Als de ballen tussentijds opgezet moeten worden

Noteren-01aTijdens een partij kan het gebeuren, dat de ballen opnieuw ‘opgezet’ moet worden. Een uitspringende bal of als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen. Soms is dan herplaatsing op de acquits verplicht, soms kan de speler er voor kiezen.

Bij libre, kader of bandstoten is het simpel. Springt er een bal uit, dan worden alle ballen in de beginpositie geplaatst. Komt er een bal op de rand terecht en raakt de houten omlijsting, dan geldt dat ook als een uitgesprongen bal. Alle ballen in de beginpositie. Komt een bal op de rand maar raakt het hout niet, dan is er niets aan de hand. De speler mag gewoon doorgaan. Als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen, dan mag de speler in de meeste gevallen kiezen: de speelbal ‘los’ spelen, dat wil zeggen vanaf een andere bal of band waaraan de speelbal niet vastligt. Of met een kopstoot de bal eerst duidelijk zichtbaar ‘wegspelen’ van de bal of ballen waaraan de speelbal vastligt. Ziet de speler dat niet zitten, dan kan hij de arbiter vragen om de ballen op de acquits te plaatsen en speelt hij verder vanuit de beginpositie. Alleen in de topklasse libre-klein en libre-groot heeft de speler die keuze niet en worden, als de speelbal vastligt aan een of beide andere ballen, altijd alle ballen in de beginpositie geplaatst. Lees verder: Als de ballen tussentijds opgezet moeten worden

Beginpositie: waar hoort welke bal?

Naar aanleiding van de vorige schrijfsels, waarin steeds de beginpositie ter sprake kwam, kreeg ik een brief met een paar vragen. De briefschrijver is een flink aantal jaren clubarbiter. Clubarbiters zijn vaak hoofdzakelijk actief binnen de eigen vereniging. Arbitreerd een clubarbiter bij districtswedstrijden, dan zijn dat meestal wedstrijden in de lagere klassen. Waar spelers in de regel niet al te moeilijk doen of al te pietpeuterig zijn met betrekking tot de precieze regels. Lees verder: Beginpositie: waar hoort welke bal?

Arbitrage

Overal op het internet verschijnen regelmatig schrijfsels over de valkuilen van de arbitrage. Leerzaam voor arbiters, maar zeer zeker ook voor spelers, die al dan niet afhankelijk zijn van arbiters. Dan is het goed om kennis van de regels te hebben, zodat niet iedere beslissing van de arbiter wordt aangevochten.

In de komende maanden proberen we hier in begrijpelijke taal een en ander weer te geven. Hier volgen de columns “Noteren” van Piet Verhaar uit het blad “Biljart Totaal”. Piet Verhaar is als arbiter, bondsofficial en lid van de carambole bondsraad verbonden aan de KNBB. Piet is met een libre moyenne van circa 10 zelf ook een verdienstelijk biljarter bij BV Wapen van Alblasserdam (in 2015 9.00 als moy.). (De dik gedrukte links zijn nog in PDF formaat welke ik zo snel mogelijk zal omzetten in beter leesbare en doorzoekbare tekst.) Lees verder: Arbitrage

Als een bal de wijde wereld kiest

Al eerder heb ik er over geschreven. Een bal wordt wat al te enthousiast weg-gestoten en springt over de rand van het biljart. Hoe er dan gehandeld dient te worden, staat duidelijk beschreven in het Spel en Arbitrage Reglement (SAR). Toch blijkt regelmatig dat de juiste handelwijze niet altijd bekend is.

springende-ballen-01Als een bal uitspringt — ook een bal die er niet uit gaat, maar opspringend de houten omlijsting raakt en terugrolt, wordt behandeld als uitgesprongen — is er een vaste procedure. Dat is echter niet bij alle spelsoorten gelijk. Bij libre, kader en bandstoten is het betrekkelijk eenvoudig. Alle ballen worden in de beginpositie gelegd. Daarbij moeten we er wel op bedacht zijn, dat bij het uitspringen of iets wat er mee gelijkgesteld wordt, onmiddellijk de beurt overgaat naar de andere speler. Lees verder: Als een bal de wijde wereld kiest