belgische wereldkampioen op: Pierre Sels haalde het in het toenmalig kader 45/2. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen de Belgen goed in beeld: na uitzonderlijk begenadigde spelers als Gustave van Belle, René Gabriëls en René Vingerhoedt stonden in de daarop volgende periode onder meer Jos Vervest, Tony Schrauwen, Emile Wafflard en Laurent Boulanger paraat. In 1963 verscheen dan Raymond Ceulemans, geflankeerd door Ludo Dielis. In het artistiek biljarten blonken Raymond Steylaerts en Leo Corin uit. Men vreesde daarna voor een terugval, maar de huidige generatie Peter de Backer, Eddy Leppens, Patrick Niessen, Eddy Merckx en op kop Frédéric Caudron, won de laatste tien jaar veel gouden medailles.

Bron: nieuwsblad.be 17 maart 2006